De JOVD bepleit een wettelijk verbod op de briet mila. De VVD distantieert zich, maar erg krachtig is die afwijzing niet.
De liberale jongeren van de JOVD deden hun oproep in dagblad Trouw. Daarin sporen ze hun moederpartij aan om zich sterk te maken tegen de jongensbesnijdenis. Deze zou strijdig zijn met de liberale grondbeginselen van vrijheid en zelfbeschikking. Volgens de VVD-jongeren heeft de besnijdenis niets met godsdienstvrijheid te maken. De ingreep zou er juist tegen indruisen omdat wilsonbekwame kinderen er religieus door worden gebrandmerkt. Ronnie Eisenmann, nummer 5 op de VVD-lijst in Amsterdam-Zuid, vindt het een drogreden: „In een heleboel zaken nemen ouders beslissingen die een blijvende invloed op hun kinderen hebben. Of het nou gaat om thuis roken of de kinderen vuurwerk laten afsteken, de overheid bemoeit zich er niet mee. Denkt de JOVD nou werkelijk dat wij niet al honderden jaren het beste voorhebben met onze kinderen? Elke Joodse vader neemt zelf de beslissing of hij zijn zoon wil laten besnijden, terwijl hij zelf ook besneden is. Nee, Joodse jongetjes worden niet mismaakt, maar juist vervolmaakt door hun briet mila.” „Volkomen belachelijke, puberale onzin.” Voormalig VVD-kamerlid en historicus Arend Jan Boekestijn windt er geen doekjes om: „De JOVD moet eerst maar eens wat boeken gaan lezen. Mensen die zich de moeite getroosten om zich te verdiepen in het jodendom, weten dat de besnijdenis een belangrijk religieus ritueel is en dat een verbod het de Joden onmogelijk maakt om hier te leven. In het echte, klassieke liberalisme is er aandacht voor godsdienstvrijheid. Die vrijheid is in deze kwestie van hogere orde dan de individuele vrijheid. Ik kan me niet voorstellen dat het ooit tot een verbod komt, maar als dat zo is ga ik emigreren.” Boekestijn is niet de enige VVD-coryfee die zich in scherpe bewoordingen distantieert van het JOVD-standpunt. Gewezen VVD-lijsttrekker en minister Frits Bolkestein noemt de oproep van de liberale jongeren onzinnig: „Besneden mannen hoor je er niet over en hun echtgenotes klagen niet. Dus waar gaat het eigenlijk over?”
Ontmoedigingsbeleid
Het is niet de eerste keer dat de jongensbesnijdenis vanuit liberale hoek ter discussie wordt gesteld. Tien jaar geleden deed toenmalig VVD-kamerlid Ayaan Hirsi Ali een oproep om de ingreep wettelijk te verbieden. Sindsdien laait de discussie bij tijd en wijle op in de media. Twee jaar geleden pleitte artsenorganisatie KNMG voor een krachtig ontmoedigingsbeleid. Tot een debat in de Tweede Kamer is het nog niet gekomen. Een dergelijk debat is een schrikbeeld voor veel Joden die de politieke wens van de Tweede Kamer om de rituele slacht te verbieden nog vers in hun geheugen hebben. De VVD toonde zich geen pleitbezorger van de Joodse zaak. De Tweede Kamerfractie stemde voor het wetsvoorstel van de Partij voor de Dieren. Toch is Ronnie Eisenmann ervan overtuigd dat zijn partij het niet weer zover laat komen: „ De discussie over de briet mila is er al jaren, maar de VVD heeft zich nooit voor een verbod uitgesproken. Vergeet niet dat mijn partij in de Eerste Kamer het verbod op de sjechita heeft weggestemd.”
Officieel is de VVD tegen het verbieden van de jongensbesnijdenis. Maar verantwoordelijk Kamerlid Ockje Tellegen ziet na aankomst op het fractiekantoor plotseling af van een kwartier daarvoor toegezegd interview. Ook de woorden van haar perswoordvoerder – ‘Als VVD kijken we naar de wérkelijke problemen in het land en wat ons betreft is er over de jongensbesnijdenis geen enkele discussie nodig’ – weigert ze te bekrachtigen. Tellegen wil niet verder gaan dan: „We hebben kennisgenomen van het standpunt van de JOVD. Dat is niet het standpunt van de VVD.” De positie van de VVD ten aanzien van de jongensbesnijdenis lijkt lang niet zo onwrikbaar als Ronnie Eisenmann veronderstelt. Prominente leden van de Senaatsfractie, waarop nu juist Eisenmanns vertrouwen op de toekomst is gebaseerd, blijken wel degelijk open te staan voor debat. „De roep om een verbod vind ik geen vreemde gedachte,” zegt VVD-senator en medisch-ethica Heleen Dupuis. „Of tegenstanders gelijk hebben weet ik nog niet, maar ze hebben wel een punt. Een politieke discussie lijkt me opportuun, al moeten we oppassen dat we niet alles tot in het absurde willen verbieden.” Dupuis ziet meer verschillen dan overeenkomsten met de rituele slacht: „Natuurlijk speelt het argument van godsdienstvrijheid opnieuw een rol, maar ik beoordeel de kwestie vooral op medisch-ethische gronden.”