15 maart-9 april 1948 – De strijd om de wegen

Als Arabische milities Jeruzalem en afgelegen kibboetsen wurgen met hun blokkades en hinderlagen, weet David Ben-Goerion dat de Joden een overwinning nodig hebben.
Konvooi1948

De jisjoev zit diep in de problemen in maart 1948. In de steden en zelfs in de afgelegen kibboetsen zijn de Joodse strijders van de Hagana hun Arabische tegenstanders met relatief gemak de baas. Door hun onderlinge verdeeldheid en vanwege de angst dat de overgebleven Britse troepen ingrijpen, slagen de Arabische milities er niet in terrein te veroveren dat de Joden in handen hebben. Het is duidelijk dat ook de bloedige bomaanslagen van de blonde, blauwogige en door de nazi’s getrainde bommenmaker Fawzi al-Kutub de jisjoev niet op de knieën krijgt. Dus concentreren de Palestijnse leider grootmoefti Amin al-Husseini en zijn militaire bevelhebber en neef Abdelkader zich op een andere tactiek: de verwurging van Jeruzalem en andere plaatsen die afgescheiden liggen van de door de jisjoev beheerste kuststrook.

In de heuvels om de hoofdstad beheerst het Leger van de Heilige Oorlog van de Husseini’s de dorpen en – belangrijker – de wegen. In de tweede helft van maart loopt het ene na het andere Joodse konvooi in Arabische hinderlagen. Op 24 maart worden twee konvooien op weg naar Jeruzalem aangevallen, met zware verliezen aan Hagana–manschappen en gepantserde vrachtwagens als gevolg. Niet dat daar veel van terug te vinden is in de pers van de jisjoev: wie de Palestine Post van die dagen doorbladert, krijgt de indruk dat de Hagana de ‘Battle of the Roads’ aan het winnen is.

Honger

De werkelijkheid is anders. Op de 27e loopt een konvooi dat vanuit Jeruzalem Goesj Etsion heeft bevoorraad op de terugweg in een hinderlaag. Vijftien Joodse strijders worden gedood en een veelvoud daarvan verwond. De overlevenden moeten door Britse militairen ontzet worden. Diezelfde dag ondergaat een konvooi op weg van Haifa naar de kibboets Yehiam hetzelfde lot. Als de kruitdampen zijn opgetrokken, vinden Haganaversterkingen de verminkte lichamen van 47 van hun strijdmakkers. Ditmaal is het Arabische Bevrijdingsleger van Fawzi al-Qawuqji verantwoordelijk voor het bloedbad.

Op 31 maart bereikt van een konvooi met 37 vrachtwagens er niet een Jeruzalem. De situatie in de stad dreigt uit de hand te lopen, er wordt honger geleden en de leiding van de jisjoev vreest dat met name de ultraorthodoxe, aanzienlijk minder zionistische bevolking het op wil geven. Een militaire overwinning is hard nodig, ook omdat de Amerikaanse steun aan de Joodse onafhankelijkheid dreigt weg te smelten. Het is de onverzettelijke Ben-Goerion die zijn militaire leiders bijeenroept en hen beveelt in de tegenaanval te gaan. Waarmee, werpen die tegen, we hebben nog te weinig manschappen en wapens. Schoorvoetend wil de Haganaleiding vijfhonderd man vrijmaken voor een offensief. Maar Ben-Goerion weet dat er zonder Jeruzalem geen Joodse staat zal zijn en eist vijfduizend man. Hij krijgt ze. Begin april gaat Operatie Nachsjon van start, de weg naar Jeruzalem moet en zal geopend worden. 

De hoofdstad bereikt

In de nacht van 2 op 3 april veroveren palmachniks, de elitetroepen van de Hagana, het dorpje Al-Qastal. Strategisch gelegen op een heuvel net ten westen van Jeruzalem, beheerst Al-Qastal de toegangsweg tot Jeruzalem. Dat begrijpt ook Abdelkader al-Husseini. Hij smeekt Al-Qawuqji – in naam zijn bondgenoot, maar in werkelijkheid een bittere rivaal – om wapens. Deze antwoordt dat hij die niet heeft, een leugen. De Arabische verdeeldheid betekent dan al de dood voor de Palestijnse zaak –  en letterlijk voor Al-Husseini. Bij een door hem geleide tegenaanval op Al-Qastal wordt de bevelhebber van het Leger van de Heilige Oorlog door een Joodse wachtpost doodgeschoten. 

Ben-Goerion weet dat er zonder Jeruzalem geen Joodse staat zal zijn

Op 7 april rolt een enorm konvooi van zestig vrachtwagens over de weg van de kibboets Hulda en bereikt Jeruzalem. De weg naar de hoofdstad is open. Hoewel Al-Qastal tijdelijk wordt heroverd door de Arabieren, neemt de Hagana het dorp in de morgen van 9 april opnieuw in. Diezelfde dag vallen de radicale milities Irgoen en Lehi een ander dorpje aan ten westen van Jeruzalem, dat strategisch veel minder belangrijk is. De naam hiervan zweept tot op vandaag de haat van Palestijnen en andere antizionisten op tot ongekende hoogten. Het gehucht heet Deir Yassin.

Deze serie is mede mogelijk gemaakt door Stichting Maror

Eén reactie

  1. Allereest Bart, dit is een mooi en goed geschreven waardevol stukje geschiedenisles over de gebeurtenissen ten tijde van het ontstaan van Israël.
    Jammer Bart, dat jouw artikel stopt bij de naam Deir Yassin, zonder op de gevechten daar in te gaan.
    Alhoewel je kunt eigenlijk een heel volgend artikel wijden aan Deir Yassin zelf, en aan de propaganda leugen van de palestijnen die sindsdien wereldwijd telkens weer opgerakeld wordt.
    De waarheid wat daar is gebeurd staat uitstekend beschreven in het boek van professor Eliezer Tauber, getiteld: The myth of Deir Yassin and the creation of the palestinian refugee problem!
    In dit boek beschrijft Tauber hoe hij gesproken heeft met de ooggetuigen van toen, heel juist de palestijnse ooggetuigen dus!!
    Hoe zij vertelden dat zij opdracht kregen te liegen van de toenmalige Arabische burgemeester van Jeruzalem genaamd Dr. Khalidi.
    Hij kwam naar de gevluchte overlevenden van Deir Yassin toe bij de Hebron poort van Jeruzalem en gaf instructie hoe het verhaal over de strijd rondom Deir Yassin verdraaid moest worden en hij liet deze verhalen verspreiden door de Arabische radiostations. Hij liet in de persverklaring opnemen welke wreedheden de Joden hadden gepleegd: variërend van moord op kleine kinderen en verkrachtingen van zwangere vrouwen. Ook werden de aantallen doden sterk overdreven. Feitelijk waren dit enkele tientallen en niet vele honderden.
    Dit alles met de bedoeling om Arabische legers van de buurlanden te motiveren om de Joden en de Britten gezamenlijk aan te vallen.

Meer Gerelateerde Berichten

Nieuws

VS-parlementariërs willen Israël ‘bunker buster’-bommen leveren