Binnen een paar dagen liet Bondskanselier Angela Merkel zich tot tweemaal toe uit over haar zorgen over het opkomend antisemitisme.
Maandag 25 januari opende Angela Merkel in Berlijn een bijzondere tentoonstelling met kunstwerken die tijdens de Holocaust werden gemaakt. Tijdens de bijeenkomst ging zij nader in op de angst onder leiders van de Duits-Joodse gemeenschap, die zich ernstig zorgen maken over de groeiende antisemitische sentimenten in het land. Daarbij werd ook voor het eerst expliciet gerefereerd aan de 1,1 miljoen vluchtelingen die Duitsland zijn binnengekomen.
“We moeten ons specifiek gaan richten op de jongeren die afkomstig zijn uit landen waar Jodenhaat en haat tegenover Israël wijdverbreid zijn,” aldus Merkel.
‘Het antisemitisme is veel algemener dan we ons hadden kunnen voorstellen. En we moeten daar intensief actie tegen ondernemen’
Twee dagen eerder had zij in haar wekelijkse toespraak op internet ook al laten weten zich ernstige zorgen te maken over de groeiende Jodenhaat. “Het antisemitisme is veel algemener dan we ons hadden kunnen voorstellen. En we moeten daar intensief actie tegen ondernemen.” Daarbij noemde zij vluchtelingen uit landen als Syrië, Irak en Afghanistan. “We hebben zowel op scholen als bij andere bijeenkomsten antisemitische incidenten gezien die werden geleid door vooral jongeren. Wij, als volwassenen, zouden daartegen moeten ageren, en ook medeleerlingen en studenten zouden dat moeten doen. We zullen met ze in discussie moeten gaan en keer op keer duidelijk moeten stellen dat antisemitisme geen plaats heeft in onze samenleving. We moeten simpel duidelijke grenzen stellen.”
Genuanceerder
Merkel erkent dus het verband tussen de vluchtelingen en de veranderende situatie in Duitsland en ze is stelliger dan bijvoorbeeld Eurocommissaris Frans Timmermans, die in november in het Jubileumnummer van het NIW nog zei dat het met het antisemitisme onder Syrische vluchtelingen wel meeviel. Hij ging toen in op de stelling van voormalig hoofdredacteur Hans Knoop, dat antisemitisme Syriërs met de paplepel ingegoten zou zijn: “Daar geloof ik helemaal niets van. Als u het hebt over sommige andere Arabische landen, wellicht, maar in Syrië wordt op dit punt veel genuanceerder gedacht door de gewone bevolking. Ik maak me veel meer zorgen over het niet accepteren van homo’s en over het op volstrekt onfatsoenlijke wijze omgaan met vrouwen.” Waarop Timmermans die wetenschap baseerde, is niet bekend.
Ook in Nederland groeit de zorg over de denkbeelden die leven onder vluchtelingen. Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Jet Bussemaker, kondigde daarom afgelopen week aan speciale cursussen te gaan geven in AZC’s over de manier waarop we in Nederland omgaan met homoseksualiteit. De cursus is ontleend aan het programma dat ook op middelbare scholen wordt gegeven. Over antisemitisme liet de minister zich echter niet uit.
De expositie die Merkel opende, Art from the Holocaust, bestaat uit een collectie van honderd in het verborgene gecreëerde werken van vijftig kunstenaars, allemaal uit de collectie van Yad Vashem. Er is lang getwijfeld over de verscheping naar Europa. Merkel: “Er werd zelfs besloten om de werken in twee verschillende vrachten te vervoeren, zodat, áls er iets mis zou gaan, niet alles verloren zou zijn. Dat raakte me diep,” aldus de Bondskanselier. Op de tentoonstelling hangt ook werk van de Nederlandse kunstenaars Louis Asscher, Leo Kok en Felix Nussbaum.
Art from the Holocaust, tot 3 april in het Deutsches Historisches Museum, Unter den Linden 2, Berlijn, dhm.de