Na jaren van opgebroken straten rijdt de sneltram van Jeruzalem dan eindelijk. Hoewel de verkeersopstoppingen er alleen maar erger mee lijken te worden, is de rail een toonbeeld van co-existentie: een impressie. Bijdrage van Eva van Sonderen.
Herinnert u zich nog hoe in 2006 de Nederlandse ASN Bank besloot het Franse bedrijf Veolia uit haar beleggingsfondsen te gooien, omdat Veolia betrokken was bij de aanleg van de lightrail in Jeruzalem? (NIW 8-12-2006) De sneltram zou van Pisgat Ze’ev naar Har Herzl rijden, gedeeltelijk door wat de VN als bezet gebied beschouwt, en dus was dit project besmet, in strijd met de mensenrechtencriteria van de ASN. In 2009 zou de tram gaan rijden. Het is inmiddels 2011 en na jaren van opgebroken straten en totale chaos in het centrum is het wonder geschied: Jaffastraat is een boulevard geworden, met voetgangers en terrasjes, de gestroomlijnde zilvergrijze sneltram heeft er het rijk alleen en was tot eind oktober nog gratis ook. Gratis omdat nog maar een derde van de stoplichten dusdanig geprogrammeerd is dat ze voorrang geven aan de sneltram. Als ze allemaal zijn aangepast duurt de hele rit over een traject van 14 km met 23 haltes 42 minuten. De Arabische wijken Shuafat en Beit Chanina en de Joodse wijk Pisgat Ze’ev zijn dan snel en comfortabel verbonden met het hart van de stad. Nu duurt het 65 minuten en soms iets langer, omdat de wachtenden er niet aan gewend zijn de passagiers eerst te laten uitstappen alvorens in te stappen; er wordt Israëlisch-inefficiënt voorgedrongen.
Chaos
Burgemeester Nir Barkat, die kort na zijn verkiezing nog vond dat het project moest worden stopgezet, heeft er ten slotte voor gezorgd dat er vaart in de lightrail kwam. In een interview met de Jerusalem Post beschrijft hij wat hij aantrof na de bestuursperiodes Olmert en Lupoliansky: een chaos van onduidelijke contracten tussen het stadsbestuur en de bedrijven die de aanleg moesten uitvoeren, zodanig dat beide zijden elkaar bij iedere vertraging de schuld konden geven. Ook was er geen planning, geen gefaseerd uitwerkschema, niets. Barkat zorgde ervoor dat het stadsbestuur de hoofdverantwoordelijkheid kreeg en de deelopdrachten gaf aan de particuliere uitvoerders: in de heilige stad een nieuwigheid.
Vrolijke integratie
De tram blijkt al meteen tijdens de eerste weken een attractie voor kinderrijke charedi en moslimgezinnen. Dankzij de lightrail hebben inwoners van Joods Jeruzalem nog nooit zoveel Arabische vrouwen met kinderen in Jaffastraat van etalage naar etalage zien schuifelen. Na een middagje winkelen zitten ze met volle tassen op de bankjes bij de tramhalte te wachten. Een ritje met de tram is de ultieme multicultibelevenis: ultra-orthodoxe Joden, Palestijnse moslims, seculiere vrouwen in gedecolleteerde zomerjurkjes, toeristen in korte broeken, mannelijke en vrouwelijke soldaten, en veel, heel veel kinderen, alles zit en staat door elkaar in de stampvolle wagons. Jengelende kinderen, kinderen die op de vloer zijn gaan zitten, een Arabisch jongetje dat een stang als klimrek ziet, een Joods jongetje met tsietstiet uit zijn T-shirtje dat bedeesd toekijkt. Amerikaans-Joodse meiden in hotpants zitten tegenover luidruchtige Arabische pubers. Kon de directie van de ASN-bank deze vrolijke integratie maar eens zien. De namen van de stations worden omgeroepen in het Hebreeuws, Arabisch en Engels. Bij een station als Davidka heeft dat een komisch effect: ‘Davidka- Davidka-Davidka’ klinkt het sonoor.
Onhoudbare toestand
De bussen die ooit door Jaffastraat reden zijn nu uitgeweken naar smalle parallelstraten. Dat heeft vooral in de Agrippasstraat, grenzend aan de Mahane Yehuda-markt, tot een onhoudbare toestand geleid. Files van vooral langzaam rijdende bussen die dieseldampen uitbraken en bezoekers van de markt die daartussendoor proberen te laveren hebben al een paar keer tot ongelukken geleid. Bij de talloze eethuisjes zit niemand meer buiten en ook de balkonnetjes van de huizen zijn leeg. Marktkooplieden hebben geprotesteerd tegen de luchtvervuiling waar ze dagelijks aan bloot staan. In buitenlandse ogen blijft het een politiek omstreden project, zo heeft de Franse regering het personeel van haar consulaat verboden de tram te gebruiken omdat die door delen van Oost-Jeruzalem rijdt. Barkat is niet onder de indruk: „Mensen zeggen zoveel, laat ze maar praten, ik doe mijn werk.” De lightrail is qua veiligheid een kwetsbaar project. Hoe kan men een tram met zijn vele automatisch openende deuren beschermen tegen terrorisme zoals tijdens de tweede intifada, toen er soms dagelijks bussen werden opgeblazen? Er lopen dan ook permanent
Buitenland
twee geüniformeerde beveiligers van City Pass door de tram. Die worden kennelijk nog wat te snel zenuwachtig: drie weken geleden vroeg een bestuurder een groep Palestijnse jongens om hun schoenen van de bankjes af te halen, die weigerden, de beveiligers kwamen erbij, het escaleerde, er werd met pepperspray gespoten en de jongens werden de tram uitgezet.
Staking
Een paar dagen later werden er vanuit Shuafat stenen naar de lightrail gegooid. Door het speciaal gelaagd veiligheidsglas van de ramen raakte niemand gewond, maar er was wel schade. Een woordvoerder van City Pass schreef het pepperspray-incident toe aan het feit dat de tram nog gratis is en daardoor ‘veel verveelde jongelui aantrekt’. En op zondag 16 oktober, de tussendagen van Soekot, toeristische topdrukte, besloten 58 bestuurders van de sneltram tot een wilde staking. Ze komen binnenkort onder vervoermaatschappij Egged te vallen, net als de buschauffeurs en protesteren tegen het feit dat ze minder verdienen dan de Egged-chauffeurs (1000 sjekel minder = ca. 200 euro per maand). De Arabische wijken Shuafat en Beit Chanina en de Joodse wijk Pisgat Ze’ev waren die dag dus even niet comfortabel met elkaar verbonden, maar inmiddels rijdt de sneltram weer.