Abonneer op het NIW

Het opinietijdschrift en cultureel magazine in één, voor iedereen geïnteresseerd in de Joodse wereld. Abonneer nu »

Buitenland

De mythe, de kern en het dilemma

Redactie 18 december 2015, 00:00
De mythe, de kern en het dilemma

Het idee dat de Palestijnen ooit een staat hadden die hen door de Joden is afgenomen, houdt hen juist gevangen in een niemandsland. 

Door: David Kaufman

Van alle mythen over het Midden-Oosten is er niet één die zo strategisch in stand wordt gehouden als de mythe van de ‘Palestijnse Staat’. Het is een mythe die als inspiratie heeft ge diend voor talloze activistengroepen en miljarden aan steun heeft opgeleverd. Hele generaties politieke leiders zijn erdoor gefrustreerd. Maar bovenal is het brandstof geweest voor zich herhalende geweldsgolven tussen Joden en Arabieren die verbonden zijn met het land tussen de Jordaan en de Middellandse Zee. De wens van een eigen staat is wat de Palestijnen voortdreef tijdens de eerste twee intifada’s, toen het trachtte het juk van de Israëlische bezetting af te werpen. En nu heeft de eeuwige ongrijpbaarheid ervan opnieuw de woede aangewakkerd, en burgers en soldaten trekken stekend en schietend door Jeruzalem. Voor alle duidelijkheid: er is niets mythologisch aan de Palestijnen zelf en hun maar al te werkelijke cultuur en geschiedenis, door hen zo gekoesterd. Maar, in tegenstelling tot de voorstelling van zaken die je uit de westerse media zou kunnen begrijpen, is er nooit een Palestijnse staat geweest. En die is er zeker nu niet.

Provincie
Tijdens de recente golf van Palestijns terrorisme in Israël zond de Amerikaanse nieuwszender MSNBC een item uit waarin het een serie landkaarten liet zien met daarop het land dat de Palestijnen in de loop van de tijd aan Israël verloren zou hebben. Het waren kaarten die niet alleen de suggestie wekten dat er ooit een Palestijnse ‘staat’ bestond ruim voordat ooit sprake was van Israël, maar dit als feit presenteerden. Dit is eenvoudigweg niet waar, maar de ervaren anchormen van MSNBC knipperden niet eens met hun ogen toen deze absurditeit gepresenteerd werd.
Palestina heeft in de recente geschiedenis vooral de functie gehad van wisselgeld bij conflicten tussen lokale koningen en imperialistische machten. Als plaats heeft het altijd bestaan: een provincie, rijk aan geschiedenis, in het hart van het Ottomaanse rijk. Maar het was niet voordat de roep om een Joodse staat in het Heilige Land ontstond dat een parallelle Palestijnse beweging geboren werd. Een beweging die aan kracht won op het moment dat de Westelijke Jordaanoever in 1967 onder Israëlisch bewind kwam. Sindsdien is het gemeengoed om te denken dat een Palestijnse staat afhankelijk is van een grillig Israël. Dat is op zijn best half waar, Israël beheert inderdaad veel van de bestuurlijke infrastructuur die onder een Palestijnse staat zou functioneren. Maar het is geschiedvervalsing om te zeggen dat Israël deze staat heeft weggevaagd. Sterker nog, Israël heeft de Palestijnen deze staat, waarvan ze zeggen hem zo graag te willen, aangeboden, maar dat werd keer op keer door Palestijnse leiders afgewezen.
Dit is een cruciaal punt wil men de huidige golf van geweld begrijpen, Palestijnen zijn even verbitterd over en woedend op hun eigen leiders als op die van Israël. Ze zijn kwader en gefrustreerder dan ooit, maar geen stap dichter bij een werkelijke staat.

Opbouw
Salam Fayyad, die van 2007 tot 2013 minister-president van de Palestijnse Autoriteit was, heeft geprobeerd de technocratische institutiebouwer te zijn die de Palestijnen nodig hadden. Zijn pogingen werden gesmoord door de bureaucratie van de Palestijnse Autoriteit die hem daarna afdankte. In 2010 werd Nathan Brown op last van het Carnegie Endowment for International Peace (een internationale denktank van beleidsmakers met onderzoekscentra in de hele wereld) naar de Westelijke Jordaanoever gestuurd om te kijken of er enige vooruitgang was geboekt. Zijn conclusie was hard: “Ironisch genoeg was er onder Yasser Arafat meer sprake van institutionele opbouw en ontwikkeling van een maatschappelijk middenveld dan sinds de splitsing tussen de Westelijke Jordaanoever en Gaza in 2007.”
Het idee van een Palestijnse ‘natie’ is op dit moment weinig meer dan een fantasie, een fabeltje, van alle kanten uitgebuit om de bewegingen, conferenties, delegaties en comités van de internationale conflict- en coëxistentie-industrie van het Midden-Oosten te voeden. Met een hoop fondsen en veel publiciteit cultiveren deze industrieën de illusie van een Palestijns volk dat altijd al aanwezig was en een natie vormde, met geen enkel praktisch resultaat. Misschien hebben deze nog het meeste belang bij het voortbestaan van deze mythe, hun relevantie en legitimiteit – en hun geld − hangen ervan af. De Palestijnen begrijpen dit; Israël ook.

Staatmanschap
Ook ik begreep dit maar al te goed in de jaren dat ik in Tel Aviv woonde, een jaar of tien geleden. Toen, tijdens een periode van relatieve rust aan beide zijden van de Groene Lijn, voelde ik vaak angst voor Arabisch terrorisme. Niet omdat ik bang was voor Arabieren – dat was ik niet en ben ik nog steeds niet, maar omdat ik als lid van een dubbele minderheid (mijn vader is Afrikaans-Amerikaans  en mijn moeder is Joods), begrip had voor en me vaak vereenzelvigde met de Arabische frustratie: het gevoel gemarginaliseerd te worden door de hen omringende krachten. Het is een frustratie die voortkomt uit het gevoel onteigend te worden in je eigen land, in het geloof, met andere woorden, dat de Joden je iets hebben afgenomen dat ooit van jou was, en dat alleen Israël in de weg staat van een echte Palestijnse staat. Een staat die klaarstaat om te groeien en bloeien, als het de kans maar kreeg.
Ik heb deze boodschap herhaaldelijk gehoord van Arabisch-Israëlische vrienden in Jaffa en Ramle. Ik heb het gezien tijdens mijn bezoeken aan de Westelijke Jordaanoever. Natieloos op hun eigen erf, worden ze vanaf hun geboorte opgevoed met de mythe dat ze, in plaats van mannen en vrouwen zonder een land, eigenlijk inwoners zijn van een onzichtbare, maar bestaande staat. De vraag is niet waarom Arabieren opeens Jodenaanvallen, maar of ze ooit een reden zullen hebben om ermee te stoppen.
Veel van de vredesactivisten, de medewerkers van non-gouvernementele organisaties en de diplomaten die graag een boek willen schrijven of een Nobelprijs willen winnen, bedoelen het goed. Maar ongeacht deze goede intenties zal het kunstmatig fabriceren van een natie niet resulteren in een echte soevereine staat, staatsmanschap leidt tot een staat. En zolang de raderen van het staatsmanschap niet draaien, zal geweld daar geen verandering in brengen.

Dit artikel verscheen eerder in The New York Post. Vertaling: Sarah Whitlau.

Snap 2015-12-17 at 13.22.59 David Kaufman is een Amerikaans journalist. Hij schrijft onder meer voor de Financial Times, de New York Times en Time International. Ook schreef hij de Wallpaper City Guide, Tel Aviv, waar
hij een paar jaar woonde. Hij studeerde aan de Universiteit van Tel Aviv, Brandeis University en
New York University en woont in New York.

Abonneer op het NIW

Abonneer nu!
Tags dit artikel heeft geen tags
Opmerkingen (0)
Plaats opmerking

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *