Rechtse nationalisten denken dat met de inauguratie van Trump als 45e president van de VS de era van Groot-Israël is aangebroken. Het tegendeel zou weleens waar kunnen zijn.
In de aanloop naar de inauguratie van Donald John Trump ging er nauwelijks een dag voorbij waarop de toen nog president-elect geen beslissing nam die bij rechts Israël met gejuich werd ontvangen. Deze week was er de uitnodiging aan leiders van de Joodse kolonisten op de Westelijke Jordaanoever naar de beëdiging in Washington te komen. En dan was daar het besluit zijn schoonzoon en naaste adviseur, de modern-orthodoxe Jared Kushner, verantwoordelijk te maken voor het vlottrekken van het vredesproces tussen Israël en de Palestijnen. Om nog maar te zwijgen van de aanstelling van David ‘ik verplaats de Amerikaanse ambassade naar Israëls ongedeelde hoofdstad Jeruzalem’ Friedman als nieuwe ambassadeur in de Joodse staat.
Rechts Israël kon de oren nauwelijks geloven. Er wordt al hardop gespeculeerd over het definitief annexeren van de Westbank. In de wetenschap dat Trump weleens de eerste vier-jaarpresident sinds George H.W. Bush zou kunnen worden, lijkt het moment er in de geesten van de Naftali Bennetts rijp voor. Een meerderheid voor annexatie is onder de bevolking – nog – niet te vinden, maar uit een recente peiling bleek dat 62 procent van de Israëlische Joden voor uitbreiding van het aantal nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever is en 70 procent verwacht dat de nieuwe Amerikaanse president het land daarbij geen strobreed in de weg zal leggen.
Het moet gezegd, Likoed trapt hard op de rem. De minister van Regionale Samenwerking Tzachi Hanegbi noemde eventuele annexatieplannen al een ‘ramp’. Yitzhak Herzog van de progressieve Zionistische Unie, gaat een stap verder en ziet in annexatie de prelude voor een burgeroorlog zoals die in Syrië of Bosnië. De voorstanders ‘hersenspoelen de burgers met leugens’, meent Herzog in The Times of Israel. Het is volgens hem uitgesloten dat ‘de wereld zal toestaan’ dat Israël Area C (de 60 procent van de Westelijke Jordaanoever waarbinnen bijna alle Joodse nederzettingen liggen) conform Bennetts wens annexeert. Deze nederzettingen zijn naar internationaal recht – meer specifiek de Vierde Conventie van Genève en het Internationaal Gerechtshof in Den Haag – illegaal, al bestrijdt Israël dit en spreken de Amerikanen liever van ‘niet legitiem’.
Groot-Israël
De vraag moet worden gesteld of ultranationalistische Israëli’s en hun aanhangers in Europa en de VS niet kunnen of niet willen tellen. Op dit moment is ruim 20 procent van de Israëlische bevolking binnen de groene lijn van ’67 Arabisch. Dit is inclusief de populatie van Oost-Jeruzalem en de Joodse kolonisten op de Westelijke Jordaanoever. Die totale bevolking ligt op ruim 8,15 miljoen. Mocht de hele Westbank geannexeerd worden, komen daar een kleine 3 miljoen Palestijnen bij. Dit zou het percentage Joden in (Groot-)Israël in één klap terugbrengen tot onder de 60. Tel hierbij op het aanzienlijk hogere geboortecijfer van de Palestijnen en het wordt realistisch te stellen dat binnen enkele decennia na annexatie de Joden een minderheid in Israël zouden vormen (en dan laten we Gaza met zijn kleine 2 miljoen inwoners buiten beschouwing).
Het lijkt of ultranationalistische Israëli’s en hun aanhangers in Europa en de VS niet kunnen tellen
Om Israël in dat geval zijn Joodse karakter te laten behouden, zou de regering in Jeruzalem gedwongen zijn over te gaan tot massale etnische zuiveringen of het zou een apartheidsstaat worden, zonder volledige burger- en stemrechten voor de Palestijnen. Los van de morele bezwaren van beide keuzes zal de internationale gemeenschap geen van deze alternatieven accepteren. Wil Israël tot het beschaafde deel van de wereld blijven behoren dan kan het zich niet veroorloven zich te gedragen als het Zuid-Afrika van de jaren 80. Die vergelijking gaat op dit moment niet op, hoe graag de BDS-coalitie van islamitische en linkse bewegingen ook anders willen doen geloven. Maar juist politici als Bennett en zijn aanhangers van Habajit Hajehoedi (Het Joodse Huis) zouden er goed aan doen te kijken naar zowel het isolement van Zuid-Afrika als naar de enorme omwenteling die dit tot gevolg had en de demografische realiteit waarmee de blanke machthebbers zich geconfronteerd zagen.
Het is precies dat waaraan de (inmiddels oud-) minister van Buitenlandse Zaken John Kerry refereerde toen hij eind 2016 stelde dat als Israël een tweestatenoplossing blokkeert, het land Joods zal zijn of democratisch, maar ‘niet beide’. In het State Department kan men blijkbaar wel tellen. En natuurlijk wilde Kerry Jeruzalem er ook nog even aan herinneren wie wie meer nodig heeft: “Geen enkele Amerikaanse regering heeft meer gedaan voor Israëls veiligheid dan deze.” Opnieuw is het moeilijk de regering Obama op dit gebied veel te verwijten, afgelopen september – aan het einde van zijn mandaat dus – stelde de president nog eens 38 miljard dollar aan militaire hulp voor de IDF veilig, een recordbedrag. Niet voor niets noemden Joodse Democraten Obama al in 2008, aan het begin van zijn ambtstermijn, ‘de eerste Joodse president’.
Verziekte relatie
Maar op de valreep gaf Obama een signaal af aan de premier van ‘junior partner’ Israël. Conform het adagium nemo me impune lacessit (niemand beledigt mij ongestraft) stond het Witte Huis toe dat de Veiligheidsraad in de laatste dagen van 2016 de Joodse staat eraan herinnerde hoe weinig vrienden deze heeft wanneer het de voedende Amerikaanse hand bijt. Resolutie 2334 werd aangenomen nadat ambassadeur Samantha Power níét haar routineveto uitsprak en zich van stemming onthield. Het was Obama’s wraak voor de verziekte relatie met Benjamin Netanyahu van de afgelopen jaren (dat deze de actie van Power ‘beschamend’ noemde, was onzinnig – er bestaat geen regel in de Amerikaanse politiek die Washington verplicht onder alle omstandigheden het veto te gebruiken wanneer het thema Israël ter tafel komt). Maar het was meer dan dat.
De vertrekkende Amerikaanse regering beseft heel goed dat een tweestatenoplossing op dit moment dead in the water is. Zelfs als Netanyahu slim genoeg is de Westelijke Jordaanoever niet te annexeren (en dat is hij), lijkt een de jure, laat staan een de facto onafhankelijke Palestijnse staat verder weg dan ooit. Natuurlijk hebben de Palestijnen dit grotendeels aan zichzelf te wijten: de voortdurende en vanuit Ramallah gesteunde (zo niet geplande) terreurcampagne tegen Israël, het bittere conflict tussen Fatah en Hamas, het totale gebrek aan democratie bij de Palestijnse Autoriteit, de gemiste kansen op vrede wanneer de Palestijnen weer eens op het laatste moment een luid la! lieten horen… Niemand kan het Jeruzalem kwalijk nemen Mahmoud Abbas als volstrekt onbetrouwbare onderhandelingspartner te beschouwen.
Nu Trump het roer heeft overgenomen, met haviken als Kushner en Friedman in zijn kielzog, lijkt de tweestatenoplossing verder weg dan ooit. In dat licht kan Obama en Kerry’s laatste VNtrucje worden gezien als een waarschuwing: wees niet te euforisch, Bibi, er is op termijn geen andere keuze. Hetzelfde geldt voor de ‘vredesconferentie’ in Parijs van afgelopen week. Europa, de Arabische wereld, eigenlijk de hele planeet, blijft vasthouden aan een Palestijnse staat naast een Joodse. Vroeg of laat zal die er moeten komen. Misschien niet in de komende vier jaar, wanneer de Israëli’s zich mogen koesteren in de vriendschap en bewondering van de machtigste man op aarde. Maar Trump heeft als president niet het eeuwige leven, het is allesbehalve denkbeeldig dat het bij vier jaar regeren blijft voor The Donald. Israël zou er dan ook verstandig aan doen ieder vredesvoorstel dat schoonzoon Kushner uit de hoge hoed tovert om het vredesproces – dat sinds 2014, de laatste keer dat er direct met de Palestijnen werd onderhandeld, muurvast zit – met beide handen aan te grijpen. Het is hoogstwaarschijnlijk as good as it gets.