De Iraans-Joodse Sipora werd bij verstek in Iran ter dood veroordeeld vanwege haar politiek activisme. Nu, ‘veilig’ in Nederland, dreigt uitzetting.
De voorbereidingen voor Poeriem waren dit jaar wel heel erg gespannen in de Utrechtse woning van een Iraans-Joodse vluchtelingenfamilie. Op 2 maart, de dag waarop dit NIW bij u op de mat ligt, heeft de familie een afspraak met de immigratiedienst die tot nu toe heeft geweigerd om de moeder van het gezin, de zestigjarige Sipora (gefingeerde naam), asiel te verlenen.
Het zou erop kunnen uitdraaien dat Sipora terug moet naar Iran, waar een rechter in 2013 de doodstraf over haar uitsprak vanwege ‘politieke wandaden’. Sipora maakt zich zorgen en verlangt naar haar man, die nog in Teheran woont. Hier in Nederland leeft zij illegaal bij haar dochter Rebecca en kleinzoon.
Stroom aanbiedingen
Na publicaties over haar verhaal in de internationale pers ontving Sipora een stroom aanbiedingen haar te helpen, vooral van Nederlandse Joden, maar ook van niet-Joden. Een Joodse advocaat in Amsterdam bood aan haar pro deo te helpen. Hij heeft een partner die Farsi spreekt en kan helpen bij het vertalen. Een niet-Joodse familie in Utrecht bood Sipora aan bij hen te komen wonen, mocht dat noodzakelijk zijn. Invloedrijke personen binnen de Joodse gemeenschap zijn bereid hun contacten in te zetten om Sipora te helpen.
Sipora’s problemen lijken vooral veroorzaakt door een bureaucratische vergissing, of erger: discriminatie. Onder de 20.000 vluchtelingen die in 2016 in Nederland asiel ontvingen, hadden velen veel minder duidelijk bewijs dat zij in hun land van herkomst vervolgd werden. Sipora heeft een door de notaris bekrachtigde kopie van haar doodvonnis wegens ‘het schenden van de islamitische regels en de islamitische revolutie’ en ‘verzet tegen het algemene systeem’. Het lijkt een duidelijke zaak van vervolging. Sipora’s eigen dochter Rebecca kreeg politiek asiel – en later de Nederlandse nationaliteit – zonder een doodvonnis. Rebecca ontvluchtte de Iraanse hoofdstad Teheran in 2010 nadat zij een film over democratie in de islamitische republiek had gemaakt.
Geen weg terug
Sipora’s ‘misdaad’ was het onderdak bieden aan misbruikte vrouwen zonder toestemming van de regering, zegt zij zelf. Ze verliet Iran een jaar voor haar bij verstek gevelde vonnis, om Rebecca bij te staan tijdens haar zwangerschap. Nadat zij het nieuws van haar doodvonnis kreeg, besloot zij in Nederland te blijven. Er was simpelweg geen weg meer terug. Sipora gaf de vrouwen onderdak in een aantal leegstaande gebouwen, neergezet door haar echtgenoot die aannemer is en met wie zij al veertig jaar getrouwd is. Hij is nog steeds in Teheran, waar hij leeft onder het waakzaam oog van de geheime politie. Sipora maakt zich zorgen om zijn veiligheid, die in gevaar zou kunnen komen als zij zou besluiten naar Israël te emigreren en de Iraanse autoriteiten daar achter komen.
Toch heeft zij geen spijt van haar acties en zegt dat zij hetzelfde weer zou doen, ondanks de ge- volgen voor haar en haar familie. “Ik vind dat wij niet genoeg horen over de meest kwetsbare leden van de Joodse gemeenschap,” zegt de advocaat die heeft aangeboden haar te helpen, een 38-jarige Jood van Poolse afkomst. “Dus toen ik over Sipora’s zaak hoorde, dacht ik: het is tijd iets voor haar te doen.”