Abonneer op het NIW

Het opinietijdschrift en cultureel magazine in één, voor iedereen geïnteresseerd in de Joodse wereld. Abonneer nu »

Dagboek

Oeigoeren beheersen mijn geweten

Opperrabbijn Jacobs schrijft op verzoek van het Joods Cultureel Kwartier dagelijks in zijn dagboek over maatschappelijke en religieuze zaken. In deze coronatijden worden extra uitdagingen gesteld aan zijn taak. Het NIW en CIP publiceren deze stukken dagelijks.

Opperrabbijn Binyomin Jacobs 27 augustus 2019, 20:47
Oeigoeren beheersen mijn geweten

27-8-2020

Ik zit in een dubio, een gewetensconflict. Verschillende keren ben ik benaderd door iemand die aangeeft aandacht te vragen voor de Oeigoeren. Het doet me denken aan die tentoonstelling in Nijkerk over de “Redders in Nood”, een tentoonstelling speciaal voor kinderen over mensen die in de jaren ’40-’45 verzet boden met gevaar voor eigen leven.

In die tentoonstelling sta je op een gegeven moment voor drie deuren. Als je op de bel drukt van deur 1 hoor je een geluidsopname die laat horen hoe Ds. Verduin, de verzetsstrijder, aanbelt bij een lid van zijn gemeente en vraagt of dat gemeentelid voor slechts een nacht onderdak kan bieden aan twee Joden die in grote nood verkeren. Bewoner van huis 1 reageert woedend en verwijt de dominee dat hij zijn gemeenteleden in gevaar brengt. Bewoner 2 geeft aan erg graag te willen helpen, maar is bang voor onverhoopte gevolgen voor haarzelf en haar gezin. Ze durft niet. Bewoner 3 neemt de twee Joodse mannen in huis.

Oeigoeren worden in China niet erg netjes behandeld, om het maar even zeer cynisch te verwoorden. Mij wordt nu gevraagd om hen te steunen, de politiek in te schakelen, een petitie te ondertekenen. De man die mij benadert is een mij onbekende en op mijn vraag aan hem of de leadership van de Rooms Katholieke Kerk en de Protestantse Kerk in Nederland ook de petitie ondertekenen, krijg ik als antwoord het verzoek of ik hen wil benaderen. Ik kan me er eenvoudig uitdraaien door aan te geven dat ik geestelijke ben en geen bestuurder en dat het CJO, Collectief Joodse Overleg, zijn aanspreekpunt moet zijn.

Maar ja, denk ik dan, dat heeft Ds. Verduin ook niet gedaan. En zelfs als CJO al benaderd zou zijn en actie heeft ondernomen, waarom zou ik dat dan ook niet doen. Anderzijds word ik mogelijk in een politiek gesleept waarop ik echt niet zit te wachten, vraagt hij van mij actief betrokken te zijn en zegt een satanisch stemmetje in mij dat ik niet de verantwoordelijkheid op me kan nemen voor de gehele wereld. Ook weet ik niet wie die persoon is die mij benadert. Is hij wie hij zegt te zijn? In de oorlog zijn vele niets vermoedende echte verzetshelden omgekomen door intern verraad. Het knaagt aan mij, ook nadat navraag over deze wellicht zeer oprechte persoon niets negatiefs over hem oplevert. Hij komt ietwat naïef over, is naar zijn zeggen naar mij verwezen omdat ‘Jacobs overal binnen kan komen’, maar wie hem naar mij heeft verwezen weet ik niet en of hij inderdaad de Oeigoeren vertegenwoordigt is mij ook niet duidelijk. Maar dat Oeigoeren worden vervolgd lijdt helaas geen enkele twijfel.

De drie deuren in Nijkerk blijven maar in mijn gedachten bovenkomen.

Ondertussen weer een verzoek voor een rabbinale verklaring die iemand nodig heeft om lid te kunnen worden in het buitenland van een Joodse Gemeente. Op zichzelf geen probleem, alleen beschik ik niet over een goede secretariële ondersteuning die hiermee kan omgaan en ben ikzelf al maanden niet meer op kantoor geweest. Niemand die zich afvraagt hoe ik e.e.a. draaiende houd in de coronese tijden. Ook nog een hulpvraag van een gescheiden Joodse vrouw met vier kinderen die in Italië woonachtig is, geen contact meer heeft met haar man, een vriendin heeft in een van mijn zeer kleine Joodse Gemeenten en door die vriendin geadviseerd is om in die piepkleine Joodse Gemeente te gaan wonen ‘want daar kunnen haar kinderen aan het Joodse leven deelnemen en wekelijkse Joodse lessen krijgen’. Of ik het even kan regelen.

O ja, ook nog een vraag van de functionaris die belast is met de begraafplaatsen. Op een van de meer dan 200 Joodse begraafplaatsen die Nederland rijk is, stond een zieke iep. Die is gekapt en de vraag is nu wat er moet of mag gedaan worden met het hout: Op de begraafplaats laten liggen of weg laten halen. En wat te doen dan met de opbrengst van het hout als het hout wordt verkocht.

Een vriend van mij is stadarcheoloog, wordt door mij ingeschakeld bij het (sporadische) herbegraven, werkt vanwege corona van huis uit (even onduidelijk voor mij hoe een archeoloog van huis uit opgraaft!) en wil graag weten hoe de katholieken dat doen. En dus legt hij deze vraag bij mij neer, omdat hij geen bisschoppen kent. We zijn er inmiddels uit. Niet via de bisschop, want niet iedere bisschop zal zich in deze materie verdiept hebben, maar wel via een Hoogleraar die ik goed ken en die in mijn (Joodse) optiek het summum is van kennis over Rome en alles daaromheen.

En inderdaad binnen een halve dag weten de archeoloog en ik beiden hoe Rome omgaat met grafrust. Ik citeer: “Graven mogen nooit geschonden worden. Daar staan kerkrechtelijke straffen op. Maar mensen mogen wel worden herbegraven. Dat wordt niet gezien als een schending van de grafrust. Vaak gebeurt dat bij mensen die worden zalig- of heiligverklaard. Als dat is gebeurd, wordt het stoffelijk overschot vaak overgebracht (translatio) naar een altaar, waar het onder de altaarsteen wordt bijgezet.” Interessant om te weten, maar of deze kennis past in het dagboek van een rabbijn betwijfel ik ten zeerste.

Dit is een persoonlijk dagboek van de opperrabbijn en valt buiten de verantwoordelijkheid van de redactie.

Abonneer op het NIW

Abonneer nu!
Tags dit artikel heeft geen tags
Opmerkingen (0)
Plaats opmerking

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *