Het Drents Museum opende vorige week een grote tentoonstelling rond de Dode Zee-rollen. ‘Voor het eerst in Nederland te zien!’ Maar zagen we ze niet vorig jaar al in de Nieuwe Kerk in Amsterdam? Onrust in museumland.
Door Jaron Beekes
Het was een van de belangrijkste archeologische vondsten van de 20e eeuw: In 1947 stuitte een groep verdwaalde herders in een grot in Qumran, vlak bij de Dode Zee, op een aantal eeuwenoude perkamentrollen. Die bleken een schat aan informatie te bevatten over verschillende Joodse groeperingen rond het begin van de gebruikelijke jaartelling. In het Israel Museum in Jeruzalem wordt een deel van de kwetsbare fragmenten tentoongesteld in een speciaal daarvoor gebouwd heiligdom, The Shrine of the Book. Zelden worden ze uitgeleend. Het is dus bijzonder dat een internationaal klein museum als dat in Assen zo’n zestien fragmenten mag laten zien.
De vraag is alleen hoe bijzonder. Volgens de EO worden de Dode Zee-rollen voor het eerst in Nederland getoond. De NOS berichtte dat de teksten ‘voor het eerst sinds lange tijd’ in Europa te zien zijn, dat werd overgenomen door RTV Drenthe. Maar in januari 2012 was er bij de Jodendom– tentoonstelling in De Nieuwe Kerk in Amsterdam ook al een stuk van de Dode Zee-rollen te zien. Hoe zit het nou? Ellen ter Hofstede, hoofd communicatie van het Drents Museum: „In Amsterdam was inderdaad één fragment van de Dode Zee-rollen te zien. Wij hebben in totaal zestien fragmenten, met een hele tentoonstelling daaromheen. Het is voor het eerst in twintig jaar dat zoiets in Europa gebeurt. Sterker nog, deze specifieke fragmenten zijn nooit eerder in Europa tentoongesteld.” De rollen die tot medio oktober in het Drents Museum worden getoond bevatten onder meer teksten uit Genesis, een psalm, Job, en een apocrief stuk uit Daniël.
„Het f ragment in D e Nieuwe K erk w as afkomstig uit het Israel Museum en gaat vaker op reis,” zegt Ter Hofstede. „Onze documenten zijn van de Israel Antiquities Authority. Deze worden ook in Israël zelden tentoongesteld, laat staan uitgeleend.” Dat dat nu wel aan Assen gebeurt heeft er alles mee te maken dat vlakbij, in Groningen, het Qumran Instituut is gevestigd. Dit doet als een van de weinige instanties ter wereld onderzoek naar de Dode Zee-rollen, en heeft bovendien publicatierecht over delen ervan. Ter Hofstede: „Er is zelfs een grot in Qumran de ‘Dutch Cave’ genoemd!”
Primeur
Het Drents Museum is vier jaar bezig geweest deze bruikleen voor te bereiden. Hoe heeft de Nieuwe Kerk hen toch nog voor kunnen zijn? Ter Hofstede: „Je moet als land een zogeheten ‘immunity of seizure’ hebben, een garantstelling dat alle fragmenten weer ongeschonden terugkomen. In het kielzog van onze onderhandelingen daarover ging de Nieuwe Kerk mee. Zo konden zij dat fragment laten zien. Wij misgunnen niemand een primeur, maar het was wel jammer voor ons.”
Paul Mosterd, van De Nieuwe Kerk: „Wij werken als tentoonstellingsruimte op veel kortere termijn dan grote musea. Die zijn jaren bezig een expositie voor te bereiden, wij doen dat in maanden. Waarschijnlijk had het Drents Museum de bruikleen al rond toen de Nieuwe Kerk erdoorheen kwam fietsen. Maar het is toeval dat deze tentoonstellingen zo dicht op elkaar zitten.” „Er is altijd wel concurrentie tussen musea over dit soort grote onderwerpen,” zegt Mosterd. „Maar we hebben geen last van elkaar. Misschien dat door onze tentoonstelling het publiek zelfs is opgewarmd om nu naar Assen te gaan.” Daar denkt Ellen ter Hofstede van het Drents Museum anders over: „De Nieuwe Kerk ging heel breed over het jodendom. Wij spitsen ons toe op het onderzoek naar de Dode Zee-rollen en het ontstaan van het vroege christendom. Het is een totaal andere invalshoek.”