Onverschrokken communiste
NSB’ers neerschieten, archieven opblazen en andere heldendaden, daaraan denken we bij het woord ‘verzetsheld’. Naast die van Hannie Schaft, het ‘meisje met het rode haar’, weten we amper de naam van een verzetsvrouw te noemen. Volgens de huidige schatting bestonden de verzetsnetwerken in de Tweede Wereldoorlog echter voor een derde uit vrouwen. Tijdens de oorlogsjaren werkten verzetsman en -vrouw als gelijken, zij aan zij. Na die breuk met traditionele rolpatronen konden vrouwen na de bevrijding terug de spreekwoordelijke keuken in, terwijl mannen vaak met de eer streken. Het vaak door vrouwen uitgevoerde ‘verzorgend verzet’ als hulp aan onderduikers werd, hoe risicovol ook, niet als ‘echt’ verzetswerk gezien.
In het recent verschenen Verzetsvrouwen, een onderbelichte geschiedenis schetsen Agnes Cremers en Mark Bergsma de portretten van tien verzetsvrouwen uit verschillende milieus. Zoals dat van de Joodse, communistische Rosa Boekdrukker-Hirsch. Zij werd in 1908 geboren in een orthodox gezin in het Pruisische (nu Poolse) kustplaatsje Ostrowo. De familie vluchtte voor pogroms en kwam via Berlijn in 1933 in het Brits mandaatgebied Palestina terecht. Daar ontmoette Rosa de Nederlander Nico Boekdrukker, trouwde met hem en ging eind jaren 30 met hem mee naar Amsterdam.
In Nederland begon het huwelijk te wankelen en de twee gingen uit elkaar. Via vrienden in het communistische circuit kwam Hirsch terecht in de hoogste rangen van de illegale Communistische Partij Nederland (CPN). Als verbindingspersoon van hoofd Jaap Brandenburg stond ze in contact met zes ‘secties’ (buurten) in Amsterdam. Hirsch gaf politieke nieuwsberichten door en was verantwoordelijk voor de distributie van de illegale kranten De Waarheid, De Vonk en Het Signaal. Ook zamelde ze geld in voor partijgenoten die moesten onderduiken.
Tuchthuis
In de Februaristaking van 1941 speelde Rosa Hirsch een grote rol. De stencilmachines die de pamfletten met de tekst ‘Staakt!!! Staakt!!! Staakt!!!’ produceerden, liet ze op volle toeren draaien en ze trok naar scholen, werkplaatsen en fabrieken – waaronder textielfabriek Hollandia-Kattenburg – om mensen te stimuleren mee te doen. Ze werd verraden en op 9 april kreeg ze bezoek van twee Nederlandse rechercheurs. Urenlang werd de verzetsvrouw verhoord in de gevangenis aan de Weteringschans. Ze bleef vier weken opgesloten en kreeg minimaal eten en drinken, maar liet niets los.
Daarna maakte Boekdrukker-Hirsch in het Oranjehotel deel uit van de groep CPN-leden die in het ‘communistenproces’ werden berecht. Van heinde en verre kwamen mensen om de 22 communisten te steunen door om de auto’s heen te zwermen waarin de verdachten naar de rechtbank werden vervoerd. Het was duidelijk dat Rosa in de kern van de groep zat, maar de doodstraf kreeg ze niet. Wel werd zij veroordeeld tot tien jaar opsluiting in vrouwentuchthuis Anrath in Duitsland. Hoewel de Joodse gevangenen eigenlijk op transport moesten, liet de directrice hen in het geheim in Anrath blijven. Nadat het tuchthuis was ontruimd, belandde Rosa acht dagen voor de bevrijding door de Britten in Bergen-Belsen. In juni 1945 kwam ze terug in Amsterdam.
Hertrouwd
Nadat ze aangesterkt was, keerde Hirsch in 1947 terug naar Palestina. Na tien jaar zag ze daar haar ouders terug; het leek of haar vader op haar gewacht had, want hij overleed vier weken later. Ze hertrouwde met Wolf Wolffs en werd op haar 43e moeder van zoon Abraham Arje. Het communisme liet ze achter zich, ook vanwege de negatieve blik van de Sovjet-Unie op Israël. In 1982 overleed Rosa Hirsch in Nederlands bejaardentehuis Beth Juliana in Herzlia, 73 jaar oud.
Twaalf jaar later werd vlak bij haar vroegere huis in Amsterdam een basisschool naar haar vernoemd. Rosa’s zoon Abraham kwam de school openen. Hij was compleet verrast: nooit had zijn moeder hem iets verteld over haar verzetswerk. Nadat hij haar papieren onder de loep had genomen, schonk hij ze aan het archief van het Ghetto Fighters’ House in Israël.

Agnes Cremers en Mark Bergsma,
Verzetsvrouwen. Een onderbelichte geschiedenis. Alfabet 2025, 288 p., € 23,99, e-boek € 12,99
________________________________
Heldin in het hart van Fries verzet
Leaver dea as slaef, ‘liever dood dan slaaf’ is de lijfspreuk van de Friezen, toegeschreven aan hun zestiende-eeuwse volksheld Grutte Pier. Die onverzettelijkheid zien we terug in Ruth de Jonge, die zich in de Tweede Wereldoorlog ontpopte als verzetsheldin. Ruth ging niet mee met haar Leeuwardense familie in de onderduik. Met valse papieren trok ze in bij het gezin van verzetsman Krijn van den Helm in de Beetgumerstraat in de Friese hoofdstad. De Jonge had geen al te opvallend Joods uiterlijk en met haar nieuwe naam Annie Klarendijk was ze niet snel als Jodin herkenbaar. Onverschrokken nam ze deel aan het verzetswerk voor de ‘KP’, de knokploeg. Samen met fabriekseigenaar Harm Kingma werd Van den Helm aangewezen om Joodse kinderen die door Amsterdamse studenten naar Friesland gesmokkeld waren, een onderkomen te geven.
De Jonge verleende hulp door namenlijsten samen te stellen en distributiebonnen te leveren aan de gezinnen die opvang boden. In het ziekenhuis ging ze aan de slag als verpleegster, om met daar opgenomen gewonde verzetsleden in contact te blijven. Verkleed als vroedvrouw noteerde ze op straat de nummers van Duitse wagens, zodat de Britten de nazi’s in de gaten konden houden.
Dienstmeisje
Koerierster Esmée van Eeghen, die samenwerkte met Van den Helm en De Jonge, werd verraden en vastgehouden in het Scholtenhuis, het SD-hoofdkwartier in Groningen. Ze stuurde een brief naar Van den Helms ouderlijk huis in Amersfoort. Verzetslieden vermeden doorgaans hun ouderlijk huis om hun familie niet in gevaar te brengen. Het leek een veilige zet, maar het spoor van de brief werd gevolgd. Van den Helm bleek in Amersfoort te zijn, maar bij zijn schoonouders. Een SD’er wist hem te vinden en schoot hem dood. De Jonge stond op dat moment achter hem op de trap. Ze deed zich slim voor als dienstmeisje en ruimde Krijns bloed op.
Ruth keerde terug naar Friesland met Van den Helms zwangere vrouw Jopie, hun zoon Krijntje en het Joodse onderduikkind Donsje. De vier doken onder bij de familie Kingma in Bakhuizen. Esmée werd in september 1944 doodgeschoten. Na de bevrijding werd Krijns lichaam in een massagraf teruggevonden. Hij kreeg een erebegrafenis in aanwezigheid van de overlevende Friese verzetslieden. Ruth de Jonge trouwde in 1946 met de Joodse Max van Dam en kreeg met hem een dochter en een zoon. Toen Max’ zus – zijn enige overlevende familielid – naar Amerika emigreerde, wilde hij mee. Met Ruth en de kinderen kwam hij in 1953 aan in de Verenigde Staten.
Vergetelheid
Over de oorlog werd volgens Ruths dochter Rachel thuis niet gesproken. In haar moeders laatste jaren trok Rachel bij haar in als mantel-zorgster. Jarenlang had Ruth nergens last van, maar met het ouder worden kwamen de nachtmerries. Soms kwam er een kind aan de deur dat zijn of haar leven aan De Jonge te danken had.
Ruth de Jonge bevond zich in het hart van het Friese verzet en werkte nauw samen met belangrijke verzetsmensen. Toch raakte ze in de vergetelheid. Daar komt nu verandering in, want De Jonge is erkend als verzetsheldin. Haar nichtje Friedi de Jonge uit Amstelveen zet zich daar voor in. Op 30 mei 2023 vernoemde de gemeente Leeuwarden een straat naar haar, het bord werd onthuld in bijzijn van haar zoon, kleindochters en burgemeester Sybrand van Haersma Buma. Het in 2024 verschenen boek Vrouwen van het Friese verzet besteedt aandacht aan Van Dam-De Jonge. Bovendien zal er in 2027 een boek verschijnen van het Koninklijk Fries Genootschap over de tweehonderd grootste vrouwen van Friesland uit de afgelopen twee eeuwen. Tussen de namen zal, geheel terecht, ook die van Ruth van Dam-de Jonge prijken.

Hessel de Walle, Vrouwen van het Friese verzet. Gevecht op vele fronten. Wijdemeer 2024, 400 p., € 35
2 reacties
mijn moeder Roosje de Leeuw heeft vele gered door onderdak te bieden aan onderduikers
Zie gezichten van joods verzet
Evelina
Mooi dat jullie aandacht aan Ruth de Jonge schenken. Vandaag mocht ik over haar vertellen op de Open Joodse Huizen in Leeuwarden. En daarnaast vertellen we graag over haar op onze stadswandelingen in Leeuwarden.
Dat Esmee van Eeghen een brief stuurde waardoor Krijn van den Helm is ontdekt is inmiddels wel weerlegt dat dat niet klopt. Lees daarvoor ook het andere boek van Hessel de Walle over Esmee van Eeghen.