Twee zeshonderd jaar oude exemplaren van de ‘Ethiopische Tora’ zijn de opvallendste vondsten van een onderzoeksteam van de Universiteit van Tel Aviv. Het team ging een jaar geleden op zoek naar edities van de Orit, de Tora-versie van de Ethiopisch-Joodse gemeenschap Beta Israël. De gemeenschap is nagenoeg in zijn geheel naar Israël geëmigreerd, inclusief de heilige boeken die geschreven zijn in het Ge’ez, een Semitische taal die alleen gebruikt wordt in hun liturgie.
De twee orits uit de vijftiende eeuw zijn de oudste Joodse manuscripten die tot nu toe in het bezit van de Beta Israël-gemeenschap zijn aangetroffen. Uit familiebezit doken ook twee orits uit de achttiende eeuw op, plus dertien andere oude geschriften. Ze blijven in bezit van de families, maar werden onlangs voor het eerst aan het publiek getoond.
Het Orit Guardians Masterprogramma werd ongeveer vijf jaar geleden opgericht, met als doel het bestuderen, behouden en digitaliseren van het religieuze erfgoed van het Ethiopische Jodendom. Onder leiding van hoogleraar Dalit Rom-Shiloni bezoekt het team gemeenschappen om te zoeken naar manuscripten en onderhoudt het contact met de oudere kesiem, de religieuze leiders in de gemeenschap. Van hen zijn er nog maar twintig die ingewijd zijn in Ethiopië. De kesiem helpen ook met de interpretatie van de teksten.