Vorige week donderdag opende het Anne Frank Centrum haar deuren op Manhattan, met als buur een islamitisch centrum.
Auteur: David Hammelburg
“Het wordt de hoogste tijd dat ze ons eindelijk serieus nemen,” zegt de onvermoeibare 99-jarige Jaap Polak, erevoorzitter van het Anne Frank Center USA (AFC), bij de opening van het nieuwe kantoor en museum in het zuidelijke puntje van Manhattan. „Dit is het indrukwekkende resultaat van 35 jaar keihard werken, en geeft ons als organisatie de erkenning die ons toekomt. Ik herinner me hoe ik in de begintijd uit eigen zak het geld in de kas stortte om de salarissen te betalen.”
AFC is partner van het Anne Frank Huis en werd in 1959 door Otto Frank in New York opgezet om fondsen te werven. In 1977 verbreedde de organisatie haar werkterrein met een educatieve afdeling, met als doel Anne Franks erfgoed in te zetten om nieuwe generaties de gevaren en gevolgen van intolerantie te tonen. Polak werd 35 jaar geleden voorzitter, en heeft sindsdien naar schatting 30.000 tot 40.000 schoolkinderen toegesproken. De middelen zijn, onder meer, zeven tentoonstellingen die een rondreis maken langs scholen en musea kriskras door de Verenigde Staten. Verder worden bezoeken georganiseerd aan lagere en middelbare scholen in arme buurten van New York, waar kinderen hun eigen dagboek schrijven. Er zijn beurzen voor studenten en een dagboekproject voor volwassenen in gevangenissen.
Na een aantal verhuizingen naar steeds weer andere locaties – de laatste op de vijfde verdieping van een onopvallend gebouw in de wijk Soho – is het AFC nu eindelijk gevestigd in een ruimte die groot genoeg is om de eigen, permanente tentoonstelling te tonen, op de begane grond, vlak bij Ground Zero. Bezoekers krijgen nogal wat nieuwigheden te zien, zoals interactieve elementen, foto’s, een filmarchief en interviews met Miep Gies en Otto Frank, fragmenten uit het dagboek en een replica van Anne Franks slaapkamer op haar onderduikadres. Het tweede deel van de permanente expositie, dat deze zomer af is, bevat thema’s als Westerbork en Bergen- Belsen.
Imam
Het hoogtepunt van de openingsceremonie was een emotionele toespraak van Jaap Polak, ten overstaan van lagere schoolleerlingen uit de Bronx, parlementsleden uit New York, allerhande bekende Amerikanen en een horde journalisten. Als overlevende van Bergen-Belsen en drager van een Koninklijke onderscheiding, zei Polak, zich rechtstreeks richtend tot de kinderen: „Wij overlevenden kunnen zwijgen. Mijn vrouw Ina en ik besloten te spreken. Er komt een dag, misschien over twintig of dertig jaar, waarop het jullie beurt wordt om voor ons te spreken. Jullie zullen dan vertellen dat je hier vandaag was.”
Op de vraag waarom het verhaal van Anne Frank na meer dan zestig jaar nog steeds belangrijk is, antwoordt Yvonne Simons, algemeen directeur van het AFC: „Omdat je praat over een jong kind en de onschuld van dat kind. De mensen begrijpen dat, vooral jongeren.” Wat tijdens de opening zeker niet onopgemerkt bleef was de aanwezigheid van het hoofd van Park 51, het controversiële Islamitische Gemeenschapscentrum – en de nieuwe buur van het AFC – dat vorig jaar pogingen deed om naast Ground Zero een moskee te bouwen. Ook aanwezig was imam Talib ‘Abdur-Rashid, voorman van de Islamitische Leiderschapsraad van New York. „Deze hele wijk wordt nu een steunpunt om ons te herinneren aan het voortdurende belang van tolerantie,” zei hij, en voegde eraan toe dat het AFC onderwijs en verlichting zal brengen.
Smeltkroes
Nergens anders dan in New York, ’s wereld grootste smeltkroes, kon een gebeurtenis zoals deze worden bijgewoond door een caleidoscoop van etniciteiten: van een Joods parlementslid tot een Aziatisch, vrouwelijk gemeenteraadslid, en van zwarte en Latino scholieren tot een zwarte imam. Polak vatte het samen in een duidelijke boodschap aan het ‘hoofdkantoor’: „Ik zeg voortdurend tegen het Anne Frank Huis in Amsterdam dat onze aanwezigheid in New York belangrijker is dan waar ook ter wereld, want dit is Amerika.”
In de Verenigde Staten – en in New York in het bijzonder – is volgens Polak niet alleen de belangstelling overweldigend, maar vooral toekomstig succes verzekerd, juist omdat iedere burger dagelijks te maken heeft met onderwerpen als afkomst, ras en tolerantie.