Afgelopen zondag vond in het JHM een bijzondere bijeenkomst plaats waarbij ruim dertig vooraanstaande vertegenwoordigers uit Joods Nederland aanwezig waren, van jong tot oud, van Ed van Thijn en Ronny Naftaniel, Dayan Evers, Dani‘l de Swaan en David Beesemer tot Jacques Coronel, Petra Katzenstein en Ernst Numann, en vele anderen. Beesemer noemde het later: ‘Het Nederlands-Joods Parlement’. Dit initiatief van Jaap Meijers en Esther Voet, dat de werktitel Joods Platform Nederland (JPNL) meekreeg, had tot doel te inventariseren waar de communicatie tussen Joodse instellingen onderling en de communicatie naar niet-Joods Nederland zou kunnen verbeteren. Dit vanuit de zorg dat Joods Nederland bestaat uit te veel onafhankelijk functionerende, naar binnen gekeerde eilandjes, waardoor wij als bevolkingsgroep de kans voorbij laten gaan om daar waar mogelijk eendrachtig op te treden.
Daarnaast werd gekeken of er ruimte was voor een duidelijker stem van ‘gematigd Joods Nederland’ ten aanzien van het conflict in het Midden-Oosten en hoe de kloof tussen de oudere en de jongere generatie in de diverse besturen, kan worden verkleind.
Aanwezigheid was ˆ titre personnel en ook werd aan het begin van de bijeenkomst duidelijk gesteld dat dit niet de plek was voor een religieus debat. Tijdens de inventarisatie/brainstorm kwamen diverse meningen en idee‘n naar voren. Marleen Stoffer verklaarde dat het uitgangspunt ten aanzien van communicatie onderling vooral draaide om tolerantie en respect en dat dat nog wel eens vergeten wordt. Harry van den Bergh zei tevreden te zijn met de manier waarop Joods Nederland zich ontwikkelt. Het is niet het streven van de initiatiefnemers om weer een ‘nieuw Joods clubje’ op te zetten maar meer om de bestaande instanties te ondersteunen. In dat kader maakte Ernst Numann een belangrijke opmerking: „Er lijkt behoefte aan twee zaken – mentoren die hun kennis kunnen overdragen aan de jongere generatie en ambassadeurs die op rationele wijze met diverse partijen in het land in contact kunnen treden.” Deze ambassadeurs zouden met goed afgewogen en onderbouwde standpunten in discussie kunnen gaan met media en instanties en niet op de vaak primaire of emotionele manier waarop dat nu gebeurt. Ook werd een financi‘le vergelijking gemaakt tussen een organisatie als bijvoorbeeld ICCO en hun ondersteuning aan Electronic Intifada en het CIDI. Het budget bij eerstgenoemde loopt in de miljoenen; pro-Palestijnse instanties worden vaak via via gesubsidieerd. Het CIDI moet het doen met een jaarlijkse, ongesubsidieerde begroting van tussen de zes en zeven ton.
Naar aanleiding van de tijdens deze bijeenkomst geponeerde stellingen en reacties daarop zullen de deelnemers binnenkort kunnen stemmen over de richting die de denktank opgaat. Daarnaast is tussen de initiatiefnemers en voorzitter van het CJO, Willem Koster, afgesproken om binnenkort om de tafel te gaan zitten en verder uit te werken hoe ondersteuning gestalte kan krijgen.