Vanuit een nieuwe uitvalsbasis in de Leidsestraat gaan binnenkort chabadniks de straat op om Joodse toeristen aan te spreken. „Men vindt het fijn om op reis iets Joods te herkennen.”
Rabbijn Akiva Camissar is al een tijdje bezig. Drie jaar geleden kwam de Israelische rabbijn van Chabad als sjaliach, afgevaardigde, naar Nederland. Zijn taak: religieuze diensten bieden aan Joodse toeristen in Amsterdam en in Nederland woonachtige Israëli’s, groepen die doorgaans weinig aansluiting vinden bij Nederlandse instituties. Zo nodigt hij wekelijks gasten bij hem thuis uit voor de sjabbatmaaltijd. Daar kwamen later internationale kabbalat sjabbatdiensten in de Gerard Dousynagoge bij. Bovendien is er een website waarmee Camissar toeristen helpt bij het zoeken naar kosjere restaurants of synagoges. Maandelijks heeft de site zo’n drieduizend bezoekers. Binnenkort worden Camissars activiteiten uitgebreid met een Chabadhuis in hartje Amsterdam, op de hoek van de Leidsestraat en de Kerkstraat. Na Pesach moet het nieuwe centrum, dat zich boven kledingwinkel Replay bevindt, zijn deuren openen. „We waren al lange tijd op zoek naar een ruimte in het centrum en hebben nu de perfecte locatie gevonden,” zegt Camissar. „Het is midden in de stad, maar wel een plek waar je ook gezinnen naartoe kunt sturen, een schone plek. In het gebied rond de Dam is dat misschien anders.” In het centrum kunnen mensen binnenlopen voor een kop koffie (vanwege het ontbreken van een horecavergunning niet meer dan dat). Ze kunnen er ontspannen, tefilien leggen of sjabbatkaarsen krijgen. Medewerkers van Chabad helpen er toeristen die op zoek zijn naar Joodse bezienswaardigheden. „Men vindt het fijn om op reis iets Joods te herkennen. Ook mensen die nooit naar sjoel komen,” zegt opperrabbijn Binyomin Jacobs, leider van Chabad in Nederland. „Als de mensen ons zien staan, komen ze meestal wel naar ons toe. Maar we spreken toeristen ook actief op straat aan.”
Onemanshow
Akiva Camissar is de afgelopen jaren actief geweest om Chabad zichtbaar te maken in het straatbeeld. „Tot voor kort was het een onemanshow,” lacht hij. „Ik deed alles in mijn eentje. Voor Chanoeka had ik een Canta-wagentje met een menora op het dak. Met Soekot reed ik rond met een soeka op een fiets. Maar binnenkort komt een aantal jongeren uit Israël om te helpen bij het Chabadhuis.” Het nieuwe centrum is niet het enige dat Chabad de laatste tijd heeft ondernomen. Sinds enige tijd bevindt zich in het gebouw van het Joods Cultureel Centrum (JCC) in Buitenveldert de zogeheten Chabad on Campus Lounge. De lounge, die wordt geleid door Binyomin Jacobs’ zoon, rabbijn Yanki Jacobs, richt zich op internationale Joodse studenten. Er worden sjabbatmaaltijden gehouden en er zal een grote seider worden georganiseerd. Binyomin Jacobs: „Je hebt wel studentenvereniging IJAR. Dat is gezellig, voor feestjes enzovoort. Maar dit is intellectueel, voor studenten in de breedste zin des woords.” Het is voor het eerst dat Chabad, een organisatie die wereldwijd bekendstaat vanwege dit soort outreach-activiteiten, zelfstandig in Nederland opereert. Toen de organisatie zich in 1967 in Nederland vestigde, werd afgesproken dat Chabad zo veel mogelijk zou werken binnen de bestaande Nederlandse orthodox-Joodse instituties, als NIHS en NIK. Op die manier zou men elkaar niet in de weg zitten. Nu wordt dus gebroken met dat uitgangspunt. Opperrabbijn Jacobs: „Omdat er niets was voor studenten, toeristen en Israëli’s, vullen wij dat gat op. Niet om de strijd aan te gaan met bestaande organisaties. Het feit dat Chabad on Campus in het gebouw van het JCC zit toont dat al aan. We zijn hier om te bouwen, niet om te breken.” Ook Eron Wolf, voorzitter van de Joodse Gemeente Amsterdam (NIHS) ziet de nieuwe, zelfstandige activiteiten van Chabad niet als concurrentie. „Wij kunnen natuurlijk niet de gelden van onze leden inzetten om veel te bieden aan toeristen in het centrum van Amsterdam, of andere grote groepen niet-leden,” aldus Wolf. „Als Chabad toeristen en Israëli’s kan aanspreken op een religieuze manier, waar wij niet voldoende voor kunnen zorgen, is dat alleen maar toe te juichen.” Rabbijn Akiva Camissar is van plan op korte termijn ook een Chabadhuis voor de Israëlische gemeenschap in Amstelveen op te richten. Hij is daarvoor zelfs speciaal van Amsterdam naar Amstelveen verhuisd. „Er is al een Chabadhuis in Buitenveldert,” vertelt hij, „met veel sjioeriem en bar mitswa-lessen, mijn vrouw onderneemt elke maand damesactiviteiten. Dat willen we in Amstelveen ook doen.” Jacobs: „Veel Israëli’s willen nergens lid worden, dus proberen we ze op een andere manier te binden. Letterlijk, met tefilien, maar natuurlijk vooral figuurlijk.”