Uiteraard bleven recente antisemitische gebeurtenissen niet onbesproken tijdens de Chanoekavieringen in ons land. Gelukkig waren er ook unieke lichtpuntjes met sprekers die geen blad voor de mond namen.
Het Amsterdamse Scheldeplein, zondagavond zes uur. Een vrouw in een haringkar kijkt wat vertwijfeld naar het grote aantal mensen dat zich voor bowlingbaan Knijn en haar stalletje heeft verzameld. Veel jonge gezichten, maar ook de bekende jobo’s als Ron van der Wieken en David Goudsmit van het CJO, honorair consul van Israël John Manheim met zijn vrouw Sonja en Harry van den Bergh. Ook interim burgemeester Jozias van Aartsen is van de partij. De meeste aandacht gaat uit naar vicepremier Carola Schouten, minister Ferdinand Grapperhaus van Justitie en Veiligheid, hoofdcommissaris van de Amsterdamse politie Pieter-Jaap Aalbersberg en luitenant-generaal Harry van den Brink, commandant van de Koninklijke Marechaussee. De laatste twee zijn namens de Joodse jeugd uitgenodigd door rabbijn Yanki Jacobs van Chabad on Campus. Ze willen een gebaar maken naar politie en marechaussee als dank voor het feit dat ze al jaren Joodse instellingen en scholen bewaken. Die dank wordt uitgedrukt in de vorm van twee kristallen chanoekiot. Het is de zesde dag van Chanoeka. Rabbijn Vorst, die de aanwezigen toespreekt, wordt een hoge ladder opgeholpen om een van de lichtjes aan te steken. Als de kleine, fragiele rabbijn een poging waagt, staat het publiek even doodsangsten uit. Yanki Jacobs handelt resoluut, klimt op de ladder en steekt gedecideerd de lichtjes aan.

v.l.n.r.: Henriëtte van Aartsen-Warsen, VVD-buitenlandwoordvoerder Han ten Broeke en Gideon Lustig,
tweede man op de Israëlische ambassade
Een brandende chanoekia in de openbare ruimte, op het Scheldeplein, het kan nog steeds. Net zoals in al die andere plaatsen waar afgelopen week de chanoekiot werden aangestoken. De grootste stond in Lelystad. Het was zelfs de grootste van de wereld, zo werd gezegd. Met dank aan Christenen voor Israël.
Op zijn fietsje: de vlag van Israël
De bijeenkomst op het Scheldeplein is politiek beladen. Carola Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, neemt het woord. Je kunt een speld horen vallen. Ze vertelt over een jongetje dat, net terug van zijn vakantie in Israël, in zijn woonplaats met een Israëlische vlag op zijn fiets rondrijdt en hoe mensen om het mannetje heen zich zorgen maken. Met een Israëlische vlag rondrijden maakt je kwetsbaar, zo verhaalt zij. Verstandiger is dat niet te doen. Het jongetje, trots op de vlag die hij kreeg van zijn oma en opa uit Israël, begrijpt dat niet. Hem wordt uitgelegd dat je dezer dagen met alles wat met Israël en Joden te maken heeft, risico loopt op felle reacties. Schouten onderstreept in haar speech het belang van de veiligheid van de Joodse gemeenschap: “Daar waar uw veiligheid in het geding is, is onze samenleving in het geding.” Ze roept op tot vastberadenheid en het verspreiden van licht en hoop: “Die vastberadenheid wens ik ons allen toe, en ook dat jongetje die inmiddels een stoere man aan het worden is. Dat jongetje, dat is mijn zoon.”
Over woede en terreur
Ook Ferdinand Grapperhaus heeft zijn agenda vrijgemaakt om hier te zijn. De minister is onder vuur komen te liggen omdat het Openbaar Ministerie slechts inbraak en vernieling ten laste heeft gelegd aan de verdachte die huishield in restaurant HaCarmel. Voormalig CIDI-directeur Ronny Naftaniel boycot de bijeenkomst zelfs. Maar Grapperhaus duikt niet weg. Hij is er, met keppeltje op, wordt welkom geheten door het publiek en benadrukt zijn solidariteit met de Joodse gemeenschap. De duidelijkste woorden over de druk waaronder
de Joodse gemeenschap staat, worden uitgesproken op De Dam in Amsterdam. Daar spreekt donderdagavond 14 december VVD-buitenlandwoordvoerder Han ten Broeke. Hij ergert zich, en velen met hem, bont en blauw aan personen in de politiek en de media die de aanval op HaCarmel bagatelliseren en wijten aan ‘die actie van Trump om Jeruzalem als hoofdstad van Israël te erkennen’. Ten Broeke refereert daarbij aan het bezoek dat hij 7 december, de dag van de aanval, aan het restaurant bracht: “Ik gebruikte vorige week de maaltijd bij HaCarmel omdat ook ik voel dat de Joodse gemeenschap telkens opnieuw en volstrekt willekeurig wordt aangevallen als de staat Israël op een scherpe manier in het nieuws komt. Teveel synagogen, teveel scholen, teveel ondernemers, hier in Amsterdam, maar ook in Den Haag of Rotterdam en zelfs al in Twente – waar ik woon – leven in vrees, in angst getroffen te worden door woede die telkens weer Israël als excuus heeft of zegt te hebben. Ik noem het ‘de smoes van Israël’. Het is niet alleen de woede die door Arabische leiders in deze dagen wordt verkondigd, of waarin islamistische terreurorganisaties een nieuwe aanleiding zien om hun eerste impuls te volgen: raketten afvuren, terreur en angst zaaien, nee, het is de woede en het fanatisme dat ruim baan krijgt omdat het zich nestelt in de meest open, ontvankelijke en vredelievende van alle samenlevingen – liberale democratieën hier in het Westen, in Nederland, in Amsterdam. De glazen pui van een restaurant, een brandbom in de synagoge in Gotenburg, een supermarkt in Frankrijk. Die terreur kunnen we bestrijden door onze collectieve wetten en door individuele weerstand.”
Nooit meer goedsmoezen
“Maar wat ik erger vind, is het gemak waarmee de woede die tot deze terreur leidt wordt goedgepraat. Niet de dader of zijn motieven tellen. Nee, die worden vergoelijkt: ‘Dit is het gevolg van Trumps besluit’, of het zijn ‘veto’s van Amerika in de VN-Veiligheidsraad’, de ‘voortgaande bouw van nederzettingen’, of ‘de bezetting van Palestijns land’. […] Als virulent antisemitisme en moslimextremisme niet de daders wordt aangerekend, maar de oorzaak van hun motivatie, dan zitten we op een gevaarlijke glijdende schaal, waarbij geweld of intimidatie worden genuanceerd, zodra er maar een conflictgebied is dat tot frustratie leidt. Maar Tibetaanse restaurants worden niet beveiligd, net zomin als Eritrese of Bengaalse of Sudanese eethuizen, of een koffiehuis uit de Kasjmir. Joodse instellingen wel. En de Joden zijn hier niet slechts veertig jaar, maar maken al vierhonderd jaar vreedzaam deel uit van de Nederlandse samenleving. Desondanks lijkt het alsof er nooit genoeg politiecabines kunnen worden geplaatst of genoeg kan worden gepatrouilleerd. Onze rechtsstaat is reactief. Maar wij zijn dat niet. Wij kunnen hier en nu zeggen dat we niet accepteren dat de Joodse gemeenschap hier een doelwit is omdat alles rondom Israël omstreden is. Het Israëlisch-Palestijns conflict is echt, maar hier is het een fantoomoorlog, een proxy fight. Israël – hoe je er ook over denkt – is geen acceptabele smoes om in Nederland geweld te gebruiken en ook niet om het te vergoelijken of goed te praten… te goedsmoezen.”
De uitspraken hadden veel betekenis, ook omdat D66-minister Kajsa Ollongren bij WNL op Zondag precies dat leek te doen: goedsmoezen, want we moesten, zo stelde ze, die onrust toch zien in het licht van Trumps uitspraken.
De moslima en de rabbijn
Misschien wel de opvallendste spreker tijdens de Chanoekabijeenkomsten was Soumaya Sahla, zondagavond in Utrecht. Sahla werd door haar mentor Frits Bolkestein aangekondigd als de-radicaliseringsexpert, ervaring die zij had “opgedaan in een vorig leven.” Sahla bevond zich jarenlang in radicaal islamistische kringen en was de eerste vrouwelijke Nederlandse terreurverdachte. In de gevangenis leerde zij gevangenisrabbijn Heinz kennen, met wie ze een bijzondere band opbouwde. Hij bracht haar kennis over het Jodendom bij. Sahla studeert nu aan de Universiteit van Leiden, vertelde dat ze kortgeleden Auschwitz heeft bezocht en dat zij binnenkort naar Israël gaat om daar een cursus antisemitismebestrijding te volgen. Zij hoopt in de toekomst voorlichtingscursussen over antisemitisme te gaan geven: “Zolang een Joodse man niet met een keppel over straat kan en een moslima met hoofddoek wel bij Albert Heijn kan werken, is dat een signaal dat we er nog lang niet zijn,” stelde zij. Mensen kunnen veranderen, en sommigen worden dan een licht in de duisternis. Is dat niet waar Chanoeka over gaat?