Het blijft vreemd, zo’n Kookboek van het Jaar-verkiezing met nog maanden te gaan.
De jury koos begin november voor Smokey Goodness, het ultieme barbecueboek van grillmaster Jord Althuizen. De zes nominaties werden al een maand eerder bekendgemaakt. De helft van de kanshebbers lag toen, de inkt amper opgedroogd, nog maar net in de winkel. Nu werd het merendeel van de kookboeken altijd al in het najaar uitgegeven. Met de feestdagen voor de deur snijdt het mes aan twee kanten: er is inspiratie nodig voor in de keuken en cadeautjes voor onder de open haard/kerstboom/chanoekia. Maar reken maar dat de verkiezing de deadlines voor kookboekmanuscripten met enige weken heeft vervroegd.
Eigenlijk hebben we helemaal geen kookboeken nodig. Los van de overdaad aan gratis receptuur op internet en in supermarktmagazines, hebben we op de plank al zat kookboeken. Onderzoek wijst namelijk uit dat per verkocht kookboek welgeteld anderhalf recept op tafel komt. Dat is een gemiddelde en dus ligt dat getal bij jou als kookfanaat misschien wat hoger, maar wees eens eerlijk: hoeveel recepten uit die laatste Ottolenghi heb je nou helemaal gemaakt?
Niet voor niets zijn kookboeken steeds vaker rijk geïllustreerde koffietafelboeken, bomvol anekdotes en persoonlijke verhalen. Ze moeten entertainen en imponeren. Vóór hun uitvaart naar de boekenplank doen ze vooral dienst als woonaccessoire in de huiskamer. Het statistische feit dat kookboeken nauwelijks nog de keuken in komen is paradoxaal genoeg juist de reden dat het zo goed gaat met de kookboekensector. Immers, als je de receptuur daadwerkelijk ten uitvoer zou brengen, dan was je met één goedgekozen boek een hele poos zoet. Nu het kookboek definitief is verworden tot inkijkexemplaar, kun je er niet genoeg van hebben.
We zijn wat we pretenderen te eten en dus zijn kookboeken bij uitstek geëquipeerd om ons zelfbeeld te onderschrijven
Maar juist als deel van het meubilair dienen kookboeken bij je te passen. Want al is de werkelijkheid anders, met zo’n boek presenteer je jezelf natuurlijk wél als keukenster. We zijn wat we pretenderen te eten en dus zijn kookboeken bij uitstek geëquipeerd om ons zelfbeeld te onderschrijven. Er zijn veganistische kookboeken op kringlooppapier voor dierenvrienden, fermentatiehulpboeken voor bebaarde mannenmannen, dieetkookboeken voor onzekere meisjes met ingebeelde allergieën en troostrijke kookboeken voor verse singles en weduwen.
Kijken, kijken, niet koken
Welke kookboeken doen het goed op onze kosjere koffietafels? Aan het Kookboek van het Jaar hebben we niets. Daar staan heus wel genoeg kosjere BBQ-recepten in, méér dan je zal maken, maar zo’n oerman op de kaft, trots poserend met een gegrild zwijn, dát kan natuurlijk niet. Daarom hieronder mijn op Joodse leest geschoeide kookboeken-top 6 van 2016.
Janneke Vreugdenhil moest na haar scheiding weer leren koken. Want voor jezelf koken is heus iets anders dan vierpersoonsrecepten door vier delen. In Solo Food laat Vreugdenhil zien dat het heel louterend kan zijn om jezelf te verwennen. De gerechtjes zijn simpel, troostend (lees: calorierijk) en voor wat het waard is, grotendeels kosjer te bereiden. Inclusief uitnodigende foto’s van Janneke op de bank, in bed en in bad.
In de categorie nomen est omen is er na The Bagel Bible van Marilyn & Tom Bagel nu ook Bonen! van Joke Boon. Een prachtig vormgegeven ode aan bonen, peulvruchten, erwten en linzen. Kijken, kijken, niet koken! Dat bespaart je een hoop scheten.
Haya Molcho is het Duitse uithangbord van de Israëlische keuken. In Hayas Küche kookt de Israëlisch-Duitse met haar zonen Nuriel, Elior, Nadiv en Ilan klassiekers als boreka’s en Marokkaanse sigaartjes. Niet heel subtiel vormgegeven, maar weer eens wat anders dan Ottolenghi.
Ere wie ere toekomt, de hedendaagse Israëlische keuken heeft veel te danken aan de Palestijnse buren. Palestine on a plate van Joudie Kalla is een zalig boek om in te grasduinen en het zet je meteen neer als vredelievend mens.
Het heruitgegeven Koken met Sylvia Witteman heeft het formaat noch het uiterlijk van een kookboek. Plaatjes ontbreken, maar wel worden alle vierhonderd (!) recepten ingeleid met een verhaal uit de vlotste pen van Nederland. Niet voor op de salontafel, maar voor op je nachtkastje.
Ontbijt van Mara Grimm is een lofzang op de maaltijd die de belangrijkste van de dag heet te zijn, maar in de culinaire journalistiek nauwelijks aandacht krijgt. Ik mocht Mara een handje helpen en dus ontbreken recepten voor hoemoes, sabich, Israëlische salade, baba ganoesj en sjaksjoeka niet. De vlot geschreven verhalen en prachtfoto’s maken het een perfect boek om niet uit te koken.