Abonneer op het NIW

Het opinietijdschrift en cultureel magazine in één, voor iedereen geïnteresseerd in de Joodse wereld. Abonneer nu »

Nieuws

De onmacht van de correspondent

Redactie 07 november 2016, 00:00
De onmacht van de correspondent

NIW7628_01Het is voor een correspondent/journalist nogal makkelijk om over recht en onrecht te oordelen, en zeker in het Israëlisch-Palestijns conflict.

Aangezien ik bijna veertig jaar correspondent geweest ben, in Israël en elders, kan ik daarover meepraten. Het probleem is dat media-informatie oppervlakkig gezien juist lijkt, maar vaak aan alle kanten rammelt. En soms blijkt dat pas decennia later, als de archieven opengaan of hoofdrolspelers in het drama in het Midden-Oosten met verklaringen komen. Ik vraag me af wanneer het doek wordt opgetrokken over de nauwe samenwerking tussen Israël en Saoedi-Arabië en andere Golfstaten. Het Midden-Oosten was en blijft een gebied van conspiraties.
Het leek erop dat Jordanië in de oorlog van 1973 aan de zijde van Syrië tegen Israël vocht. Hoe zat dat echt? In overleg met Israël stuurde de Jordaanse koning Hoessein een brigade naar het Syrische front op de Golanhoogvlakte. Het Israëlische opperbevel wist precies waar deze Jordaanse eenheid zich bevond. Koning Hoessein maakte er geen bezwaar tegen indien een paar soldaten van die eenheid toch zouden sneuvelen. Dat zou goed zijn voor zijn geloofwaardigheid in de Arabische wereld. Daar ging het de Jordaanse vorst om. Heulen met Israël door het verstrekken van informatie en toch voor de schijn bloeden voor de Arabische broederzaak.
Dat de Jordaanse koning Israël had gewaarschuwd voor de Egyptisch-Syrische verrassingsaanval op Jom Kipoer is ook uit de archieven naar voren gekomen. Recentelijk werd onthuld dat Israël op het punt heeft gestaan in die zeer kritieke en dreigende begindagen van de oorlog zijn raketten met atoomkoppen te laden! De minister van Defensie, generaal Mosje Dayan, vreesde de val van ‘Het derde huis’ en dacht aan het ultieme wapen om de vijand op afstand te houden. Een nieuwe sensationele onthulling over de pro-Israëlische houding van Marokko leest als volgt: ‘Israël heeft de overwinning in 1967 grotendeels te danken aan Marokko.’ In 1965 speelde de Marokkaanse vorst Hassan II geheime opnamen door van een Arabische top in Casablanca, waar werd beraadslaagd over een oorlog tegen Israël. Israël begreep uit deze informatie dat het Egyptische leger in de Sinaï niet gevechtsklaar was en dat er van Arabische eenheid geen sprake was.

De bevolking kreeg ooglappen voor. Ik dus ook

Ik was in de dagen die voorafgingen aan die oorlog in Israël. De bevolking werd de stuipen op het lijf gejaagd over zware militaire en burgerverliezen. Ik zou toen graag inzicht hebben gehad in de geheime informatie uit Marokko. De legertop wist dat de oorlog snel zou worden gewonnen, de bevolking kreeg ooglappen voor. Ik dus ook. En dus schreef ik toen over de panische angst in Israël.

Het geheim van Peres
Nog een paar woorden over de overleden president Shimon Peres, die van havik vredesduif werd. Peres kwam in 1987 zo trots als een pauw terug uit Londen, waar hij in het grootste geheim een ontwerpvredesverdrag met de Jordaanse koning Hoessein had gesloten. Een vredesverdrag dat de Palestijnen geen hoop kon geven.
De Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook zouden volgens dit ontwerpvredesverdrag terugkeren in de Jordaanse schoot. In die dagen van een regering van nationale eenheid was Likoed-leider Jitschak Shamir premier. Hij ontstak in grote woede toen hij in de gaten kreeg dat zijn vicepremier Peres achter zijn rug om Judea en Samaria aan Jordanië had verkwanseld. Het initiatief van Peres belandde in de prullenbak van de geschiedenis. “Judea en Samaria moeten we voor altijd voor ons volk behouden, om plaats te hebben voor de miljoenen Joden die naar ons land zullen komen,” zei Shamir me tijdens een vraaggesprek. Ik ben het niet vergeten.
Ik ben natuurlijk ook niet vergeten dat Peres in de eindfase van zijn lange carrière inzag dat het strategisch en moreel in Israëls belang was de Palestijnen hoop op een eigen staat te geven. Was hij geen havik toen hij zich misschien om opportunistische politieke redenen als havik profileerde? Waar lag precies zijn draaipunt? Was het de oorlog in 1973 of de eerste intifada die in 1987 begon? Peres heeft voor zover ik weet nooit het moment van de ommezwaai aangegeven. Misschien zullen onthullingen in de toekomst daar inzicht in geven. Voor een journalist is het moeilijk het gedrag van Peres te doorgronden en toch oordeelt hij in de krant over hem, zonder ‘het geheim’ van Peres te kennen.

Abonneer op het NIW

Abonneer nu!
Tags dit artikel heeft geen tags
Opmerkingen (0)
Plaats opmerking

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *