Abonneer op het NIW

Het opinietijdschrift en cultureel magazine in één, voor iedereen geïnteresseerd in de Joodse wereld. Abonneer nu »

Nieuws

De schoonheid van het vasten  

Redactie 03 oktober 2014, 00:00
De schoonheid van het vasten  
Prent Jom Kipoer in de Obbene Sjoel te Amsterdam, Bernard Picart, 1725.  Collectie Joods Historisch Museum Amsterdam

Prent Jom Kipoer in de Obbene Sjoel te Amsterdam, Bernard Picart, 1725. Collectie Joods Historisch Museum Amsterdam

Op Jom Kipoer voelen we ons verbonden met drieduizend jaar gestolde wijsheid maar tegelijkertijd zoekt iedere generatie een eigen weg. De dag van het afstand nemen van materie. 

Door: David Gaillard

Er zijn mensen die maar één keer per jaar naar sjoel komen. „Dafke met Jom Kipoer en ook nog vasten! Wilt u niet liever met Poeriem komen?” vraag ik weleens, als ik denk dat iemand een grapje kan verdragen. Een chag met lekker drinken en eten, lollige verkleedpartijen en zonder al die moeilijke regels. Wie alleen uit is op genot en gemak kan zich beter aanmelden voor het Joodse carnaval. Veel mensen kiezen voor Grote Verzoendag, terwijl het zo’n serieuze feestdag is. Geen eten en drinken ruim 24 uur lang, niet wassen en geen leren schoenen dragen (omdat we niet a priori beter zijn dan dieren) en de langste gebeden van het jaar; in sommige batee knesset gaat men de hele dag door. Sommige mannen dragen een kitel, het witte doodskleed waar ze eens in begraven zullen worden. Geen polonaise dus.
De heiligste dag van het Joodse jaar gaat over leven en dus ook over de dood. Het gaat echter om veel meer dan de simpele vraag wie er komend jaar zal blijven ademhalen en wie niet. Zeker willen we de Allerhoogste gunstig stemmen, voor onszelf, de gemeenschap en de rest van de wereld, maar het gaat om een confrontatie met de beperkingen van het bestaan.

Gestolde wijsheid 

Stel dat wij eeuwig leven hebben en eindeloos zouden kunnen blijven leren dan is het denkbaar dat we precies weten wie we zijn en hoe we moeten leven; welk beroep we het beste hadden kunnen kiezen, welke partner je moet trouwen en hoe je nou eigenlijk je kinderen moet opvoeden. Met de traditie hebben we gelukkig drieduizend jaar gestolde wijsheid op de plank staan, maar iedere generatie gaat weer tastend zijn weg. L
aatst kwam ik een vrouw tegen die spijt had dat ze bij haar man weg was gegaan, maar dit inzicht kwam te laat want haar ex was ondertussen met iemand anders getrouwd. Dat heeft iets tragisch. Vaak wisten kennissen – die hun leven uiteraard keurig op orde hebben – haar op hoge toon te vertellen dat ze het ‘natuurlijk’ anders had moeten aanpakken. Extra zout in de geestelijke wond; gevoelens van spijt en tekortschieten. Dat is de psychologische kant van fouten die we traditioneel zonden noemen. Gelukkig is er dan de Grote Verzoendag want Hasjeem is meestal barmhartiger dan mensen. De devote, intense sfeer, de gebeden en de verhalen stimuleren de reflectie en het berouw over zaken die we liever anders hadden gezien. Over het tekortschieten tegenover vrienden, familie, God of ten diepste in onze eigen ogen, omdat we niet zijn geworden wie of wat we wilden zijn. Het vasten is volgens veel wijzen het belangrijkste. Door de lage bloedsuikerspiegel voelen we ons gebrekkiger dan anders. En dan klinkt de sjofar, de ramshoorn die door merg en been gaat. Niet toevallig heeft het woord sjofar dezelfde stamletters als sjipeer, ‘we moeten beter worden’. De gelovige ervaart dat Hasjeem de kloof kan dichten tussen ideaal en werkelijkheid. Zoals de profeet Jesaja zegt: ‘Zorg dat onderdrukten de vrijheid krijgen, dat de armen voedsel krijgen en dat u de naakten kleedt. (…) Als je dan de Eeuwige aanroept zal Hij je verhoren. (…) dan zal in de duisternis Gods licht stralen en zal God je altijd leiden’ (Jes. 58).

Afstand 

Vasten op grote verzoendag is meer dan een laatste poging om alle zonden te verbranden. Het is breken met de wereld van sneller en meer. Door het vasten nemen we afstand van de materie en maken we ruimte voor bezinning op onze tekortkomingen. Door in te keren tot onszelf, keren we ons ook tot de bron van het leven. De Tempel is er niet meer, maar door het verbranden van ons ‘vet en bloed’ offeren we een deel van onszelf op om de ziel in contact te brengen met de hemel. En dan is het feest. Het wordt door iedere generatie anders verwoord, maar het Mysterie werkt al drieduizend jaar.

Abonneer op het NIW

Abonneer nu!
Tags dit artikel heeft geen tags
Opmerkingen (0)
Plaats opmerking

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *