Door Wim Kortenoeven
De anti-Israëlbeweging Boycot, Desinvestering en Sancties (BDS) is wereldwijd actief. Ook in de Nederlandse samenleving beschikt zij over een fi jnmazig netwerk. BDS is doorgedrongen tot kerken, prominente maatschappelijke en politieke organisaties en zelfs nationale instanties, tot in ’s lands hoogste kringen.
De aanstaande ‘onderkoning’ van ons land, de als vicevoorzitter van de Raad van State aantredende Thom de Graaf (D66), bekende zich als lid van de Raad van Advies van The Rights Forum tot het gedachtegoed van Boycot, Desinvestering en Sancties (BDS). Ook juridisch regeringsadviseur André Nollkaemper en de schoonvaders van prins Constantijn en prins Maurits, D66-coryfee Laurens Jan Brinkhorst en minister van staat Hans van den Broek (CDA) verbonden zich aan het door Dries van Agt opgerichte The Rights Forum, Nederlands invloedrijkste BDS-promotor. Directeur Jan Keulen ontkent weliswaar dat The Rights Forum een BDS-organisatie is, maar wie een blik werpt op hun website ziet dat de organisatie een duidelijke BDS-agenda heeft en diverse samenwerkingsverbanden onderhoudt met andere BDS-organisaties.
Algemene ophef blijft uit over de participatie van deze en andere kopstukken in de politieke oorlog tegen de met Nederland bevriende Joodse staat. Anti-Israëlsentimenten zijn salonfähig geworden.
De BDS-beweging is een wereldwijde campagne van grote en kleine organisaties met diverse achtergronden, die naar eigen zeggen ‘op vreedzame wijze oproepen tot verzet tegen Israël, met als doel dat land te bewegen om zijn verplichtingen met betrekking tot de mensenrechten van de Palestijnen na te komen’. Deze oproep gaat echter regelmatig gepaard met het demoniseren van het land als een racistische en genocide plegende ‘apartheidsstaat’, die qua gewelddadigheid en gewetenloosheid met nazi-Duitsland kan worden vergeleken, wat veel BDS-activisten dan ook doen. De impliciete gevolgtrekking van die redenering is dat de Joodse staat onrechtmatig is en dus dient te verdwijnen. Vooropgesteld, de BDS-beweging is er in verschillende soorten en maten. Waar de één boycot van producten uit Israël of de Westelijke Jordaanoever bepleit, streeft de ander de vernietiging van de hele staat na, of ontkent Israëls bestaansrecht als Joodse staat.
Recht op terugkeer
Uit uitspraken van BDS-kopstukken en verslagen van experts, zoals de Britse BDS-infiltrant David Collier, blijkt dat de beweging inderdaad het doel heeft de Joodse staat internationaal te isoleren en vervolgens te laten imploderen. Dat laatste zou het onvermijdelijke gevolg zijn van de belangrijkste eis van de groepering: het internationaal-juridisch overigens niet-bestaande ‘recht op terugkeer’ naar het grondgebied van het huidige Israël van alle Palestijnse Arabieren die tijdens de oorlog van 1947–1949 zijn gevlucht of verdreven, plus hun miljoenen nakomelingen. Van de oorspronkelijke vluchtelingen en ontheemden van zeventig jaar geleden zijn er volgens recente Amerikaanse schattingen nog maar zo’n 30.000 in leven. Maar inmiddels kunnen volgens de VN-organisatie UNRWA ruim vijf miljoen mensen aanspraak maken op een uniek ‘overerfbaar’ vluchtelingschap. Dat zou het langs demografische weg opdoeken van de Joodse staat betekenen. De VN speelt nog een opvallende rol in dit politieke gevecht. BDS-activisten beroepen zich graag op de vele VN-resoluties die Israël veroordelen. Daarbij vermelden zij niet dat Israël binnen de VN sinds jaar en dag wordt weggezet door een anti-Israëlisch blok van islamitische staten en andere dictaturen, waardoor bij elk resolutievoorstel gemakkelijk een meerderheid kan worden verkregen. Zo nam de VN-mensenrechtenraad in maart van dit jaar opnieuw vijf anti-Israëlische resoluties aan. Ter vergelijk: Syrië kreeg er twee en Zuid-Soedan, Myanmar, Iran en Noord-Korea kregen er ieder één. Voorgaande jaren tonen dezelfde tendens. BDS’ers wijzen vaak en graag op deze dubieus tot stand gekomen resoluties.
Durban
Het startschot voor de beweging werd in 2001 gegeven tijdens de anti-racismeconferentie in het Zuid-Afrikaanse Durban, die dusdanig anti-Israëlisch uitpakte dat onder meer de VS en Nederland hun delegaties terugtrokken. In Durban onderschreven 1500 kerkelijke en mensenrechtenorganisaties, waaronder Amnesty International en Human Rights Watch, formeel het plan om Israël als ‘apartheidsstaat’ internationaal te isoleren, door ‘het opleggen van bindende en alles omvattende sancties en embargo’s, de volledige stopzetting van alle relaties (diplomatiek, economisch, sociaal, hulpverlening, militaire samenwerking en training tussen alle staten en Israël)’.
Bijna vanzelfsprekend ontkennen veel BDS-activisten de doelstelling van politieke, economische, wetenschappelijke en culturele uitsluiting plus demografische overheersing. Ze spreken vooral over mensenrechten, vrede, gerechtigheid en internationaal recht, wat bij het westerse publiek goed overkomt. Maar zelfs de uitgesproken Israëlcriticus Norman Finkelstein veroordeelde in 2012 in felle bewoordingen de hypocriete houding van de BDS-beweging bij het (voor westerse consumptie) camoufleren van haar werkelijke doel: de vernietiging van de Joodse staat.

Electronic Intifada
Toch wordt in brede kringen nog steeds verondersteld dat BDS een nobel instrument is dat de vreedzame weg naar een tweestatenoplossing wil helpen plaveien. De beweging werd dit jaar zelfs genomineerd voor de Nobelprijs voor de Vrede. Maar de woorden op de website Electronic Intifada van BDS-medeoprichter Omar Barghouti, tevens coördinator van de academische en culturele boycot, laten zien waar het eigenlijk om gaat: “De huidige fase heeft alle emblematische eigenschappen van wat kan worden beschouwd als het laatste hoofdstuk van het zionistische project. We zijn getuige van de snelle ondergang van het zionisme en er kan niets gedaan worden om het te redden, want het zionisme is erop uit zichzelf te doden. Ikzelf kies echter voor euthanasie.”
Boycot
De boycotcomponent van de beweging concentreert zich op handel, cultuur, sport en academici, en heeft twee richtingen. De eerste keert zich tegen niet-Israëlische partijen die zakelijk of anderszins in Israël willen opereren. De tweede boycotrichting richt zich tegen hun Israëlische tegenhangers die buiten Israël (willen) opereren.
Het oproepen tot een boycot van Israëlische producten is bij uitstek het publieksonderdeel van de BDS-strategie. Twee ontwikkelingen maken het handhaven ervan echter steeds lastiger, zo niet onmogelijk: de mondialisering en Israëls snelle opmars als technologische supermacht. Men moet wel erg recht in de leer zijn om Israël consequent te boycotten. Dat zou niet alleen betekenen dat afstand moet worden gedaan van computers en telefoons, maar ook van bijvoorbeeld revolutionaire landbouw- en watertechnologie. Zo gebruiken de Saoedi’s al decennialang Israëlische irrigatiesystemen en waren er onlangs berichten dat Riyad ter bescherming tegen Iraanse raketten het geavanceerde wapensysteem Iron Dome heeft aangekocht, met daarin veel geavanceerde Israelische technologie. Nu richt de BDS-beweging zich primair op de westerse samenleving, maar dat levert nogal wat problemen op. Met Israëlische technologie uitgeruste activisten – denk aan hun mobieltjes – posten buiten supermarkten waar voedingswaren of andere producten uit de Joodse staat worden verkocht en waar ze stickers op producten plakken en eisen dat deze uit de schappen worden verwijderd. Deze symbolische, want in materieel opzicht niet erg succesvolle acties hebben vooral tot doel de publieke opinie over het land negatief te beïnvloeden.
De academische en culturele boycot verloopt in ieder geval in Nederland niet erg succesvol. Dj Armin van Buuren en andere Nederlandse artiesten zijn in Israël graag geziene gasten. Begin dit jaar werd met een oproep van Nederlandse ‘beroemdheden’ tevergeefs geprobeerd walskoning André Rieu te bewegen zijn concerten in Tel Aviv af te zeggen. Slechts enkele tientallen minder bekende Nederlanders ondertekenden het BDS-verzoekschrift Article 1 Collective, onder wie oud-correspondent Maarten Jan Hijmans, drummer/kunstschilder Henk van Driel en woordkunstenaar Manu van Kersbergen. Het lijstje werd aangevoerd door de initiatiefneemster en voormalig ‘theoloog des vaderlands’, Janneke Stegeman.
Desinvesteren en sancties
Potentieel gevaarlijker is de BDS-desinvesteringsstrategie, die zowel Israëlische bedrijven als met Israël zakendoende ondernemingen wil treffen. Hierbij worden vooral multinationals en institutionele beleggers aangesproken op hun verplichting tot ‘maatschappelijk verantwoord’ ondernemen of beleggen.

Cees Flinterman
Dit gebeurde bijvoorbeeld met het Amerikaanse bedrijf Caterpillar, dat ook aan het Israëlische leger graafmachines levert. Onder druk van de BDS-beweging haalde de Amerikaanse stad Portland Caterpillar in december 2016 tijdelijk uit zijn investeringsportefeuille. In Nederland werden pensioenfondsen onder druk gezet om hun belangen uit Israël terug te trekken. PGGM/ PFZW desinvesteerde inderdaad uit vijf Israëlische banken. Drijvende kracht daarachter was professor Cees Flinterman, ‘ethisch adviseur voor beleggingen’ bij PGGM/PFZW, tevens lid van de adviesraad van The Rights Forum. Flinterman was enkele jaren geleden ook betrokken bij het met BDS samenwerkende Russell Tribunal on Palestine, dat showprocessen tegen de Joodse staat organiseerde. Opvallend is dat Flinterman betrokken is bij allerlei VN-commissies voor vrouwenrechten, maar vorig jaar bij Nieuwsuur ineens een ferm voorstander bleek van het tot de VN-vrouwenrechtencommissie toetreden van de kampioen in vrouwenrechten schenden, Saoedi-Arabië.
Een andere BDS-campagne richtte zich tegen het Israëlische bedrijf SodaStream, dat ten opzichte van de Palestijnen juist zeer maatschappelijk verantwoord werkte. Bezwijkend onder de BDSdruk die de export van SodaStream-machines bedreigde, besloot het bedrijf in 2016 te verkassen van het nabij Jeruzalem gelegen Mishmor Adumim op de Westelijke Jordaanoever naar de bedoeïenenstad Rahat in de Negevwoestijn. De verplaatsing werd door BDS-organisaties als een overwinning gevierd, maar ruim 500 Palestijns-Arabische SodaStream-werknemers verloren hun baan en inkomen.
Dat brengt ons bij de sanctiescomponent van BDS. Diplomatieke en economische sancties en (wapen)embargo’s kunnen uitsluitend door statelijke actoren en internationale organisaties worden opgelegd en hebben altijd grote impact. Kijk naar de sancties tegen Iran, die regime en inwoners zwaar troffen en de economie aan de rand van de afgrond brachten. Gekoppeld aan het demoniseren is deze component dus het gevaarlijkst. Nederlandse BDS-organisaties lijken zich vooral daarop te willen toeleggen.
Bloedsprookje
De BDS-delegitimatiecampagne heeft ook een religieuze dimensie, binnen de Protestantse Kerk Nederland (PKN) vooral bespeeld door het christelijke samenwerkingsverband Kairos-Sabeel. Dat speelt soms in op klassieke antisemitische thema’s, inclusief varianten op het ‘bloedsprookje’ en de valse beschuldiging van godsmoord. Israël zou in het bijzonder onschuldige Palestijnse kinderen met geweld op de korrel nemen. De vervangingstheologie viert er hoogtij: op ‘theologische’ gronden wordt beweerd dat Joden geen recht zouden hebben op een nationaal bestaan in de landstreek tussen de Jordaan en de Middellandse Zee en dat de christelijke kerk het ‘nieuwe’ Israël vormt. Die gedachte werd als volgt verwoord door de onlangs overleden Kairos-Sabeelvoorman en als bestuurslid aan het Rights Forum verbonden dominee Henri Veldhuis: “De landbelofte is niet een belofte aan een volk als etnische identiteit, maar een belofte aan een groeiende en uitwaaierende geloofsgemeenschap. (…) Het beloofde land wordt heel de aarde, zoals het nieuwe Israël, voortkomend uit joodse geloofswortels, een wereldgemeenschap wordt.”

Kairos-Sabeel
Het zijn ook activisten van Kairos-Sabeel die onlangs, in de geest van Veldhuis, een campagne begonnen om het beginsel van de ‘onlosmakelijke verbondenheid met het volk Israël’ uit de kerkorde van de PKN-kerken te laten schrappen (zie ook het Forum op pagina 12, red.). Tijdens de Apeldoornse Vredesweek 2017 typeerde Kairos-Sabeelvoorzitter Kees Blok zionisme als racisme en vergeleek hij Palestijnse terroristen met Nederlandse verzetsstrijders. In allerijl organiseerde het Overlegorgaan Joden en Christenen (OJEC) een bijeenkomst om Blok op andere gedachten te brengen, zonder daadwerkelijk resultaat.
Golgotha
Blok had een goede leermeester. Sabeel werd opgericht door de Palestijnse Anglicaanse bevrijdingstheoloog Naim Ateek, een vroege pleitbezorger van BDS, die het demoniseren van Israël, Joden en het jodendom tot een kunst verhief. Zo typeerde hij de Israëlische regering als de moderne versie van koning Herodes, de kindermoordenaar van Bethlehem, verklaarde hij dat de Israëlische regering zich dagelijks schuldig maakt aan het ‘kruisigen’ van Palestijnen, beweerde hij dat ‘Palestina een groot Golgotha is geworden’, en ‘Israël een steen is gelijk de steen die het graf van Jezus afsloot’. Ateek beschouwt de Joodse aanspraken op het land Israël vanuit het ‘Oude Testament’, als ‘een primitieve vorm van nationalisme die uitsluitend het eigen tribale belang dient’. Zijn in Sabeelpublicaties opgenomen typeringen zijn nu onderdeel van het kerkelijke BDS-karakter.

Kees Blok
Dominee Ateek was in 2009 samen met BDS-voorman Rifat Kassis een van de auteurs van het Kairos-document waarin de vervangingstheologie centraal staat, de Joodse band met het land Israël wordt weggeredeneerd, Israël wordt veroordeeld als apartheidsstaat, terroristisch geweld tegen Israël wordt goedgepraat en kerken worden opgeroepen tot een totale Israëlboycot. Oud-premier Van Agt toonde veel waardering voor het schotschrift en oud-minister Jan Pronk (PvdA, lid van de Raad van Advies van The Rights Forum) bejubelde het document als ‘een klaroenstoot’.
Een andere actieve kerkelijke speler in het Nederlandse BDS-landschap is Meta Floor, die namens Kerk in Actie langdurig bij Sabeel gedetacheerd was. In die periode schreef ze anti-Israëlische nieuwsbrieven, soms voorzien van suggestieve spotprenten. Zo plaatste zij een cartoon waarop ‘de heilige familie’ bij de ingang naar Bethlehem door Israëlische militairen wordt gemaltraiteerd. Floor werkt nog altijd bij Kerk in Actie.
Het werkpalet
Om haar doel te bereiken bedient de BDS-beweging zich wereldwijd en met aanzienlijk succes van een groot aantal invloedrijke actoren van zeer diverse pluimage. Zo zijn er christelijke en islamitische, maar ook antizionistische Joodse personen en instellingen, academici, media, politieke partijen, medefinancieringsorganisaties voor ontwikkelingshulp zoals Oxfam Novib, mensenrechtenorganisaties, politieke ngo’s en vakbewegingen, zoals in Nederland de FNV. Waarom die noodlijdende vakbond met zijn ‘Palestinawerkgroep’ tijd en geld steekt in het Israëlisch-Palestijnse conflict is niet duidelijk. Oxfam Novib en Pax werkten eerder samen in de pro-BDS-organisatie United Civilians for Peace. En dan zijn er natuurlijk de specifiek anti-Israëlische agitatieorganisaties zoals het Palestina Komitee Nederland.
Vanuit het christelijke kamp wordt de politieke oorlog aangevoerd door de van oorsprong katholieke ‘vredesbeweging’ Pax, voorstander van banden met Hamas en investeerder in menig anti-Israëldocument, en het vooral in PKN-kerken actieve Kairos-Sabeel. Voor kerkgangers zou het interessant zijn eens na te vragen of het collectegeld dat tijdens de onlangs gehouden Israël-week werd ingezameld niet juist terechtkomt bij organisaties die banden hebben BDS-instanties.
Er zijn vanuit het anti-Israëlische activistenveld ook speciale BDS-organisaties opgericht, zoals in Nederland het Diensten- en onderzoekscentrum Palestina (docP), met oud-GroenLinks-Kamerlid Mohammed Rabbae als bestuurslid. DocP presenteert zich als nationale BDS-coördinator en organiseert bijeenkomsten met The Rights Forum en Article 1 Collective. Al deze organisaties werken individueel en in wisselende samenwerkingsverbanden aan het met het BDS-instrumentarium delegitimeren en isoleren van de Joodse staat. De Rotterdamse anti-Israëldemonstratie van 22 juli vorig jaar was een coproductie van onder andere BDS Rotterdam, docP, het Palestina Komitee, NIDA en de Haagse Partij van de Eenheid van de in antisemitische uitspraken grossierende ex-PVV’er Arnoud van Doorn. Tijdens deze bijeenkomst scandeerde men onder andere “Khaybar Khaybar, ya yahud, jaish Muhammad, sa ya’ud” (‘Joden, herinner je Khaybar, het leger van Mohammed keert terug’), een verwijzing naar de door Mohammed gewonnen veldslag tegen Joodse stammen, waaruit later een bloedbad voortvloeide.
Politieke invloed
De buitenlandcommissie van de Tweede Kamer ontving begin deze maand een brief van het Israël-Palestina Platform (IPP), waarin The Rights Forum en Een Ander Joods Geluid samenwerken met Pax en Oxfam Novib. In de brief vraagt het IPP om een gesprek over ‘de krimpende maatschappelijke ruimte en beperking van vrijheid van meningsuiting in de bezette Palestijnse gebieden en Israël.’ Tot de IPP-delegatie behoort ook de mede door Nederland gesubsidieerde BDS-organisatie Al-Haq, die een leidende rol speelt in de BDS-campagne, blijkens de website van de Israëlische organisatie NGO-Monitor. Al-Haq, dat voor zover bekend sinds 2009 geen financiële verantwoording heeft afgelegd, was ook betrokken bij het opstellen van de anti-Israëlparagrafen in de Durbanverklaring van 2001. Coördinator van het IPP-samenwerkingsverband is Irene Kruizinga, voorheen werkzaam op het kantoor van de Nederlandse vertegenwoordiging bij de Palestijnse Autoriteit in Ramallah.

Arjan El Fassed
Misschien wel het meest tot de verbeelding sprekende voorbeeld van BDS-invloed in de politiek is Arjan El Fassed, medeoprichter van Electronic Intifada. Hij zat enkele jaren in de Tweede Kamer voor GroenLinks en was als adviseur betrokken bij ontwikkelingsorganisaties ICCO en Oxfam Novib, die jaarlijks honderden miljoenen ontvangen van de Nederlandse overheid. Van welke methoden El Fassed zich bedient werd duidelijk door zijn ontmaskering in 2007, toen hij de auteur bleek te zijn van een aan Nelson Mandela toegeschreven memo aan New York Times-journalist Thomas Friedman.
Daarin werd een vergelijking gemaakt tussen de Apartheid in Zuid-Afrika en de behandeling van de Palestijnen en wordt Mandela geheel ten onrechte in de mond gelegd dat Israël een misdadige staat zou zijn die een oorlog tegen de Palestijnse burgers en met name kinderen voert: “Apartheid is a crime against humanity. Israel has deprived millions of Palestinians of their liberty and property. It has perpetuated a system of gross racial discrimination and inequality. It has systematically incarcerated and tortured thousands of Palestinians, contrary to the rules of international law. It has, in particular, waged a war against a civilian population, in particular children”. De falsificatie werd zelfs geciteerd door de Amerikaanse oud-president Jimmy Carter. Later bleek de pennenvrucht een bedenksel van El Fassed.
Geschiedvervalsing
Hoe de Nederlandse BDS-lobby tot op het hoogste niveau in Den Haag doordringt illustreert het recentere advies nr. 83, dat op 21 maart 2013 werd gepubliceerd door de Adviesraad Internationale Vraagstukken (AIV), een belangrijk adviesorgaan van de regering en de Staten-Generaal. Het heet Tussen woord en daad – Perspectieven op duurzame vrede in het Midden-Oosten en staat nog steeds op de AIV-website. In plaats van een onafhankelijk advies produceerde de AIV een activistisch werkstuk, dat vooral lijkt te dienen om Israël in een kwaad daglicht te stellen en de Nederlandse regering aan te zetten tot het voeren van een confrontatiepolitiek. Tegelijkertijd adviseert de AIV de regering tot het aanknopen van contacten met terreurorganisatie Hamas. De AIV laat cruciale historische, juridische en actuele informatie weg, die begrip zou kunnen kweken voor Israëls positie. Daarnaast maakt de AIV zich schuldig aan insinuatie en misleiding, manipuleert de raad informatie en pleegt het in een aantal gevallen zelfs geschiedvervalsing. De opstellers laten zich ook kennen als voorstanders van politieke en economische sancties tegen Israël: “Dit houdt overigens ten aanzien van Israël in dat zolang er geen wijziging komt in het optreden van dit land in de bezette gebieden, er voor Nederland geen reden is de bilaterale relaties met Israël op te waarderen, bijvoorbeeld via de oprichting van een bilaterale Samenwerkingsraad, zoals het kabinet-Rutte I voornemens was. Eerder vormt dit optreden aanleiding om die betrekkingen, vooral op economisch en militair niveau, te bevriezen of zelfs te beperken.” En: “In dit verband heeft de AIV met instemming kennisgenomen van het besluit van Unilever om een pretzelfabriek in Barkan, de industriële zone van de Joodse nederzetting Ariel, te sluiten.”
Kruisverbanden
Het AIV-rapport, waarvan de aanbevelingen overigens niet door de regering werden overgenomen, werd mede opgesteld door Heikelien Verrijn Stuart van Article 1 Collective en Nikolaos (Koos) van Dam van The Rights Forum, die kortgeleden in het nieuws kwam vanwege zijn bemoeienis met verdeling van Nederlands overheidsgeld onder radicale Syrische oppositiegroepen. In die beide organisaties komt men ook Mouin Rabbani tegen van de steenrijke Rabbani-familie, die zich al sinds de jaren zeventig mengt in allerlei anti-Israëlzaken. In de AIV zit ook Karin Arts, die niet alleen ‘dubbelt’ met The Rights Forum, maar ook voorzitter is van Tadamun. Dat is een organisatie die zich door middel van de demonisering van Israël inzet voor Palestijnse kinderrechten en daarbij bijvoorbeeld ‘vergeet’ Hamas te bekritiseren voor het systematisch inzetten van kinderen als soldaten en menselijke schilden. De cirkel komt hier helemaal rond want de directeur van Tadamun is Mieke Zagt, tevens voorzitter van Article 1 Collective, en in het bestuur van Tadamun zit weer haar Article 1 Collective-collega Rifat Kassis, medeauteur van het Kairosdocument. Secretaris van Tadamun is de Brit Jeffrey Handmaker, die in 2009 bij ‘BDS-professor’ Cees Flinterman promoveerde met een proefschrift over Zuid-Afrika waarin en passant ook Israël wordt ‘aangepakt’. Deze hechte kruisverbanden zijn kenmerkend voor de gehele BDS-organisatiestructuur in Nederland.
Stoïcijnse prominenten
Bij het tot de kern afpellen van de Nederlandse BDS-structuur komen op het Nederlandse front twee prominenten voorbij: oud-premier Dries van Agt en wijlen Mahmoud Rabbani. Zij stonden aan de wieg van organisaties die nu een sleutelrol vervullen. Jurist Van Agt beweerde dat hij zijn strijd tegen Israël voerde omwille van het recht en de rechtvaardigheid. Maar in zijn uitlatingen en in zijn pamflet Een schreeuw om recht (2009), dat een bijbel werd voor veel Nederlandse BDS-activisten, probeerde hij niet alleen het bestaansrecht van Israël te ondermijnen, maar ook de legitimiteit van het Joodse karakter daarvan. Zo vond hij het ‘onaanvaardbaar de staat Israël te identificeren met het jodendom’. Van Agt heeft zich op zijn kruistocht met talloze dubieuze personages en rechtspersonen ingelaten. Hij sloot zich aan bij Stop de Bezetting van Gretta Duisenberg, die op haar website antisemitische artikelen plaatste, hij was een graag geziene gast op pro-Hamasbijeenkomsten en zocht als aanvoerder van het anti-Israëlische International Forum for Justice and Peace zonder schaamte het gezelschap van de
Zweedse Jodenhater Jöran Jermas. In een interview met het Reformatorisch Dagblad eind 2012 legde hij een uitspraak uit die tijdens een lezing bij de Heilige Landstichting voor veel ophef zorgde. Van Agt zou hebben voorgesteld dat de stichting van een Joodse staat beter in Duitsland zou hebben gepast. Nee, vertelde Van Agt later in dit interview, het was slechts een retorische vraag geweest: was het niet beter als Duitsland uit eigen beweging land had afgestaan aan het Joodse volk? Daarbij voor het gemak voorbijgaand aan de rechtmatige aanspraken van het Joodse volk op Israël en de groei van de Joodse bevolking in het toen nog Ottomaanse gebied, die al in de tweede helft van de negentiende eeuw begon. Kortgeleden nog werden op de Facebookpagina van The Rights Forum tal van antisemitische reacties geplaatst die in eerste instantie door de organisatie werden gehandhaafd. Er was een politieaangifte van het Centraal Joods Overleg en de CIDI-jongeren voor nodig om de meest rabiate uitingen te laten verwijderen.

Dries van Agt
De vraag is daarom legitiem waarom een aanzienlijk aantal Nederlandse prominenten stoïcijns in de adviesraad van The Rights Forum blijft zitten. Is dat uit naïviteit, vanwege de behoefte tot maatschappelijke positionering, of uit innerlijke overtuiging?
Hoewel enkele bij BDS betrokken organisaties ook buiten Israël, Gaza en de Westelijke Jordaanoever actief zijn, hebben zij geen of nauwelijks aandacht voor de vaak veel ergere problemen die Palestijnse Arabieren ondervinden in bijvoorbeeld Libanon of Syrië. Zo was het vanuit de BDS-hoek zowel in geschrift als op straat opvallend stil toen de afgelopen jaren bloedbaden werden aangericht onder de Palestijnen in Syrië. Dit bevestigt dat men ten behoeve van de Palestijnse zaak uitsluitend activistisch is als er sprake is van betrokkenheid van Joden of de Joodse staat.
Tegengeluiden
In Nederland hebben BDS-acties en de onderliggende doelstellingen tot dusverre nauwelijks tot protest geleid. En hoewel de kabinetten Rutte stelden geen voorstander van BDS te zijn, wordt er nog steeds geen uitvoering gegeven aan de aangenomen Kamermotie van 16 juni 2016 om de subsidieverlening te stoppen aan ngo’s die BDS promoten, zoals Al-Haq, Badil en het Palestinian Center for Human Rights. Daarnaast lijkt politiek Den Haag weinig haast te maken om grote gesubsidieerde ontwikkelingsorganisaties als Oxfam Novib te vragen naar hun financiële en dienstverlenende bemoeienissen met BDS-instellingen.
Elders in Europa wordt wel ingegrepen. Een paar voorbeelden: in 2015 veroordeelde de rechtbank in het Franse Montpellier enkele islamitische BDS-activisten wegens opruiing tot Jodenhaat en ontkenning van de Holocaust. De Britse minister van Justitie Michael Gove vergeleek de Europese BDS-oproep om Israëlische producten te boycotten in 2014 met antisemitische tendensen voor de Tweede Wereldoorlog. Volgens hem was het ‘als een terugkerend, muterend en dodelijk antisemitismevirus’ dat doet denken aan de naziboycots van Joden aan de vooravond van de Holocaust. Vooral in Duitsland, waar de boycot van Joodse bedrijven in een grimmiger historisch perspectief kan worden geplaatst, wordt het morele gevaar van BDS in toenemende mate gezien. Dat heeft inmiddels geleid tot het verbieden van BDS-acties, onlangs nog in de deelstaat Noordrijn-Westfalen. In dat kader nam het parlement daar afgelopen september een motie aan met het dictum: “Wij veroordelen de antisemitische en anti-Israëlische BDS-campagne en de oproep tot het boycotten van Israëlische producten en bedrijven, alsmede van Israëlische academici en artiesten.”
Eerder betitelde de binnenlandse veiligheidsdienst in Berlijn de BDS-campagne als antisemitisch. Vorig jaar verbood ook het stadsbestuur van Frankfurt het financieren en faciliteren van BDS-activiteiten. Waarnemend burgemeester Uwe Becker stelde daarbij: “De argumentatie van de BDS-beweging lijkt niet alleen veel op de ‘kauft nicht bei Juden’-argumentatie van de nationaalsocialisten destijds, de beweging is op dezelfde giftige grond gebouwd en zij vergiftigt het sociale klimaat op dezelfde gevaarlijke wijze.” In Frankrijk zijn tijdens rechtszaken partijen die Israël wilden boycotten categorisch in het ongelijk gesteld.
Sinds 2016 zijn in steeds meer Amerikaanse staten, waaronder New York, anti-BDS-wetten van kracht geworden. Wie Israël boycot, wordt op zijn beurt door deze staten geboycot. Dat schrikt veel internationaal opererende bedrijven en investeerders af en zal BDS-acties naar die spelers bemoeilijken. Maar de vraag is of hier in Nederland, dat qua Israëlpolitiek steeds meer langs de lijnen van de EU loopt, draagvlak zal zijn voor dit soort ferme stellingnames. Vooral omdat ons land veel invloedrijke personen op het politieke en maatschappelijke vlak met een anti-Israëlbeeld kent, die ook innige banden onderhouden met medewerkers van BDS-organisaties.
De financiering
BDS-campagnes vergen relatief geringe investeringen, omdat het veldwerk veelal door vrijwilligers wordt gedaan en de kosten van de totale operatie projectgewijs door een groot aantal organisaties worden gedeeld. Bovendien worden sommige professionele functionarissen uit andere budgetten betaald. We noemden al Meta Floor die in dienst is bij Kerk in Actie. Ook Lydia de Leeuw en Pauline Overeem, die in juli op Ben Gurion Airport werden tegengehouden en uitgewezen vanwege BDS-activiteiten, worden ‘regulier betaald’. Zij zijn in dienst van de BDS-faciliterende en met Oxfam Novib samenwerkende Stichting Onderzoek Multinationale Ondernemingen (SOMO). Van 2011 tot 2013 werkte De Leeuw in de door Hamas bestuurde Gazastrook bij de BDS-organisatie Palestinian Center for Human Rights. Ze is ook bestuurslid van Anja Meulenbelts stichting Kifaia. Overigens schendt Kifaia de ANBI-voorwaarden door geen (financiële) jaarverslagen op de eigen website te publiceren.
DocP publiceert wel keurig haar jaarcijfers. In 2017 was deze BDS-organisatie verliesgevend, met 28.308 euro onkosten en 20.804 euro inkomsten uit legaten en giften. Er waren geen salariskosten en men ontving naar eigen zeggen geen subsidies. Het laatst gepubliceerde jaarverslag van de Stichting Article 1 Collective gaat over 2016. Er was een verlies van 820 euro, de inkomsten uit donaties bedroegen 5.417 euro en de uitgaven 6.237 euro. Ook hier geen salariskosten en subsidies.
Ook The Rights Forum (TRF) schendt de ANBI-voorwaarden door geen inzichtelijk jaarverslag met financiële gegevens te publiceren, maar donateurs wel een fiscale aftrek in het vooruitzicht te stellen. Het is niet bekend waar de inkomsten van TRF vandaan komen.
Een Ander Joods Geluid (EAJG) heeft ook de ANBI-status. De organisatie publiceert een zeer oppervlakkig jaarverslag en het laatst toegankelijke met financiële bijlage is over 2015. Daaruit blijkt dat een verlies werd geleden van 20.421 euro. De (ongespecificeerde) inkomsten bedroegen 70.271 euro en de uitgaven 91.761 euro (waarvan 61.409 euro salariskosten). Over 2014 was dat nog respectievelijk 162.278, 148.804 en 109.428 euro en was er een overschot van 14.966 euro. Het is onbekend waarom de (verplichte) publicatie van de jaarverslagen over 2016 en 2017 is uitgebleven. Er staat op de EAJG-website wel een verwijzing naar 2016, maar de financiële link was tot het ter perse gaan van dit NIW leeg.
Veel geldstromen zijn verborgen. Wel is bekend dat SOMO ook gesubsidieerd wordt door het ministerie van Buitenlandse Zaken. De organisatie maakt echter niet inzichtelijk welke bedragen worden uitgetrokken voor de tegen Israël gerichte activiteiten van Lydia de Leeuw, Pauline Overeem, en haar op dat dossier werkzame collega’s. Eenzelfde gebrek aan transparantie speelt bij Pax en de, net als SOMO voor een belangrijk deel uit publieke middelen betaalde medefinancieringsorganisaties, zoals Oxfam Novib.