Abonneer op het NIW

Het opinietijdschrift en cultureel magazine in één, voor iedereen geïnteresseerd in de Joodse wereld. Abonneer nu »

Nieuws

Droom zacht

Redactie 17 december 2018, 00:00
Droom zacht

Het is zaterdagochtend, ik rijd in mijn Trabant terug van paardrijden. Uiteraard mag je van de rabbijnen op zaterdag niet autorijden maar ik hoor vaak dat mijn Trabant geen échte auto is. Ergo: perfect voor ritjes op sjabbat. Het regent dat het giet, dus Roos achterin is kletsnat. Desondanks is ze vrolijk, want ze ‘mocht eventjes los galopperen’. Naast me zit David in zijn stoeltje een liedje van Kinderen voor Kinderen te zingen. Ik zing vrolijk mee terwijl de tranen over mijn wangen stromen.

Kindjes merken het niet. Mijn goede vriend Robert is zojuist overleden, lees ik in een appje. Het zat eraan te komen, ALS en vroege dementie hakken erin. Vorig jaar zomer reed hij nog met zijn gezin naar Nice en nu is hij aan de reis naar de Eeuwigheid begonnen. Twee weken geleden bezocht ik hem voor het laatst. Hij bood een erbarmelijke aanblik, krom door de ALS, praten kon hij al maanden niet meer en eten en drinken waren door de slikproblemen die bij zijn ziekte horen verworden tot een marteling. Zoals gebruikelijk had ik een miniatuur-Trabantje voor hem meegenomen, die zetten we nog samen in zijn vensterbank naast de andere autootjes. Een mooie lange file van Trabantjes. Dat hoort ook zo, een Trabant veroorzaakt files en rijdt als het even kan voorop. Groot muziekliefhebber die hij was liet ik hem de filmpjes zien van het concert van de band Bring Me The Horizon waar ik met mijn oudste dochter heen was geweest, kneiterharde metalmuziek. Ik zag dat hij dat leuk vond. Hij wel! Niet zo gek, je hoefde maar een poplied te neuriën of hij wist feilloos de titel en het jaar te benoemen. En de dag van release. De plek in de top 40. De voornamen van de bandleden en de geboortedata van hun kinderen. Alles wist hij.

Vroeger was hij twee koppen groter, een boom van een vent, nu waren we praktisch even groot of klein

Ommezwaai
Hij liep erg moeizaam, had nauwelijks nog energie. Ik omhelsde hem een laatste keer, stevig. Zo stonden we daar in de gang van zijn afdeling. Vroeger was hij twee koppen groter, een boom van een vent, nu waren we praktisch even groot of klein. Hij leunde op me. Een verpleger zei dat hij het er zo lief uit vond zien, zoals we daar stonden. Ik zei dat we veel van elkaar hielden. Voorzichtig maakte ik me los, met de bedoeling weer naar mijn autootje te gaan om de thuisreis te aanvaarden. Maar Robert dacht daar anders over. Hij straalde opeens kracht uit en leek doelgericht. Hij pakte zo goed en kwaad als dat ging mijn hand en schuifelde met me de gang door richting de uitgang, diverse klapdeuren door en naar buiten. Wat een ommezwaai! Een opflakkering van wilskracht. Ik begreep wat zijn plan was. Voorzichtig, hem ondersteunend, manoeuvreerde ik hem naar mijn Trabant. Daar aangekomen gaf hij een stevige klap op het kofferbakje. Dat hield mijn kartonnen wagentje maar net. Hij leek voldaan. In het verleden sloeg hij weleens op het dak als ik wegreed. Met veel moeite bracht ik hem weer naar binnen, zijn grote lijf omklemmend. Het was een hele toer, maar eenmaal binnen zeeg hij in een stoel en zei ik voor het laatst gedag. Hij staarde voor zich uit.

Begin dit jaar schreef ik over een vriendin die toen overleed dat dood niet dood is. En dat geloof ik. Het houdt niet op, de energie van een mensenleven is eeuwig. Hij is afgelopen zaterdag overleden, sjabbat Mikeets. Die ochtend lazen we uit Tora over de dromen van de farao en de uitleg die Joseef gaf. Droom zacht Robert, en geniet van de ongetwijfeld grootste muziekcollectie ever die nu je deel is. Die avond staken we zeven kaarsjes aan. En eentje extra voor jou.

Abonneer op het NIW

Abonneer nu!
Tags dit artikel heeft geen tags
Opmerkingen (0)
Plaats opmerking

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *