Vannacht is de openingsceremonie van de Olympische Spelen in Rio de Janeiro, geregisseerd door Deborah Colker, een schoolvriendin van NIW-fotografe Claudia Kamergorodski. Claudia gunt ons een kijkje in de Braziliaanse samenleving.
Over de Olympische Spelen in Rio heeft ze gemengde gevoelens, Claudia Kamergorodski. “Aan de ene kant vind ik het prachtig dat mijn schoolvriendin Deborah Colker de openingsceremonie verzorgt. Eerder werd zij al als eerste vrouw gevraagd om het Cirque du Soleil te regisseren.” Colker is Joods, dochter van een dirigent, studeerde psychologie en ook was ze professioneel volleybalster, een populaire sport in Brazilië. Ze staat aan het hoofd van een vermaard Braziliaans dansgezelschap.
Claudia: “Dus je begrijpt dat ik aan de buis gekluisterd zal zitten. Aan de andere kant kost dit geld, heel veel geld. Terwijl er heel veel armoede is. Er zijn ernstige tekorten in de ziekenhuizen. De zorg is benedenmaats. Er is een enorm verschil tussen arm en rijk. En dan vraag ik me toch af of al dat geld niet beter had kunnen worden besteed. Overigens, de man die de Olympische Spelen naar Rio heeft gehaald, de voorzitter van het Nationaal Comité, Carlos Arthur Nuzman, is ook Joods.”
Klachten
De opmars naar de Spelen zijn voor Brazilië niet zonder zorgen. Het land zit in een diepe politieke en economische crisis, de president werd een paar maanden geleden afgezet. Landenteams klagen over de accommodatie, zoals de Australiërs, die vertrokken uit het hun toegewezen onderkomen, en er wordt geklaagd over de kwaliteit van het buitenwater voor surfers en zwemmers. Er zouden zelfs ijskasten drijven in de baai waar die wedstrijden gehouden worden.
Claudia: “Dat kan ik me helemaal voorstellen. Ik zou er zelf geen duik in nemen. Het is een open riool. Er is al jaren geleden beloofd dat dat zou worden aangepakt. Maar ja, ook in Brazilië heerst een mañana-mentaliteit. Pas nu, een paar dagen voor de Spelen, lijken de verantwoordelijken eindelijk wakker te worden. En dan is er dat stadion midden in de jungle, Manaus. Wie wil daar nou sporten? Het ligt in het hart van de Amazone, dag en nacht bloedheet en vochtig.”
En dan natuurlijk de beveiliging, die anno 2016 helaas prioriteit nummer één hoort te zijn. “Dat is wel serieus aangepakt. Al drie jaar lang wordt de politie opgeleid door Israëlische bedrijven. Kortgeleden werd een IS-cel opgerold die snode plannen had voor tijdens de Spelen. Helemaal zeker dat er niets gebeurt, ben je natuurlijk nooit. Israël doet nog meer. Veel ICT-bedrijven werken mee aan de techniek rond de uitzendingen, satellietverbindingen enzovoorts. Er zijn zo’n dertig bedrijven uit Israël voor de organisatie van de Spelen actief.”
Vermoord om een fiets
Die veiligheid is niet alleen een probleem voor de Spelen zelf, maar ook in het dagelijks leven, zo vertelt Claudia. Brazilië wordt geteisterd door gangs. “Gelukkig heb ik het zelf nooit meegemaakt, maar overvallen zijn hier schering en inslag. Veel vrienden van me hebben dat aan den lijve ondervonden. Vorig jaar nog werd een Joodse arts, fietsend langs de baai van Rio, vermoord. Om zijn fiets! Ik kan me voorstellen dat veel Brazilianen boos zijn en daarom naast de wet gaan lopen. De regering heeft de armen al jaren hopeloos in de steek gelaten. Maar iemand vermoorden om een fiets? Zelf ging ik vroeger ook ’s nachts gewoon op pad. Ik pakte rustig mijn autootje. Dat zou ik nu niet meer in mijn hoofd halen.” Van antisemitisme heeft ze in Brazilië nooit iets van gemerkt. Integendeel, Claudia: “In
Brazilië zeggen werksters: ‘Als een huis een thermometer [mezoeza] aan de deur heeft, betalen ze meer.’”
Synagogen
“Ik ben in Porto Alegre geboren, in het zuiden van het land. Mijn opa’s waren afkomstig uit Roemenië en Rusland. De Joodse gemeenschap in Brazilië telt zo’n 120.000 leden. Veel minder dan in het veel kleinere Argentinië, waar zo’n 230.000 Joden wonen. Verreweg de grootste gemeenschap is die van São Paulo, zo’n 600 kilometer zuidwestelijk van Rio. Andere grote gemeenschappen zitten in Rio de Janeiro en mijn geboorteplaats. Kortgeleden kreeg ik een boek waarin ik las dat alleen al in de steden Rio en São Paulo elk veertig synagogen zijn. Kun je je dat in Nederland voorstellen? De eerste Joden kwamen mee met de Nederlanders, die in 1630 Recife in het noorden veroverden. Ze konden hier hun religie vrij uitoefenen. Toen leefden er hier al ‘nieuwe christenen’, zoals we de Maranen consequent blijven noemen, die uit Spanje en Portugal kwamen. Na het vertrek van de Hollanders zijn veel Joden zijn weggegaan naar Nederland, of naar Nieuw Amsterdam, later New York. Maar dat is een ander verhaal.
Op mijn 26e ging ik naar Europa, naar de Künstlerische Fachhochshule für Fotografie in Berlijn. Daar ben ik me veel bewuster van mijn Joods-zijn geworden, maar ik heb heel leuke Duitsers ontmoet en enorm genoten van mijn tijd daar.”
Nobelprijs
“Ik zie in Brazilië zelden tot nooit een hoofddoek. Maar er is wel een kentering gaande. Radicale islamistische groepen krijgen voet aan de grond in de armste favela’s [krottenwijken]. Daar is de indoctrinatie begonnen. Je kunt slechts gissen naar de fondsen die daarachter zitten. Een van de laatste presidenten, Lula Ignacio da Silva, heeft geld gedoneerd om een Palestijnse ambassade te bouwen. Kortgeleden zag ik zelfs een Palestijnse vlag in het openbaar. Het was tijdens een demonstratie over interne aangelegenheden; de enige buitenlandse. Wat deed dat ding daar? vraag ik me dan af. De linkse regering voert een anti-Israël beleid, dat vind ik pijnlijk. Het was per slot van rekening de Braziliaanse politicus Oswaldo Aranha die zich als voorzitter van de Vergadering van de Verenigde Naties enorm heeft ingezet voor het uitroepen van de staat Israël. Hij ontving daar in 1948 zelfs de Nobelprijs voor de Vrede voor.”
Voor meer informatie over Braziliaans-Israëlische betrekkingen, zie het artikel dat maandag op de website verschijnt.