Abonneer op het NIW

Het opinietijdschrift en cultureel magazine in één, voor iedereen geïnteresseerd in de Joodse wereld. Abonneer nu »

Binnenland

Een rode kaart

Redactie 27 maart 2014, 00:00
Een rode kaart
Den Haag, 19 maart 2014 - PVV Leider Geert Wilders en Haagse lijsttrekker Leon de Jong tijdens de verkiezingsavond van de PVV. Foto: Hollandse Hoogte

Den Haag, 19 maart 2014 – PVV Leider Geert Wilders en Haagse lijsttrekker Leon de Jong tijdens de verkiezingsavond van de PVV.
Foto: Hollandse Hoogte

Joods Nederland heeft zijn buik vol van Geert Wilders. Moeten Nederlandse Joden zich zorgen maken? „Vul maar ‘Joden’ in voor ‘Marokkanen’.” 

En toen was het welletjes. In het volgepropte Haagse café De Tijd overschreed Geert Wilders volgens vriend en vijand de grens van het toelaatbare. Op de uitslagenavond van de gemeenteraadsverkiezingen legde de PVV-leider zijn gevolg een keuze voor: minder of meer Marokkanen in stad en land. ‘Minder, minder, minder…!’ scandeerde de zaal. ‘Dan gaan we dat regelen,’ besloot Wilders. In de aanloop naar de verkiezingen had Wilders al eerder gezegd dat het beter zou zijn als Den Haag wat minder Marokkanen zou tellen. De commotie die daarop ontstond, viel in het niet bij de storm aan kritiek die volgde op Wilders’ verkiezingstoespraak. Politici buitelden over elkaar om hun afschuw te uiten, waarbij nadrukkelijker dan ooit werd verwezen naar nazi-Duitsland. ‘Hitler is onder ons,’ twitterde oud-GroenLinks-Kamerlid Tofik Dibi. ‘Hitler vond ook dat er minder Joden moesten zijn. Opdat we nooit zullen vergeten.’ Ook Joods Nederland sprak zich uit tegen Wilders. Het Centraal Joods Overleg (CJO) uitte in een persbericht zijn ‘afschuw’ en CIDI- directeur Esther Voet sprak in Nieuwsuur van ‘een herkenning bij de Joodse gemeenschap die niet prettig is’. De voice-over van het actualiteitenprogramma vond de kritiek van het CIDI opmerkelijk, omdat ‘Wilders vaak goed zaken kan doen met Joodse organisaties’. Alleen al vanwege die veronderstelling moeten Joden zich krachtig distantiëren, zegt de Rotterdamse liberale Rabbijn Albert Ringer, die zich samen met christelijke en islamitische organisaties nog eens uitsprak tegen de PVV-leider. „Wilders noemt ons zijn vrienden, zijn sympathisanten. Daarom is het extra belangrijk dat we ons van zijn belofte voor ‘minder Marokkanen’ distantiëren.”

Morele plicht
De publieke veroordeling van Wilders wordt breed gedragen in Joods Nederland, zo blijkt uit een rondgang langs Joodse journalisten en leiders. „Wij weten als geen andere groep wat het betekent om apart gezet te worden,” zegt Ron van der Wieken, voorzitter van het Nederlands Verbond voor Progressief Jodendom. „Daarom is het onze morele plicht om de noodklok te luiden als er weer zoiets lijkt te gebeuren. Maar het is niet alleen aan ons. Iedere groep in de samenleving zou zich hiertegen moeten uitspreken. Onze onfortuinlijke ervaring is, dat indertijd niemand wat voor ons heeft gedaan. Wij weten dus hoe belangrijk de solidariteit van anderen is.” Ook journalist Bernard Hammelburg vindt het goed dat Joods Nederland zich roert. „Wij moeten ons dit zéker aantrekken. Niet omdat er gevaar dreigt voor Joden, maar omdat dit een aanval is die niet langer is gericht op gedachtegoed of een filosofie, maar op een bevolkingsgroep in zijn totaliteit. Dan gaat er bij ons Joden een alarmbelletje rinkelen en trekken wij de rode kaart.”

„Ik zou het zelf niet zo hebben gezegd,” aldus Gidi Markuszower, gewezen kandidaat- Kamerlid voor de PVV. „Maar ik ben ook geen toppoliticus. Kijk, Wilders is niet voor niets zo populair. Hij verwoordt als geen ander de noden van de mensen in het land, en dat doet hij net iets anders dan andere politici. Je kan twisten of dit de juiste manier is om het Marokkanenprobleem aan de kaak te stellen, maar het is de taak van politici om het debat uit te lokken. Daarbij mogen ze choqueren en kwetsen.” Markuszower blijft met overtuiging PVV stemmen. „Wilders is de enige die het opneemt voor de Joodse gemeenschap in Nederland en Israël. Hebben wij de luxe om onze enige échte vriend in het parlement af te vallen, ten faveure van een andere minderheid, die nou niet bekendstaat om hun sympathieën voor Joden en Israël?” „Ik geloof helemaal niet in die zogenaamde vriendschap,” pareert Van der Wieken. „Ze hebben tegen de rituele slacht gestemd en ze zijn ook al kritisch over de besnijdenis. Als je een PVV’er als Dion Graus hoort spreken, dan lopen de rillingen over je rug.” Bovendien dient Wilders het belang van Israël niet, vindt rabbijn Ringer: „Hij wordt vooral gedreven door zijn rabiate haat jegens de i slam. Dat sluit niet aan bij de realiteit in Israël. Daar woedt weliswaar een territoriaal conflict met de Palestijnen, maar de Joodse staat heeft geen conflict met de islam. Het jodendom heeft juist heel veel gemeen met de islam.”

Jihadvlag
Wilders’ liefde voor Israël lokt de nodige anti-Israëlische en antisemitische reacties uit bij tegenstanders. Tijdens een solidariteitsdemonstratie in Amsterdam werden spandoeken meegedragen met daarop leuzen als ‘Israël = racisme’. Ook wapperde er een jihadvlag. „Dat is een buitengewoon onwenselijk effect,” zegt de directeur van de Joodse Omroep, Alfred Edelstein. „Daar wordt de Joodse gemeenschap niet bepaald beter van. Dus hoezo vriendschap?” Edelstein was met name geschokt door een spotprent van Bas van der Schot in de Volkskrant. Daarin wordt Wilders afgebeeld als een Nederlandse Mussolini met op zijn revers een medaille met daarop een davidster. De Volkskrant weigerde zijn ingezonden brief te plaatsen, waarop Edelstein zijn abonnement opzegde. „Dat alle sympathie ineens aan de Marokkaanse kant komt te liggen is een onprettige bijkomstigheid,” meent Van der Wieken, „we moeten niet vergeten dat er wel degelijk grote problemen zijn met criminele Marokkanen.” De wijze waarop Wilders zijn gevolg bespeelde en zeventien keer ‘minder’ liet scanderen zorgde bij veel Joden voor een akelig déjà vu. „Vul het woord ‘Jood’ maar in voor ‘Marokkaan’ en je begrijpt waarom bij mij de nekharen recht overeind gingen staan,” zegt CIDI-directeur Esther Voet. Wilders’ optreden in het Haagse café deed Bernard Hammelburg sterk denken aan de eerste opruiende toespraken van Joseph Goebbels: „Ik weet ook wel dat die vergelijking mank gaat, want er is niemand die een volk wil uitroeien en zover zie ik het ook niet komen, maar de rillingen liepen me wel over de rug.” Vraag is hoe ernstig de situatie werkelijk is. Bevinden we ons in een tijdperk dat te vergelijken is met de jaren 30 van vorige eeuw? „Ik denk dat mijn vader al zijn koffers had gepakt als hij Marokkaan was geweest” zegt NRC-columnist Rosanne Hertzberger. „Ik bedoel maar te zeggen: als dit over Joden was gegaan en niet over Marokkanen, dan had de helft zijn biezen al gepakt. Maar ik verwacht niet dat er snel moskeeën in de brand zullen vliegen, want het hele land lijkt zich tegen Wilders te keren. Ook De Telegraaf, een krant die beweert de spreekbuis van het volk te zijn, distantieert zich van hem. Op Facebook zie ik hoe mensen die normaal helemaal niet politiek geëngageerd zijn, ineens hun afschuw over Wilders uitspreken. Dat vind ik geruststellend. Je kan in dit land blijkbaar heel ver gaan, je mag heel veel over minderheden zeggen, maar je mag ze niet allemaal over een kam scheren.”

Dieper en gemener
„Je ziet de intolerantie in onze samenleving steeds verder toenemen,” zegt Ron van der Wieken. „Alles wat anders is en afwijkt van de norm, ligt onder druk. Natuurlijk gaat het nu even specifiek over Marokkanen, maar vergis je niet: wij Joden zitten er altijd bij. Het is ondenkbaar dat we worden overgeslagen bij dit soort tendensen in de maatschappij. Ik bespeur al een tijdje een toename van het antisemitisme in Europa. Het wordt niet alleen méér, het wordt ook erger, dieper en gemener. Het verandert continu van vorm. Vaak manifesteert het zich als antizionisme, al dan niet verpakt als legitieme kritiek op Israël. Maar voor een heel groot deel is het niets anders dan verkapt antisemitisme. Wilders is zelf dan misschien geen antisemiet, maar zijn uitspraken passen wel in de toenemende aversie jegens alles wat afwijkt van de norm.” Met de verkiezingen voor het Europees Parlement voor de deur, blijft CIDI-directeur Esther Voet Wilders met argusogen volgen: „Als de PVV in Europa een front wil maken, dan zal er met extreem-rechtse partijen uit andere landen moeten worden samengewerkt. Wilders is al een alliantie aangegaan met het Front National en het Vlaams Belang en flirt nadrukkelijk met de Oostenrijkse FPÖ. Hij zal nog ten minste drie van dit soort partijen nodig hebben, omdat hij alleen dan aanspraak kan maken op Europese subsidie. En let wel, sommige van deze partijen zijn zuiver antisemitisch. Daar schuilt een gevaar in, maar ik word er niet bang van. Angst is tenslotte een slechte raadgever. Laten we vooral ons hoofd erbij houden, rationeel blijven. Je kan dit heel emotioneel benaderen, maar daar bereik je niets mee. Het CIDI blijft de situatie in de gaten houden, maar laten we de ernst van de situatie niet overdrijven. Nederland is nog altijd een land waar Joden relatief veilig hun leven kunnen leiden.” Volgens Gidi Markuszower hoeven Joden zich over Wilders geen zorgen te maken: „Ik ken Geert al jaren, hij is een goede vriend van mij en geloof me, hij is zeker geen racist.

Abonneer op het NIW

Abonneer nu!
Tags dit artikel heeft geen tags
Opmerkingen (0)
Plaats opmerking

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *