
Voorpagina van de Duitse krant Bild van vrijdag 25 juli 2014
Duitsland en Frankrijk werden de afgelopen weken geconfronteerd met virulent oplaaiend antisemitisme. Achter de hernieuwde Jodenhaat gaan verschillende werelden schuil. De Duitsers en Fransen reageren op eigen wijze.
Door: Ariane Kleijwegt
Nooit meer Jodenhaat’ en ‘Stop de haat!’. Uitgesproken koppen in de Duitse kranten afgelopen week. Via Twitter riep de grootste en invloedrijkste krant van Duitsland, Bild, haar landgenoten op hun stem te verheffen. Die boodschap ging vergezeld van een davidster en de citaten van 48 bekende Duitsers die zich uitspreken tegen antisemitisme, waaronder bondskanselier Merkel en president Joachim Gauck. Het waren uitzonderlijke voorpagina’s, maar het leverde ook hoongelach en woede op op Twitter, vooral door Duitsers van Turkse komaf. Die hekelden de ‘hypocrisie’ van Bild, dat een dag later een commentaar afdrukte waarin de islam als religie verantwoordelijk werd gehouden voor het oplaaiend antisemitisme. Bild-commentator Nicolaus Fest sprak van de islam als ‘integratiehindernis’ en ‘geïmporteerd racisme, alsof hij wil zeggen: antisemitisme in Duitsland dat heeft niets meer met autochtone Duitsers te maken, het komt van buiten.
Geen randverschijnsel
In een hoofdartikel in ‘Welt am Sontag waarschuwde politiek commentator Richard Herzinger de Duitsers voor dergelijke zelfgenoegzaamheid. Antisemitisme kwam de afgelopen week immers niet alleen uit immigrantenhoek. Een lokale CDU-politicus uit Nedersaksen trad donderdag terug nadat hij twitterde: ‘Joden zijn shit’. De partij van Merkel royeerde de al jaren actieve christendemocraat vanwege zijn uitlatingen. Maar ze staan voor meer, schetst Herzinger. Antisemitisme is geen randverschijnsel. Anti-Joodse sentimenten liggen nog steeds diep verankerd in de Duitse maatschappij. Clichés als zouden Joden Duitsers willen onderdrukken vanwege hun naziverleden, of complotdenken over Joodse regie over het internationaal financieel systeem zouden wijdverbreid zijn in de Bondsrepubliek. Net als in Frankrijk vormen de oorlog tussen Israël en Hamas en de bloedige beelden van slachtoffers in Gaza de aanleiding voor een reeks pro-Palestijnse betogingen. Maar de verbazing en verontwaardiging over de antisemitische incidenten in het kielzog van de protesten klinkt in Duitsland veel luider. Frankrijk is ze al langer gewend, bedreigingen zijn er al vaker uitgelopen op geweld. Het land kent zowel de grootste Joodse als islamitische gemeenschap van Europa, mede waardoor spanningen tussen beide groeperingen sneller oplaaien.
Monsterverbond
Vrees bestond er bij de oosterburen vooral voor escalatie van de jaarlijkse protestmars door Berlijn afgelopen vrijdag op Al Qudsdag (de laatste vrijdag van de maand ramadan). In de aanloop naar die betoging was er agressie op een voetbalveld. Pro-Palestijnse hooligans vielen een Israëlisch team aan dat een vriendschappelijke wedstrijd kwam spelen in Oostenrijk. En in Berlijn scandeerden pro-Palestijnse demonstranten leuzen als ‘Jood, Jood, jij bang zwijn. Kom naar buiten en vecht alleen. Israëlische toeristen in de buurt van de protesten werden belaagd. Ondanks de vrees voor escalatie lieten de Duitse autoriteiten de protesten gewoon doorgaan. In veel islamitische landen worden op Al Quds-dag massaprotesten georganiseerd tegen Israël. Dat leidt in de Duitse hoofdstad sinds jaar en dag tot een vreemd monsterverbond van activisten met moslimachtergrond, linksradicalen én neonazi’s. De manifestatie lokt ook traditioneel een antifascistische tegendemonstratie uit. Tussen de circa 1200 demonstranten, die zich volgens de organisatie nu hard maken voor de beëindiging van het militaire offensief van Israël in Gaza, liepen afgelopen vrijdag ook weer enkele kaalgeschoren koppen mee, met spandoeken waarop ‘Rabbi’s drinken kinderbloed’ te lezen was, berichtte de Berlijnse krant Tageszeitung. Het verwachte geweld bleef overigens uit. De Berlijnse politie was in groten getale uitgerukt om dat te voorkomen.
Kruidenierszaak
In Frankrijk zijn de protesten van een heel andere orde, meent de Franse politiek analist en expert op het gebied van antisemitisme, Jean-Yves Camus. Daar lopen pro-Palestijnse betogingen al enige weken uit de hand. In Parijs ging een kosjere kruidenierszaak in vlammen op nadat de sfeer omsloeg. Ook een drogisterij werd in brand gestoken om het simpele feit dat de drogist een Jood was en werden twee synagogen belegerd. Nieuw is dat linkse organisaties, die de pro-Palestijnse demonstraties van oorsprong organiseren, ‘volledige controle over de protesten zijn kwijtgeraakt’, zegt Camus. Een mengeling van rechts-extremisme en islamitisch gedreven pro-Palestinasentimenten zijn in Frankrijk minder zichtbaar. Alhoewel kranten als Le Monde in recente commentaren over het oplaaiend antisemitisme wel degelijk ook verwijzen naar de populariteit van extreem-rechts in Frankrijk. Volgens Camus komen de uitingen van antisemitisme onder migrantengroepen nu vooral voort uit de uitzichtloze sociaaleconomische situatie waarin velen van hen moeten leven in grootstedelijke achterstandswijken als de Parijse banlieue. „Ze zijn bovendien teleurgesteld in de socialistische regering van Hollande, wiens beloftes over betere tijden niet zijn uitgekomen.” Dat levert een aardige voedingsbodem op voor islamitisch fundamentalisme geïmporteerd door migranten uit Noord- en West-Afrika, stelt Camus. Tel daarbij op dat Frankrijk nooit eerder een premier had die zich zo openlijk pro-Israël opstelde als de recent aangetreden Manuel Valls – wat zorgt voor uiterst felle reacties – en je krijgt een gevaarlijke mix die nu tot uitbarsting komt.
Verbod
De reactie van de Franse regering op het recente antisemitische geweld is overigens resoluut. Die heeft er, in tegenstelling tot de Duitse autoriteiten, geen moeite mee om demonstraties te verbieden. Dit onder luid protest van de Franse media, die vrezen dat het olie op het vuur zal zijn. Minister van Binnenlandse Zaken Bernard Cazeneuve verdedigde zich vorige week met de woorden: „Het is niet het verbod dat tot geweld leidt, maar het geweld dat tot een verbod leidt.” De Fransen hebben de bloedige aanslag in Toulouse op een Joodse school in 2012 nog vers in het geheugen. Ook helder op het netvlies: voor de dodelijke aanslag dit voorjaar op het Joods museum in Brussel wordt een Fransman verantwoordelijk gehouden. Demonstraties verbieden ligt in Duitsland ingewikkelder. Daar steekt het Bundesverfassungsgericht, het gerechtshof dat alle politieke maatregelen aan de grondwet toetst, doorgaans een stokje voor. Bernd Palenda, Berlijns hoogste rechter, ziet er ondanks de recente incidenten in zijn stad dan ook geen reden toe. In een interview met Welt am Sontag zei hij bovendien ‘niet van nieuw antisemitisme te willen spreken’. Hoewel hij iedere uiting ervan ‘schrikwekkend’ noemt ziet hij ‘de recente pogingen tot geweld tegen Joden tot nu toe gelukkig als een randverschijnsel’. De demonstraties tegen Israël worden volgens Palenda niet centraal aangestuurd maar bestaan uit ‘een relatief brede beweging van verschillende groeperingen’. Voor veel Duitse media is het allemaal te soft. Opmerkelijk is dat een aantal invloedrijke Duitse commentatoren juist aandringt op een demonstratieverbod. „Op de woorden van politici moeten daden volgen”, meent Welt am Sontag. Om daarna te verzuchten: „Maar hoe valt dat te verwachten van een generatie die al bij het regelen van een verkeersongeval de autoriteit van de politie weghoont.”