Na vijf jaar niet-aflatende inzet door CDA-Kamerlid Pieter Omtzigt, is er eindelijk antwoord gekomen op zijn Kamervragen over het aantal Nederlanders die pensioenen genieten van buurland Duitsland.
Het gaat om Nederlanders die tijdens de Tweede Wereldoorlog in Duitse krijgsdienst hebben gediend, bijvoorbeeld bij de SS. Over die Kamervragen berichtten wij al eerder in het NIW. Uit de antwoorden van staatssecretaris Hans Vijlbrief blijkt nu dat het in 2019 nog ging om een bedrag van ruim 135 duizend euro. Het hoogste bedrag dat in dat jaar aan een individu werd uitgekeerd, was een kleine 17 duizend euro. Ook bleek dat 80 procent van de Nederlandse ontvangers hun Duitse pensioen niet opgaven aan de Belastingdienst, zoals wettelijk verplicht. Daardoor hebben ze jarenlang het hele bruto bedrag kunnen besteden. Omdat de gegevens van deze personen niet door Duitsland werden vrijgegeven, duurde het lang voordat er duidelijkheid kwam.
Omtzigt klopte aan bij collega-politici van de CDU, waarna de handen ineen werden geslagen. Kortgeleden kwam Duitsland met de informatie over de brug. Nederland heeft het recht de niet-geïnde belastingtegoeden terug te vorderen. Ook kunnen ze worden verhaald op eventuele erfgenamen. Vijlbrief belooft in zijn antwoorden dat deze navorderingen zo snel mogelijk zullen worden verstuurd.
De omissie is des te pijnlijker omdat slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog, niet alleen Joden maar ook degenen die bijvoorbeeld aan de Birmaspoorlijn hebben moeten werken, zeer summier of niet zijn vergoed.