Foto’s: Brendon Heinst
Aan het begin van de documentaire United we stand, musici in tijden van oorlog zien we celliste Maya Fridman in een internetgesprek met haar vader Alexander. Maya woont in Nederland, haar vader in Rusland. Het is eind februari 2022. Poetin is net Oekraïne binnengevallen. In Rusland stormen politieagenten concertzalen binnen om een einde te maken aan concerten waarin Oekraïense componisten ten gehore worden gebracht.
Fridman kan niet niets doen, ze moet als Russische iets ondernemen om Oekraïne te steunen, vindt ze. Ze is zich bewust van de persoonlijke consequenties die dat zal hebben voor haar en voor haar vader. Documentairemaker David van Tijn registreert het allemaal. “Kun je Rusland uit voordat deze film uitkomt?” vraagt Maya haar vader. “Dat weet ik niet, maar het mag je niet tegenhouden. Twijfel niet,” antwoordt Alexander. “Je moet hersenloos, krankzinnig en moedig zijn. Je moet zeker van je zaak zijn. Je mag je door niets laten weerhouden.” Moedig en compromisloos, dat is Maya Fridman. De gevolgen van haar stellingname aanvaardt zij en samen met de Oekraïense musici Anna Fedorova en Konstantyn Napolov onderneemt ze actie.
Begin maart al staat Fridman met andere Russische en Oekraïense musici in het Concertgebouw in Amsterdam voor een uitverkochte zaal. De opbrengst van het benefietconcert gaat naar Oekraïne. Er zullen nog veel optredens volgen. Het hele jaar door, overal in het land.
Als een kogel
Hoe anders was deze documentaire begonnen, vertelt maker David van Tijn. Het had eigenlijk een registratie moeten worden van de samenwerking tussen Fridman en componist Alexander Knaifel in Sint-Petersburg. Maar toen Poetin Oekraïne binnenviel, stond Fridmans wereld op z’n kop. Van Tijn: “Ik besloot in overleg de inhoud van de film om te gooien en de musici te volgen tijdens die benefietconcerten.”

Zo ontstonden persoonlijke portretten van de merendeels Joodse musici uit beide landen die de concertreeks tot stand brengen. Dit alles volgens het credo dat pianist Jevgeni Kissin aan het einde van de film uitspreekt: united we stand. Kissin zet zijn woorden kracht bij met Chopins Polonaise 53, bijgenaamd ‘de heroïsche’: “Ik speel iedere noot als een kogel naar de Russische indringers,” licht hij toe. Naast de portretten, met Fridman in de hoofdrol, toont de documentaire een stukje geschiedenis. De musici kunnen zich allemaal persoonlijk identificeren met wat in Oekraïne gebeurt. Zo vertelt zangeres Channa Malkin hoe haar grootouders in de Tweede Wereldoorlog in een kleine sjtetl woonden en uit Bessarabië moesten vluchten. Met Malkin trad Fridman voor de Russische inval al regelmatig op.
Begrip
De documentaire maakt duidelijk hoe groot de druk is die Rusland op muzikale landgenoten in het buitenland legt. Kissin vertelt hoe een in Oostenrijk wonende collega een brief van de Russische ambassade in de bus kreeg. Daarin stond onomwonden dat iedere blijk van steun aan het Oekraïense volk als landverraad wordt beschouwd en dat daar twintig jaar gevangenisstraf op staat. Van Tijn: “Toen ik deze film zat te monteren, informeerde Kissin me over een stuk dat hij net had gecomponeerd voor piano, cello en viool over de oorlog in Oekraïne. Daarin had hij volksmuziek vermengd met Joodse thema’s. Hij vroeg mij of Fridman dit stuk met haar collega’s zou willen spelen. Uiteraard zei ze ‘ja’. De wereldpremière van zijn stuk vond in oktober plaats in de Waalse kerk in Amsterdam.”
Na afloop voerde Van Tijn een lang gesprek met Kissin: “Daarin vertelde hij dat hij het derde deel van de compositie met Joodse thema’s speciaal had geschreven voor Zelenski en de Joodse soldaten die daar vechten. Waarom juist de Joodse, vroeg ik hem. Hij antwoordde: ‘Eeuwenlang waren wij de prominentste vervolgden in het Russische rijk en de Sovjet-Unie. Ik wil alle Joden in de wereld oproepen zich solidair te verklaren met degenen die nu de prominentste vervolgden van de Russen zijn. We zijn dat moreel verplicht.’ Wat hij daarmee zegt is: ja, wij begrijpen wat het is. En wij voelen per definitie dus wat de Oekraïners doormaken.”
Maya Fridman was kortgeleden te gast bij Eastsplainers, een bijeenkomst met Oost-Europese kunstenaars en wetenschappers voor Amsterdamse studenten. Er werd gevraagd hoe de oorlog voor haar als Russische nu voelde. Van Tijn was erbij: “Ze vertelde dat ze zich nooit Russisch had gevoeld. Russen waren voor haar mensen die op de deur van hun huis bonsden en soms zelfs ruiten ingooiden. Ze had zichzelf nooit als Russisch geïdentificeerd en vertelde hoe haar hele familie inmiddels was weggetrokken naar Zuid-Amerika, Europa en Israël. Ze voegde eraan toe dat dat eigenlijk buiten het werk stond dat ze nu voor Oekraïne deed. Maar dat is natuurlijk helemaal niet zo. Die familiegeschiedenis is aanwezig in alles wat ze nu doet.”

Verantwoordelijkheid
David van Tijn: “In de loop van het jaar heb ik Maya ook wel terneergeslagen gezien. Na de eerste maanden van de oorlog verslapte de aandacht in Nederland. Zalen die hadden toegezegd haar benefietconcert te programmeren, begonnen ineens af te zeggen. Ze waren bang dat de zaal niet meer vol kwam.” Toch zet ze door. Uit een gevoel van verantwoordelijkheid, zo zegt ze zelf. ‘Waarom weet ik niet, dat is gewoon wie ik ben’.”
Het woord ‘verantwoordelijkheid’ komt vaker terug in de documentaire. Ook bij violiste Dana Zemtsov, die met haar vader Mikhail meewerkt aan de concerten. De officieel Russische Zemtsov werd geboren in Mexico en vertelt: “Ik ben mijn hele leven maar één week in Rusland geweest en voelde me een toerist. Maar ik heb me nog nooit zo Russisch gevoeld als nu. Ik heb me nooit met het land geïdentificeerd en toch schaam ik me verschrikkelijk.”
Van Tijn: “Wat mij met veel van de musici verbindt, is dat ook ik tot de tweede generatie behoor. En die staat erom bekend idioot hard te werken.” Dat doet Van Tijn zelf ook. Pas later in zijn leven werd hij documentairemaker, daarnaast is hij kinderarts. “Ik voelde de drang verhalen te vertellen die mensen aan het denken zetten. Dat ze zichzelf de vraag stellen: wat kun je doen? En direct daarna: doe je het dan ook?”
De gesprekken met de musici worden in de documentaire gelardeerd met ontroerende muziek. Melodie van Miroslav Skoryk bijvoorbeeld. Of het ‘Gebed’ uit Ernest Blochs Uit het Joodse leven dat Fridman speelt met pianist Vadim Neselovskyi. Daarin komt ook duidelijk het vuur van de celliste naar voren. Of, zoals een van haar collega’s zegt: “In het dagelijks leven lijkt ze stil en verlegen, onzeker zelfs. Maar op toneel wordt ze ineens een imposant, vurig beest.”
Compassiemoeheid
Een belangrijk, herkenbaar gevoel verwoordt Neselovskyi als hem in de documentaire wordt gevraagd waarom hij aan de concerten meewerkt: “De belangrijkste reden is dat mensen de kans niet mogen krijgen te vergeten wat voor verschrikkelijke ramp zich in mijn thuisland afspeelt. Laatst hoorde ik een passende term: compassiemoeheid. Die slaat toe als een oorlog langer duurt.” Neselovskyi vertelt hoe hij dat zelf merkte: “Ik weet nog goed dat ik de eerste twee weken niets anders kon doen dan contact opnemen met mijn vrienden, iets proberen bij te dragen en het nieuws volgen natuurlijk. Maar langzaam maar zeker raak je gewend aan de situatie. Je dagelijks leven komt weer op gang en terwijl de tijd verstrijkt, krijg je misschien het idee dat het nu beter gaat in Oekraïne, terwijl dat natuurlijk helemaal niet zo is.”
Om Nederland aan de oorlog te herinneren, zendt de Joodse Omroep (onderdeel van de EO) deze boeiende en vaak ontroerende documentaire uit op zondag 26 februari, 15.05 uur, NPO 2.