Abonneer op het NIW

Het opinietijdschrift en cultureel magazine in één, voor iedereen geïnteresseerd in de Joodse wereld. Abonneer nu »

Nieuws

Feest- of verdeeldag?

De viering van Jom Jeroesjalajim mondt steeds meer uit in machtsverstoon van het religieus-zionistische deel van de Israëlische bevolking.

Bart Schut 03 juni 2022, 08:00
Feest- of verdeeldag?

Zeventigduizend waren het er, veel meer dan de politie had verwacht. Zeventigduizend vooral jonge Israëlische Joden die de hereniging van hun hoofdstad 55 jaar geleden vierden. Maar Jom Jeroesjalajim is in diezelfde hoofdstad snel aan het veranderen van karakter. Dat zag je aan de scheiding tussen jongens en meisjes, wat de viering van de overwinning door een leger dat in 1967 strikt seculier was, een opvallend religieus karakter gaf. Dat bleek ook uit het feit dat er bijna geen jonge mannen zonder keppel te vinden waren in de feestvierende massa.

Hoewel, feestvierend? Duizenden demonstranten – want het ging eerder om activisten dan om feestvierders – trokken zondag 29 mei door de Arabische wijk van de Oude Stad. Daar scholden zij Arabische bewoners uit, schopten ze tegen de rolluiken van winkels en scandeerden ze leuzen die je in een moderne, democratische staat niet verwacht: ‘Dood aan de Arabieren’ en ‘Wij hopen dat jullie dorpen zullen branden’. Velen droegen T-shirts met een M-16-geweer in een davidster, een logo dat dat van Hamas weerspiegelt. Op andere shirts was ‘Kahane had gelijk’ te lezen, een verwijzing naar de stichter van de in 1994 verboden extremistische Kachpartij.

La Familia
Jom Jeroesjalajim is steeds meer de dag aan het worden waarop het religieus zionisme zijn spierballen laat zien. Een opvallend groot deel van de jonge aanwezigen was a!omstig uit de Joodse steden en dorpen – ‘nederzettingen’ in het internationale jargon – op de Westelijke Jordaanoever. Zij zijn niet ultraorthodox, maar volgelingen van een politieke stroming die door velen als extreemrechts wordt aangeduid. Daartoe behoort de religieus zionistische partij van parlementariër Bezalel Smotrich, die terug wil naar een landbestuur zoals in de tijd van koning David en regelmatig de Knesset uitgezet wordt wegens onbetamelijk gedrag en taalgebruik. En parlementariër Itamar Ben-Gvir, die ervoor pleit ‘niet-loyale’ Arabisch-Israëlische burgers het land uit te zetten.

Ben-Gvir is ook de advocaat van Lehava, een extremistische organisatie die huwelijken tussen Joden en niet-Joden wil verbieden. Lehava was zichtbaar aanwezig op Jom Jeroesjalajim, waar Smotrich en Ben-Gvir als helden werden geëerd. Maar het wordt nog erger: ‘La Familia’, de racistische harde kern van de supporters van Beitar Jeruzalem, liet zich eveneens zien in de menigte. De doelpalen binnen het religieuze zionisme zijn zover naar rechts verschoven, dat premier Naftali Bennett zijn opwachting niet maakte. Terecht, de meeste demonstranten beschouwen de premier – nota bene een voormalige kolonistenleider – als verrader, omdat hij met (centrum)linkse en zelfs Arabische partijen in zee is gegaan. Bennett zou in de menigte zijn leven niet zeker zijn geweest.

Provocatie
Zo zorgt de viering van de hereniging van Israëls ongedeelde en onder het Joodse deel van de bevolking onomstreden hoofdstad voor verdeeldheid. Om nog maar te zwijgen over de Palestijnen, die de vlaggenmars door de Oude Stad – niet geheel onbegrijpelijk – als provocatie zien. Die groep hield zich opvallend op de vlakte en het kwam niet tot grootschalige geweldsuitbarstingen. Wel heeft Hamas, altijd bereid olie op het vuur te gooien, aangekondigd op een later moment met vergelding te komen.

Die vergelding zal met name bedoeld zijn voor de aanwezigheid van 2600 Joden op de Tempelberg, een record. Ook dit wordt door Palestijnen en moslims buiten Israël als provocatie beschouwd. In dat standpunt gaat natuurlijk een grote hoeveelheid hypocrisie schuil. Waarom zouden Joden niet een bezoek mogen brengen aan of zelfs bidden op de plek die voor hen al 1700 jaar heilig was voordat de eerste moslim er voet op had gezet?

Wraak
Sterker nog: de Israëlische minister van Defensie ten tijde van de verovering van de Tempelberg in de Zesdaagse Oorlog, de legendarische Moshe Dayan, gaf onmiddellijk het beheer van het heiligdom over aan de Jordaanse waqf. Dat was nogal een geste. Toen nog geen twintig jaar eerder de Jordaniërs de Oude Stad veroverden, werden alle Joden – mannen, vrouwen en kinderen – uit hun wijk verdreven en in twee decennia Jordaanse bezetting mocht er niet één terugkeren.

Datzelfde Jordaanse leger blies vervolgens in samenwerking met nog door de nazi’s opgeleide Palestijnse opstandelingen de Hurvasynagoge – de grootste en belangrijkste in de Oude Stad – de lucht in. Dayan wilde niets weten van wraak voor deze misdaden en garandeerde het recht van moslims hun heilige plaatsen op de Tempelberg te blijven bezoeken en beheren. Het geeft aan hoe snel en hoe sterk Israëls politiek aan het veranderen is: diezelfde Dayan, held van Israëls eerste drie oorlogen, zou afgelopen zondag tijdens de ‘viering’ van Jom Jeroesjalajim door een groot deel van de demonstranten ongetwijfeld als verrader worden beschouwd.

Foto: Flash90

Op zoek naar nog meer actualiteit? Met een abonnement op het NIW krijgt u toegang tot columns, opinies, analyses, nieuws – en achtergrondverhalen. Kies hier wat het beste bij u past.

Abonneer op het NIW

Abonneer nu!
Tags dit artikel heeft geen tags
Opmerkingen (0)
Plaats opmerking

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *