‘Fuck the Jews, right?’

YoramGroen_2025
Yoram Groen

Ik weet het, het begint niet fraai. Ik stond op een festival, net iets te ver heen om mezelf moreel scherp te noemen, toen ik per ongeluk tegen iemand aanliep met een kaffiya om zijn nek. We raakten aan de praat – of eigenlijk, we botsten letterlijk tegen elkaar op, lachten erom, en binnen tien seconden kwamen er al flauwe grappen over politiek uit. Ik wees naar zijn kaffiya, en toen zei ik het. Als grap, uiteraard, half schaterend, half testend:“Fuck the Jews, right?”

Hij lachte breed en riep met een soort enthousiasme dat je normaal alleen bij foute voetbalyells hoort: “Fuck the Jews!” Alsof het Berlijn was in 1936. En daarna, alsof we het scenario van een tragikomedie volgden, vroeg hij me in het Engels, met een dik aangezet Arabisch accent: “Waar kom je vandaan?” Ik keek hem recht aan en antwoordde, op dezelfde ironische toon: “Israël.” Zijn gezicht veranderde direct. Het was alsof ik hem met één woord een klap in het gezicht had gegeven. Van jolige medepelgrim naar bliksemflits in de ogen. Maar in plaats van weg te lopen of een scheldpartij te beginnen, zei hij: “Wacht even … echt waar?” Ik knikte. Hij keek me een paar seconden aan – en toen zei hij iets wat ik nooit had verwacht: “Oké … dan denk ik dat we moeten praten. Laten we gaan zitten, habibi.”

Doritos

En dat deden we. Midden op een festival, te midden van flikkerende lichten en dreunende techno, zaten een Joodse student uit Amsterdam en een Palestijnse jongen uit Libanon op een krat bier met een zak Doritos tussen hen in, te praten alsof de wereld even niet keek. We hadden geen agenda. Geen debat. Geen wie-heeft-er-meer-geledenwedstrijd. We spraken over hoe het is om op te groeien met het idee dat de ander je vijand is. Hoe vermoeiend het is altijd een standpunt te moeten hebben. Hoe ons beider vaders niet zouden begrijpen waarom we elkaar op dat moment niet in de haren zaten. Hij vertelde over zijn oma in een vluchtelingenkamp bij Sidon. Ik vertelde over mijn beste vriend die op 7 oktober is omgekomen in Israël. 

Echte toenadering gebeurt niet in taskforces of geforceerde dialogen

We hielden het simpel. We zeiden dingen die je in een klaslokaal nooit durft te zeggen, omdat je bang bent dat het debat ontspoort. Maar daar, op een festival waar even niemand zijn filters aan had staan, was het echt. En het gekke? Aan het eind van het gesprek zei hij: “Ik vind nog steeds dat zionisme het grote probleem is. Maar jij … jij bent wel oké.” En ik zei: “Ik vind nog steeds dat je gevaarlijk fout geïnformeerd bent. Maar ik vond het fijn met je te praten.” We schudden elkaar de hand, geen boks, geen selfie, gewoon een echte, volwassen handdruk. Daarna verdween hij weer dansend de menigte in.

Moe van de haat

Ik weet niet hoe hij heet. En ik weet dat we morgen waarschijnlijk weer lijnrecht tegenover elkaar staan als het debat losbarst. Maar wat me bij blijft, is dit: voor heel even waren we geen vertegenwoordigers van ideologieën. Geen verlengstuk van internationale conflicten. We waren gewoon twee gasten die allebei een beetje stuk waren, moe van de haat, en klaar voor een gesprek dat nergens toe hoefde te leiden behalve menselijkheid. Dat is iets wat universiteiten, politici en beleidsmakers zelden begrijpen. Echte toenadering gebeurt niet in taskforces of geforceerde dialogen in een klaslokaaltje. Het gebeurt per ongeluk en uit oprechtheid. Op plekken waar de maskers af zijn, de muren laag en de muziek hard. 

De moraal? Misschien geen enkele. Behalve dan deze: soms begint iets goeds met iets volkomen fouts. En als je daar doorheen weet te prikken, kan zelfs een ‘Fuck the Jews’-grap eindigen in iets wat verdomd veel lijkt op vrede. n

7 reacties

  1. Indien we in staat zijn elkaar primair als medemensen te zien, dan is er mogelijk nog hoop voor een vreedzame toekomst op deze aarde.

  2. In het donker lijkt een klein kaarsje een groot licht, maar een alcohol drinkende oppervlakkige Libanees is geen salafist en men leze de onderzoeken die keer op keer bevestigen hoe juist de moslimbroeders binnen en buiten de Arabische wereld blijven groeien. Niet oorlogen zijn daar de oorzaak van, maar, al vanaf de 19e eeuw en eigenlijk nog eerder, zuiver de aanraking tussen westerse cultuur en moslims. We hebben dus een serieus probleem en “we” dat zijn niet alleen wij, maar een ieder die geen strenggelovige moslim is. WIJ hebben alleen het “geluk” dat wij in de Qur’an en de daaruit ontwikkelde islamitische literatuur met naam en met toenaam als vijand van de islam worden genoemd. Laten we onszelf dus niet voor de gek houden, maar nadenken hoe we ons moeten voorbereiden op de toekomst.

  3. Nu nog tot elkaar komen zonder bier, drugs, boemboem-klanken en andere festivalroes (wie gisteren het rode lijn festival, eh pardon de demonstratie zag weet dat er nog een lange lange weg te gaan is).

Laat een antwoord achter aan jan Reactie annuleren

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Meer Gerelateerde Berichten

Culinair

Israëlische keuken in het beklaagdenbankje