Omdat ik bijna niet op het rabbinaatskantoor kom verstuur ik mijn papieren post, voor zover die nog bestaat, met een papieren enveloppe waarop ik een postzegel moet plakken. Omdat ik door mijn vorige tien postzegels heen was ging ik naar het postkantoor. Het postkantoor bestaat trouwens al heel lang niet meer in onze regio. Het is gewoon een kantoorboekwinkel die ook postzegels verkoopt en waar een doos staat waarin brieven gedeponeerd kunnen worden. Ik geef dus netjes aan dat ik een vel postzegels van €1 wil kopen. De mevrouw achter de balie en dus achter een plastic scherm, toont mij de postzegels en vraagt mij of de afbeeldingen op de postzegels aan mijn wens voldoen of dat ik misschien een ander soort postzegel wil hebben. Vervolgens, nadat ik ingestemd heb met de postzegels zoals ze mij die toonde en ik betaald had, wilde ik een van de postzegels op de enveloppe plakken die ik bij me had en die verstuurd moest worden. Ik had er nog even aan gedacht om de enveloppe op de weegschaal te leggen om te kijken of een postzegel van €1 voldoende was, maar op de weegschaal was een papier geplakt met daarop geschreven: storing. De dame achter de balie begreep kennelijk mijn twijfel en vroeg mij om haar mijn brief te geven opdat ze die kon wegen. En vervolgens legt ze de brief op de weegschaal waarop ‘storing’ stond en liet me weten dat €1 voldoende was. Ik vroeg me toen even af: wie is er gestoord: de weegschaal, de mevrouw achter de balie of ik? Maar na al deze extra service bij de aankoop van 12 postzegels, kwam de aap uit de mouw van de mevrouw achter de balie. ‘Mag ik u wat vragen? Wat vindt u van de hele toestand in de wereld rondom corona? Bent u ook van mening dat we allen in een trechter worden geplaatst?’ Ze heeft dus kennelijk het gevoel dat we door de Overheid of door de corona in een situatie belanden die onomkeerbaar aan het worden is. Ze was duidelijk erg bezorgd. Ik heb haar aangegeven dat uiteindelijk alles van Boven komt en dat we moeten aanvaarden zonder doemdenken en zonder onszelf in een trechter te duwen. Het wegen op de gestoorde weegschaal en de vraag aan mij of de afbeeldingen op de postzegels mij bevielen waren introducties die ze kennelijk nodig had om haar vraag te durven stellen. Ik verliet de winkel en hoop ik dat ik haar heb mogen helpen. Een onbelangrijk voorval, maar wie zegt mij dat deze ontmoeting minder waardevol was dan mijn quotes in het Financieel Dagblad in de krant van heden naar aanleiding van het gedoe rondom het Forum voor Democratie. Wat op onze weg komt moeten we oppakken, daar ligt op dat moment onze opdracht die van Hogerhand wordt aangereikt. Zo ook het gesprek rondom die postegels en zeker ook de ontmoeting die ik had met een overlevende van de oorlog. Als baby hadden zijn ouders hem weggegeven aan een katholieke vriendin. Zijn ouders werden vergast, de baby overleefde. Hij heeft nog wel herinneringen aan zijn onderduiktijd. Zo is hem bijgebleven dat zijn pleegouders hem ‘met de beste bedoelingen’ hebben laten dopen. Een Joods jongetje ‘met de beste bedoelingen’ laten dopen, gonsde het in mijn gedachte. Maar de uitleg volgde meteen. Het kleine Joodse mannetje had zowel hersenvliesontsteking alsook kinderverlamming gekregen, tegelijkertijd. Hij zou het niet overleven. Maar waar zou hij begraven moeten worden? De Joodse begraafplaats was natuurlijk niet aan de orde. Maar de Katholieke begraafplaats kon ook niet want hij was niet gedoopt. En dus hebben ze hem laten dopen opdat hij op z’n minst een graf zou kunnen krijgen. Laconiek reageert hij: ik kan nu dus alle kanten op! Het klinkt leuk, maar toont een tragedie. Hij is al decennialang bestuurder van een van de kleine Joodse gemeenten in ons land, omdat hij zich verbonden voelt met zijn ouders die hij nooit heeft gezien, maar die vermoord werden omdat ze Joden waren. Voor mij is deze man een held! En terwijl ik in het nu leef en vooruitdenk aan hoe we Chanoeka toch nog een beetje Chanoeka kunnen maken en dit jaar juist meer licht in duisternis, ben ik vandaag gebeld door Family7, door Christenen voor Israël en door EO-podcast van Margje Fikse NPO1 met het verzoek om mee te werken aan een oudejaars programma waarin ik met nog een aantal genodigden ga terugblikken op het afgelopen jaar, dat voor mij vandaag, met Chanoeka voor de boeg, nog lang niet voorbij is.
Dit is een persoonlijk dagboek van de opperrabbijn en valt buiten de verantwoordelijkheid van de redactie.