Abonneer op het NIW

Het opinietijdschrift en cultureel magazine in één, voor iedereen geïnteresseerd in de Joodse wereld. Abonneer nu »

Buitenland

Geen nazi’s alstublieft

Redactie 26 januari 2014, 00:00
Geen nazi’s alstublieft

 Er komt een wet in Israël die het gebruik van nazistische terminologie en concentratiekampkleding tijdens protesten verbiedt. Hoe verstandig is dat?

De Knesset heeft het gehad met de ‘cynische exploitatie van nazisymbolen die de gevoelens van overlevenden kunnen kwetsen’, in de woorden van Uri Ariel van de orthodoxe Nationale Unie. Hij diende het wetsvoorstel in op het gebruik van nazisymbolen, die op 11 januari voor de eerste keer de Knesset passeerde; die moet het uiteindelijk strafbaar stellen om iemand een ‘nazi’ te noemen en een gele ster te dragen tijdens een politiek protest. Verwante en aan het Derde Rijk en zijn leiders herinnerende scheldwoorden vallen ook onder de nieuwe wet, alsook het dragen van gestreepte kleding – geassocieerd met concentratiekampen – en foto’s of kunstwerken waarin de swastika op frivole wijze wordt ingezet. De straffen zouden tot NIS 100.000 of zes maanden gevangenisstraf kunnen oplopen. De kritiek die losbarstte ligt voor de hand. Een burgerrechtenbeweging, ACRI, vindt het gevaarlijk dat met deze wet het publieke debat wordt geketend; het hoort onder het recht van vrije meningsuiting dat er af en toe ‘harde, kritische en zelfs pijnlijke’ dingen kunnen worden gezegd. Israëlische twitteraars spuwden hun gal op de nieuwe wet.

Traditie
Het elkaar uitschelden voor ‘nazi’ is in het Israëlische politieke leven een ‘oude, waardevolle traditie’, aldus Haaretz, een door links en rechts gepraktiseerde gewoonte die niet zomaar kan worden onderdrukt. Ben-Goerion verwees ermee naar zijn ideologische rivaal Vladimir Jabotinsky, zelfs al vóór de Sjoa. In 1933 vergeleek hij zijn vijand in zijn geschriften en redevoeringen met Hitler; hij had het zelfs over ‘Vladimir Hitler’. In 1963 noemde hij Menachem Begin een ‘hitleriaans type’ en voorspelde dat wanneer hij ooit aan de macht zou komen hij zou regeren ‘als Hitler in Duitsland’. Dat was ná de Sjoa, en voor zover Ben-Goerion ooit naïef was geweest, had hij daarvoor in 1963 geen excuus meer. Begin retourneerde deze eer overigens tijdens de hevige onenigheid over de Duitse Reparatiebetalingen in 1951. De Likoed-leider verwees ook naar Arafat in Beiroet als ‘Hitler in zijn bunker’ en sprak over het níét binnenvallen van Libanon (1982) in de zwaarste bewoordingen: ‘Het alternatief is Auschwitz’. Waren dit gedachteloze overdrijvingen, doelbewust paniekzaaien, vormen van politieke hysterie? Of zien we hier een traditie die tussen Joden onderling nu eenmaal een andere klankwaarde heeft dan in een andere context? Nog in 1969 zei Abba Eban, bepaald geen hystericus en een man van Britse nuchterheid, tegen Der Spiegel d at d e k aart v an Israël vóór de veroveringen van 1967 ‘ons een beetje aan Auschwitz doet denken’ (‘has for us something of a memory of Auschwitz’), wat later door de media volledig werd vervormd tot ‘Auschwitz-grenzen’. In latere decennia werden de linkse politici voorzichtiger en vermeden het N-woord; ze beschreven hun ideologische tegenstrevers als ‘fascisten’ of als ‘mensen die aan duistere tijden herinneren’. De laatste grote ‘linkse’ overtreding werd begaan door de filosoof Yeshayahu Leibowitz, die de Israëlische militaire acties in Libanon ‘Judeo-nazistisch’ noemde. Het is ironisch dat de orthodoxen die nu de wet hebben ingediend de afgelopen decennia de voornaamste gebruikers waren van nazisymbolen. Tegenstanders van Rabin beeldden hem na ‘Oslo’ af in een SS-uniform, terwijl de ontruiming van de Gazastrook in 2005 ‘deportatie’ werd genoemd en de commissie die de verdreven Joodse inwoners nieuwe huizen moest bezorgen Judenrat. Linkse en seculiere media werden vaak als ‘goebelsiaans’ betiteld en met Der Stürmer gelijkgesteld; Tommy Lapid werd tijdens een toespraak door een orthodox parlementslid op een Hitlergroet getrakteerd.

Gezond verstand
We weten niet hoe de uiteindelijke formulering van de wet zal luiden en of hij streng zal worden gehanteerd. Kun je straks werkelijk een half jaar gevangenisstraf krijgen voor een opmerking als ‘je lijkt Richard Heydrich wel’? Het lijkt erop van niet; het gezond verstand- gedeelte van de wet is vooral gericht op het gebruik tijdens demonstraties of in andere situaties in de openbare ruimte, waarbij nazisymboliek zichtbaar voor oneigenlijke doeleinden wordt gebruikt. Maar het werkelijke probleem ligt volgens Benny Ziffer (in Haaretz) elders. Hij ergert zich aan het verbale wangedrag van zijn medeburgers; het is geen uitzondering dat hij in een lange rij voor een loket iemand hoort roepen ‘hé, is dit soms Auschwitz?’, een fenomeen dat hij ‘het trivialiseren van de Sjoa’ noemt; ‘Auschwitz’ en ‘Sjoa’ zijn ‘routinemetaforen’ geworden voor iedereen die zich eventjes onrechtmatig behandeld voelt – tweede- en derdegeneratietrauma’s die het resultaat zijn van opvoeding, niet van dramatische eigen ervaringen. De Israëli’s die zelf de Sjoa niet hebben meegemaakt zijn grootgebracht op een dieet van gruwelverhalen en lijken te denken dat ze, wanneer ze niet voor zichzelf opkomen en assertief zijn, het lot zullen delen van de mensen die de gaskamers in werden gedreven. Deze trivialisering zou moeten worden aangepakt, vindt Ziffer, en dat doet deze nieuwe wet niet.

Abonneer op het NIW

Abonneer nu!
Tags dit artikel heeft geen tags
Opmerkingen (0)
Plaats opmerking

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *