Oud-politicus Hanneke Gelderblom waarschuwt voor oneigenlijke beweringen in het debat binnen de protestantse kerk, naar aanleiding van het recente voorstel de verbondenheid met het Joodse volk te verbreken. “Dat de discussie schuurt, betekent dat het echt ergens over gaat.”‘De ‘onopgeefbare verbondenheid met het volk Israël’ binnen de PKN ter discussie stellen is gevaarlijk. Het biedt kwaadwillenden ruimte het jodendom opnieuw te beperken tot een religie. En een religie heeft geen land nodig. Spreek dus over ‘het Joodse volk’. Weg is dan de mist waar dominee Offringa bang voor is.”
Aan het woord is Hanneke Gelderblom, oud-D66-politicus, mediator en actief in het Overlegorgaan Joden, Christenen en Moslims (OJCM). Ze reageert hiermee op het voorstel van dominee Jan Offringa van de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) om de zinsnede over die ‘onopgeefbare band’ uit de kerkorde van de PKN te schrappen.
“Joden zijn een volk. Daaraan openbaar twijfelen speelt partijen als BDS, premier Abbas en Palestijnse christenen in het Midden-Oosten in de kaart. De laatsten willen dat de kerk terugkeert naar de onvervalste substitutietheologie, waarin het jodendom heeft afgedaan en vervangen is door het christendom.”
‘Je kunt niet om de politieke context heen. Samen teksten uit het Oude Testament bediscussiëren is onvoldoende’
Opties
Gelderblom verwijst naar het Kairos-document uit 2010, waarin het land Israël ‘een zonde tegenover God’ en ‘een verkeerde interpretatie door sommige theologen’ wordt genoemd en ‘schijnbaar gebaseerd op de Bijbel’. Het Kairos-document is door de Wereldraad van Kerken wereldwijd verspreid. “Palestijnse ideologen zoals PLO-president Mahmoud Abbas gaan zelfs zo ver te beargumenteren dat Joden niets met dat stukje territorium in het Midden-Oosten te maken hebben. Alle opgravingen die de meer dan tweeduizend jaar Joodse aanwezigheid in en verbondenheid met dit land aantonen, bestempelt hij als geprefabriceerd en nep.”
“Ik verdenk dominee Offringa niet van een geheime agenda als hij de zinsnede ‘onopgeefbare verbondenheid met het volk Israël’ ter discussie stelt,” zegt Gelderblom. “Ik struikel wel over zijn uitweiding over Joden als het uitverkoren volk, iets wat altijd tegen ons gebruikt wordt en een onjuiste vertaling is. Volgens ‘onze’ uitleg waren Joden ooit het enige volk dat de Tora en de 613 geboden wilde accepteren. Ik zie het zo: Joden, christenen en moslims zijn drie kinderen uit één gezin, met uiteraard overeenkomsten en verschillen. En ja, het jodendom is het oudste. Daar kun je op verschillende manieren mee omgaan: de oudere broer accepteren als een gegeven, van wie je zelfs wat zou kunnen leren, of je kunt plannen beramen om hem weg te werken, te vermoorden, om zelf de oudste te zijn. Gelukkig kiest de scriba van de PKN, René de Reuver, duidelijk voor de eerste optie. Ik stel voor dat we deze concurrentiestrijd nu voor eens en altijd stoppen.”
De substitutietheologie heeft in protestant Nederland officieel afgedaan. Dat blijkt ook uit de tekst in de kerkorde. Gelderblom noemt de discussie naar aanleiding van het pamflet van dominee Offringa verder onvolledig. Die is nu voornamelijk theologisch van aard en dat vindt ze te beperkt. De dialoog moet volgens haar op een bredere leest worden geschoeid. “Je kunt niet om de politieke context heen. Het is leuk en waardevol om als Joden en christenen samen teksten uit het Oude Testament te lezen en te bediscussiëren, maar dat is onvoldoende. In het OJCM trekken Joden, christenen en moslims samen op en snijden we vraagstukken aan op het snijvlak van religie en maatschappij. Bijvoorbeeld, wat betekent Jeruzalem voor de drie religies? Dat weten we niet van elkaar en daar moeten we het wel over hebben. Maar twee dingen staan niet ter discussie: Joden zijn een volk en het bestaansrecht van Israël is een feit. Alleen met die uitgangspunten kunnen we een dialoog voeren. En dat die discussie schuurt, hoort daar bij. Dat betekent ook dat het echt ergens over gaat.”
Kritiek op de politiek van Israël kan, mag en moet, zegt Gelderblom. “Dat premier Netanyahu bestreden moet worden in zijn pogingen de democratie in Israël uit te hollen en de mensenrechtensituatie voor de niet-Joodse bewoners te minimaliseren, daarover ben ik het volmondig met Offringa en vele anderen eens.”