Door Frits Barend
Oud-premier Dries van Agt vond dat hij een gouden primeur had na zijn bezoek aan oud-burgemeester van Amsterdam Ed van Thijn. Gunde hij de primeur aan SBS Shownieuws of aan RTL Boulevard? Helaas, de vaste showrubrieken hadden het nakijken, zij moesten het weer doen met Paay, Joling en Gordon.
NRC mocht het ‘nieuws’ brengen, nieuws dat ook niet had misstaan in Story of Privé. Roddelpater Dries onthulde in NRC dat Ed van Thijn ‘inmiddels ernstig invalide is geworden en is opgenomen in een particuliere kliniek.’ Of dat relevant is? Nee. Van Thijn woont in een mooi verzorgingstehuis, heeft alle wedstrijden van het WK gezien, is sinds kort lid van de bordjesclub van Ajax, leest bijna elke dag een boek en ja, zit in een rolstoel. Van Agt misbruikte onbelangrijk, deels onwaar, maar vooral zeer privé non-nieuws over Van Thijn om zijn eigen nepnieuws te verhullen. Feit is wel dat Van Agt dit voorjaar op bezoek is geweest bij Van Thijn. Tussen de twee bestaat al jaren een soort gewapende vrede na de mislukte kabinetsformatie in 1977 waarover Van Thijn uitgebreid heeft geschreven in het prachtige Dagboek van een onderhandelaar. Volgens Van Thijn had hij in 1977 bijna een half jaar voor niets onderhandeld met het CDA omdat Van Agt nooit met de PvdA, de winnaar van de verkiezingen, had willen regeren. Van Agt was na bijna zes maanden onderhandelen met de PvdA binnen twee weken rond met de VVD van Hans Wiegel, opvallend snel vond Van Thijn.
Na het ‘gezellig samenzijn’ dit voorjaar in ‘de kliniek’ waar ze samen een glaasje port hebben gedronken, zou Van Thijn volgens NRC hebben gezegd: “Dries heeft de boel destijds belazerd. Hij was tegelijk met Wiegel aan het onderhandelen.” Niets nieuws, weten Haagse insiders. Toch wel, want het citaat maakte Van Agt zo boos, dat hij een artikel stuurde aan NRC, waarin hij naast de privé-onthullingen schreef: “Die beschuldiging (van Van Thijn) staat haaks op de waarheid. Ik verklaar hierbij nadrukkelijk dat ik met Hans Wiegel geen woord heb gewisseld over de kabinetsformatie voordat de onderhandelingen over de vorming van een kabinet-Den Uyl II waren afgebroken en ik van de koningin de opdracht had gekregen te onderzoeken of een kabinet CDA/VVD tot stand kon worden gebracht.” Helaas voor Van Agt tonen geschreven bronnen aan dat de strekking van zijn artikel in NRC ‘haaks op de waarheid’ staat.
Postduif
In het boek Hans Wiegel en het spel om de macht uit 1993 schrijft journalist Jan Hoedeman: “Professor Van Duynstee, een vriend van Van Agt, is in de laatste week van september 1977 op bezoek geweest bij Hans Wiegel, zes weken voor de VVD aan de onderhandelingstafel zou plaatsnemen. Van Duynstee: “De kern van de boodschap aan Wiegel was: ‘Weest u verstandig, doet u publicitair ook kalm aan, het kan zijn dat de bal uw kant op rolt.’ Wiegel, die blijkbaar ook wel eens kon zwijgen, heeft ‘nadrukkelijk niet gevraagd namens wie hij kwam’”.
Zo bedreef Van Agt in 1977 dus landelijke politiek: hij huurt een zeer invloedrijk CDA-partijgenoot in als postduif en kan dan zelf volhouden: “Ik heb met Hans Wiegel geen woord gewisseld.” De tweede bron die het artikel van Van Agt onderuithaalt is een brief die dezelfde professor Van Duynstee had geschreven aan Van Thijn nadat hij Dagboek van een onderhandelaar had gelezen. In die brief refereert hij aan de invloed van de affaire Menten begin 1977 op de zielenroerselen van toenmalig minister van Justitie Van Agt: “Die affaire had bij Van Agt een diepe aversie tegen de PvdA veroorzaakt. U (Van Thijn) heeft kennelijk niet aangevoeld dat geleidelijk aan de aversie bij het CDA moest toenemen (…) dat het CDA nooit een tweede kabinet Den Uyl wilde”.
De brief waarin CDA-coryfee Van Duynstee schrijft ‘dat het CDA nooit een tweede kabinet Den Uyl wilde’ en zijn uitspraken in het boek van journalist Hoedeman staan ‘haaks op de waarheid’ van Van Agt. Om een rubriek in NRC te parafraseren: wij beschouwen het citaat van Van Thijn als volledig waar en de strekking van de ingezonden brief van Van Agt in nota bene NRC als volledig onwaar.