Abonneer op het NIW

Het opinietijdschrift en cultureel magazine in één, voor iedereen geïnteresseerd in de Joodse wereld. Abonneer nu »

Binnenland

Herherherijken 

Redactie 31 oktober 2014, 00:00
Herherherijken 
Herdenking Dam 2014_Foto 4 en 5 mei comite_ Jasper Juinen

Foto:4en5mei comité/ Jasper Juinen

Onlangs presenteerde het Nationaal Comité 4 en 5 mei een concepttoekomstvisie. Die is goed ontvangen, zelfs nogal enthousiast onthaald, ook in Joodse kring. Dat is onbegrijpelijk, want de inhoud van het document biedt daartoe geen aanleiding.

Auteur: Philip van Tijn

De tijd schrijdt voort, generaties volgen elkaar op, de samenstelling van de bevolking wijzigt, het denken verandert (…).’ Deze zinsnede is al te vinden in de eerste alinea van de Inleiding tot de Concept Toekomstvisie 4 en 5 mei van het Nationaal Comité 4 en 5 mei. En eigenlijk kun je dan al ophouden met lezen. De Tweede Wereldoorlog is een gestold feit; de betekenis daarvan verandert niet door wat dan ook.

Stelt u zich eens voor dat in Frankrijk een ‘Concept Toekomstvisie 14 juli’ verschijnt waarin deze zinsnede te vinden is. Het denkend deel der natie zou diegenen die verantwoordelijk zijn voor dit proza op de Place de la Bastille onder de guillotine leggen, al moet deze daarvoor uit het museum komen. En zelfs het Nationaal Comité zal kunnen uitrekenen dat sinds 1789 meer generaties elkaar hebben opgevolgd dan sinds 1945. In Frankrijk wordt nu al een paar eeuwen op Quatorze Juillet de kern van de Franse Revolutie herdacht: Liberté, Egalité, Fraternité. De kernwaarden, om het eigentijds te formuleren. En dat in die 225 jaar de inhoud van die kernwaarden niet ongewijzigd is gebleven, is logisch. De essentie van de 14e juli is in wezen in al die jaren niet veranderd, maar wel de verbijzondering van de inhoud.

Oorlogsslachtoffer
Van 1940 tot 1945 is Nederland betrokken geweest bij een wereldoorlog. In die jaren zijn ruim 100.000 Joden en naar schatting een paar honderd Roma en Sinti vermoord vanwege hun afkomst, hun ‘ras’. Ook is een aantal militairen gesneuveld, zijn verzetsstrijders gefusilleerd of in concentratiekampen verdwenen en vermoord en zijn gewone burgers vroegtijdig aan hun einde gekomen door ziekte en honger. Al deze mensen kunnen wij oorlogsslachtoffer noemen. Slachtoffer zijn ook de Nederlanders (en ook een aantal Indo-Europeanen; diegenen die ondanks hun afkomst toch in de kampen belandden; er is ook een onvoorstelbaar groot aantal ‘inlanders’ door de Japanners vermoord, maar hun herdenking valt tussen de Indonesische wal en het Nederlandse schip) die Japanse internerings-, werk- en concentratiekampen niet hebben overleefd. En slachtoffer ten slotte zijn ook mensen die de oorlog in Europa of Azië wél hebben overleefd, maar daar allesbehalve ongeschonden uit zijn gekomen, fysiek en/of psychisch.

Al deze mensen behoren te worden herdacht op de Dam in Amsterdam, de navel van Nederland, bij het Nationaal Monument, op 4 mei om 8 uur ’s avonds. Na 1945 zijn ook Nederlanders omgekomen bij gebeurtenissen die wel onder de noemer worden gebracht van ‘strijd voor onze vrijheid en de rechtsstaat’. Daaronder vallen nogal uiteenlopende oorlogshandelingen als de politionele acties in Nederlands-Indië, de Koreaanse oorlog, Uruzgan, Libanon. De ene oorlog hevig controversieel, de andere door nagenoeg de hele Nederlandse bevolking als rechtvaardig en terecht gezien. Maar alle hebben plaatsgevonden na 1945 en zij hebben dus niets te maken met de Tweede Wereldoorlog. Behalve wanneer je die oorlogen ziet als gebeurtenissen die noodzakelijk waren om een nieuw 1939-1945 te voorkomen – een nogal wrakke redenering. ‘Dat is geen kwestie van de herdenking verwateren, maar de teloorgang van de vrijheid in de oorlog nadrukkelijk verbinden met het actuele, volkenrechtelijke ideaal.’ Voor zover ik het meen te begrijpen – en dat is een hele toer bij uitspraken van Jacques Wallage, deze keer in zijn kwaliteit van vicevoorzitter van het Nationaal Comité – blijf ik toch wat puzzled. Zijn die arme gesneuvelde jongens in de politionele acties gevallen voor het actuele, volkenrechtelijke ideaal?

Tevreden
De Concept Toekomstvisie is goed ontvangen, zelfs nogal enthousiast onthaald, tot mijn stomme verbazing ook in Joodse kring. Meneer Fransman, voorzitter van het CJO, was in zijn nopjes en ook anderen leken tevreden. Dat was ook de teneur van de vier columnisten vorige week in het Forum van het NIW.

Toegegeven, makkelijk is het niet allemaal en je kunt nauwelijks verwachten dat een scheef- en wildgroei van decennia door een onmachtig Comité in één klap wordt gecorrigeerd. Maar het curieuze is dat die goede ontvangst vooral te danken is aan het feit dat volgens de Visie de Tweede Wereldoorlog centraal zal staan en dat de slachtoffers herdacht (zullen) worden en niet de daders. Geweldig! Dat betekent dus dat wij kennelijk in de afgelopen 69 jaar op 4 mei op de Dam ook de daders hebben herdacht en dat WO II niet centraal stond. Dat is natuurlijk niet waar, want tot 1987 hebben we, onder verantwoordelijkheid van het gemeentebestuur van Amsterdam, precies gedaan wat het Nationaal Comité nu, na tal van flaters en ‘verkenningsbijeenkomsten’, geconcipieerd heeft.

In 1987 moest het roer om, werd de herdenking een aangelegenheid van Rijk en monarchie en kwam een megabestuur tot stand dat bestond en bestaat uit een enkeling die weet waarover het gaat en verder qualitate-qua topambtenaren, generaals en voormalige bestuurders. Daarna zette in snel tempo de verwatering in, namen uniformen en andere hoogwaardigheidsbekleders de plaats in van gewone Amsterdammers en Nederlanders en werd de Dam een plaats die je op 4 mei maar beter kon mijden. En dat terwijl elk jaar op 15 augustus bij het Indië-monument in Den Haag een herdenking plaatsvindt waar weliswaar de keurige pakken en uniformen op de eerste rijen zitten en de slachtoffers en hun nazaten daarachter, maar die toch even stijlvol als gewoon en echt is, even zuiver als oprecht, even recht voor zijn raap als ontroerend, georganiseerd door een klein bestuur en een kleine staf, met weinig budget en geen kapsones. En zonder toekomstvisies en herijkingen. Natuurlijk verdienen de slachtoffers uit Uruzgan cum suis een herdenking, maar niet in een idiote vermenging met de slachtoffers van ’40-’45.

‘Er is geen hiërarchie in persoonlijk lijden’, orakelt de Toekomstvisie, maar daar hébben we het niet over. Waar we het over (horen te) hebben is het verschil tussen enerzijds de moord op honderdduizend (miljoenen, Europees gezien) onschuldigen, alleen op grond van hun afkomst, te midden van absolute wette- en rechteloosheid, en anderzijds de dood van militairen in een weliswaar zinloze maar democratisch tot stand gekomen opdracht van hun regering en vrijwilligers die terdege beseften wat hun lot kon zijn. Dood is dood, in dat opzicht is er inderdaad geen hiërarchie, maar je moet wel een plank voor je kop hebben om dat verschil niet te zien. ‘Auschwitz dient benoemd te worden’ staat er – doe dat dan ook!

Concept
Op deze plaats gekomen besef ik dat ik een groot risico loop, dat het Nationaal Comité zal zeggen: ‘Maar je moet wel beseffen dat dit nog maar een “concept” is; er kan nog van alles veranderen. Er komen nog vijf echte “debatbijeenkomsten”, waar iedereen zijn mening mag geven.’ Want men wil ‘in een Natuurlijk verdienen de slachtoffers uit Uruzgan cum suis een herdenking, maar niet in een idiote vermenging met de slachtoffers van ’40-’45  permanente dialoog met de samenleving’ staan.

Ik ben zo vrij dat alleen voor kennisgeving aan te nemen. Het voltallige Nationaal Comité heeft zijn fiat al gegeven en vermoedelijk ook hooggeplaatsten achter de schermen. Bij dergelijke bijeenkomsten verandert nog wel een puntkomma in een dubbele punt. Misschien dat na felle discussie ‘wezenlijk’ wordt veranderd in ‘ingrijpend’; het concept zegt immers dat het niet ‘in beton is gegoten’. Ik zal die debatbijeenkomsten dus niet bijwonen. ‘Voor ten minste twee groepen geldt dat zij een oorlog-in-de-oorlog hebben meegemaakt’, raaskalt de Conceptvisie en dat zijn de voor het grootste deel vermoorde Nederlandse Joden en de slachtoffers van de Jappenkampen.

Nee, mevrouw Leemhuis- Stout en meneer Wallage, voorzitter en vicevoorzitter van het Nationaal Comité en die overige 13(!) bestuursleden. We hebben het niet over bijvangst: de vernietiging van de Nederlandse Joden en het grote lijden en de dood van zovelen in Nederlands-Indië ís de oorlog, en niet die fiets op houten banden en de tulpenbollen en de gekruiste vingers die – o, hoe dapper – samen de W van Wilhelmina maakten. De moord op de indianen bij de verovering van Noord-Amerika door de blanke kolonisten was niet de verovering-in-de-verovering, maar het wás de verovering. Het moorden en plunderen van alles en iedereen op de route van de Kruisvaarders was niet de kruistochtin- de-kruistocht, maar dat wás de Kruistocht. Als het Nationaal Comité dit soort dingen niet begrijpt kan het beter collectief zijn functie ter beschikking stellen.

Dat maakt de weg vrij voor nog één herijking, om nu voor eens en voor al vast te leggen waarom 4 mei bestaat, waarom een nationale herdenking bestaat. Eén definitieve herijking, die inhoudt een teruggaan naar de essentie, immuun voor de voortschrijdende tijd, de opeenvolgende generaties en de wijziging van de samenstelling van de bevolking, waarmee de Visie ten onrechte schermt.

 Philip van Tijn is lid van de Raad van Toezicht van het Joods Historisch Museum. 

Abonneer op het NIW

Abonneer nu!
Tags dit artikel heeft geen tags
Opmerkingen (0)
Plaats opmerking

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *