Even leek de tweede golf – die eigenlijk geen tweede golf is, maar een tweede piek van de eerste golf – over zijn hoogtepunt. Op zondag 2 augustus lag het aantal nieuwe besmettingen met het coronavirus in Israël ineens een stuk lager dan in de voorafgaande dagen: 597. En dat terwijl in de vier weken daarvoor dit cijfer praktisch geen dag onder de duizend was gekomen, met een absolute uitschieter op 28 juli: 2308. Ter vergelijking: het in april veel zwaarder getroffen Nederland had als hoogtepunt 1335 – en dat met bijna tweemaal zoveel inwoners.
597 dus, het laagste aantal besmettingen in een maand. Reden voor Yuli Edelstein, de man die er als Knessetvoorzitter zo’n potje van maakte dat hij werd weggepromoveerd naar het ministerschap van Gezondheid, te beweren: “We zijn erin geslaagd de stijging van het aantal infecties tegen te houden.” Te vroeg gejuicht. De daling bleek het gevolg van een plotseling vermindering van het aantal coronatests. Het percentage positieve tests bleek zelfs hoger dan voorheen. Op maandag en dinsdag steeg het aantal nieuwe besmettingen alweer naar resp. 1615 en 1768 – meer dan tweemaal zoveel als op de hoogste piekdag in april.
Nog verontrustender is de stijging van het aantal sterfgevallen. Er zijn sinds 1 juni ruwweg evenveel Israëli’s overleden aan de gevolgen van covid-19 als vóór die datum. Afgelopen dinsdag stierven vijftien Israëli’s aan de ziekte, een triest record voor de Joodse staat. En hoewel het totale aantal sterfgevallen op slechts een fractie ligt van dat van Nederland – dinsdag was dat 561 versus 6151 – zijn de afgelopen maand meer Israëli’s dan Nederlanders aan de epidemie omgekomen en ligt het aantal nieuwe besmettingen in de Joodse staat op een veelvoud van die in ons land.
Reden voor premier Benjamin Netanyahu een sombere toon aan te slaan als reactie op een studie van de Universiteit van Oxford waaruit blijkt dat Israël – in het begin van de pandemie hét voorbeeld van effectieve virusbestrijding – nu in de mondiale top tien staat van besmettingen per hoofd van de bevolking. “Dit is slecht nieuws,” vond Netanyahu, nogal voor de hand liggend. “Het goede nieuws is dat we de afgelopen twee weken het plafond hebben bereikt.” De premier waarschuwde dat een verdere stijging zou kunnen leiden tot een besmettingsniveau ‘waar wij niet tegen opgewassen zijn’.
Tijd voor nieuwe strenge maatregelen, zou je zeggen. In plaats daarvan besloot de premier opnieuw toe te geven aan de druk van de ultraorthodoxe partijen in zijn regering, en Israëls grenzen te openen voor meer dan 20 duizend buitenlandse studenten, onder wie 12 duizend jesjieveleerlingen. Reden voor een vertwijfeld Knessetlid van de Arbeidspartij te vragen waarom religieuze studenten meer rechten hebben dan familieleden van Israëli’s die al maanden het land niet in mogen.
Maar geen zorg, met een beetje ‘geluk’ hebben de Israëli’s binnenkort iets anders dan het coronavirus of de daarmee gepaard gaande instorting van de economie om zich druk over te maken: nieuwe verkiezingen. Dat zit zo: Netanyahu wil graag een begroting voor één jaar indienen bij de Knesset, maar zijn vicepremier Benny Gantz gaat alleen akkoord met een tweejarige begroting. Waarom? Omdat Gantz over anderhalf jaar Bibi wil aflossen als minister-president en als de dood is dat Netanyahu volgend jaar de begrotingsronde zal gebruiken om een breuk in de coalitie te forceren en als premier nieuwe verkiezingen in te gaan. Met een begroting voor twee jaar bestaat die mogelijkheid niet en zo hoopt Gantz dat zijn kans het premierschap over te nemen, groter wordt. Het risico bestaat echter dat als de twee er nu niet uitkomen, de regering nog dit jaar valt, waarmee Gantz’ kansen op het premierschap – zeker gezien zijn slechte positie in de peilingen – tot praktisch nul gereduceerd zouden worden.
Foto: David Cohen / Flash 90