Abonneer op het NIW

Het opinietijdschrift en cultureel magazine in één, voor iedereen geïnteresseerd in de Joodse wereld. Abonneer nu »

Buitenland

Hij doodde de moordenaar

Redactie 22 november 2013, 00:00

handcuffed-jack-ruby-killer-of-jfk-everettJack Ruby doodde de moordenaar van Kennedy, en werd daarmee zelf  beroemd. Het was de eerste real time moord op de Amerikaanse televisie. 

Vroeg beëindigde levens leiden  tot mythevorming, dat gold  zowel voor John F. Kennedy,  vrijdag een halve eeuw geleden  vermoord, als voor de  moordenaar van zijn moordenaar  Lee Oswald. Omdat Jack Ruby hem  twee dagen na de dood van JFK doodschoot  kon Oswald niet worden ondervraagd over  zijn motieven en over eventuele medeplichtigen.  Onderzoek van commissies moest  uitsluitsel brengen; de Commissie-Warren  stelde in 1964 vast dat Oswald alleen had gehandeld,  waar de samenzweringsliefhebbers  zich uiteraard niets van aantrokken.  Ook de Joodse Ruby handelde op eigen  initiatief, maar hij kwam in de loop der jaren  met verschillende verklaringen voor zijn  daad. Hij wilde Dallas op een bepaalde manier  ‘verlossen’ van de schuld van de moord  en Jacqueline Kennedy het leed besparen om  terug naar Dallas te moeten komen voor een  proces; een andere keer zei hij dat hij het deed  om ‘te laten zien dat Joden lef hebben’. Een  maffia-hitman verklaarde dat Ruby deze klus  voor straf moest opknappen van de maffia,  omdat hij er eerder niet in was geslaagd om  de dood van Oswald te laten ‘regelen’ door de  politieagenten die hem bewaakten.  Op 24 november 1963 zou Oswald van het  hoofdbureau van de politie in Dallas naar  een gewone gevangenis worden gebracht,  maar de toestand daar was zo chaotisch  dat nachtclubeigenaar Jack Ruby vanuit de  mêlee kon opduiken om een enkel schot af  te vuren; hij raakte Oswald in zijn buik en  Oswald overleed minder dan twee uur later.  De Commissie-Warren vond geen sporen van  een bredere samenzwering. In maart 1964  werd Ruby ter dood veroordeeld, maar hij  ging in hoger beroep met het bezwaar dat hij  in Dallas geen eerlijk proces had gehad. Hij  kreeg gelijk en er werd een nieuw proces gepland  voor februari 1967, maar in december  1966 moest Ruby naar het ziekenhuis: hij had  longkanker en overleed op 3 januari 1967 in  het Parkland Hospital, hetzelfde ziekenhuis  waar Kennedy en Oswald waren gestorven.

Dysfunctioneel 

Jack Ruby werd op 25 maart of 25 april 1911  geboren als Jacob Leon Rubenstein, het vijfde  kind in een dysfunctioneel, Joods gezin  in Chicago. Zijn ouders, Joseph en Fannie,  waren Joden van Poolse afkomst; Joseph was  een gewelddadige dronkenlap en Fannie leed  aan een geestesziekte. Ruby en drie van zijn  broers en zussen brachten een deel van de  jaren 20 in pleeggezinnen door. Niettemin  voerden de Rubensteins een kosjere huishouding,  vierden de hoge feestdagen en gingen  naar sjoel.  Ruby zat tijdens de Tweede Wereldoorlog  drie jaar bij de luchtmacht en verhuisde in  1947 naar Dallas om zijn zus Eva te helpen  met het runnen van een nachtclub. In 1960  had hij zijn eigen club, The Sovereign, die ook  door de maffia werd gefrequenteerd. Ruby  gold vanaf zijn jeugd als een opgewonden  standje, een man met een korte lont die in de  Joods-Italiaanse buurt waar de Rubensteins  woonden vaak bij straatgevechten betrokken  raakte als hij weer eens ‘Jewish bastard’  werd genoemd. Maar hij kon ook charmant  en genereus zijn en hij was een echte Amerikaanse  patriot. Hij was mentaal instabiel;  hij klaagde tijdens zijn gevangenschap dat  hij werd geïnjecteerd met kankercellen, of  dat er in de kelders van de gevangenis Joden  werden gemarteld; mensen ‘in hoge posities’  zouden belang hebben bij zijn dood. Maar  de Commissie-Warren, en in 1978 nog een  andere commissie, twijfelde er niet aan dat  Ruby de middelen en de geestelijke constitutie  bezat om op eigen initiatief een moord te  plegen. Toen Ruby in december 1966 in het  ziekenhuis lag, kwam hij met een laatste  verklaring: er was géén samenzwering, ‘er is  niets te verbergen… er was niemand anders’.  De rabbijn van de grote synagoge van Dallas,  Hillel Silverman, herinnerde zich Ruby  tientallen later nog heel goed. Hij vertelde  onlangs dat Ruby eens met zijn arm in een  mitella naar de synagoge kwam om minjan  te maken; hij had ‘een ruwe persoon’ uit zijn  club gegooid. Op de dag van de moord op Kennedy  was Ruby niet kwaad en niet in tranen  en zei hij alleen maar ‘Gut sjabbes, rabbi’.  ‘Dat vond ik nogal vreemd.’ Twee dagen later,  op zondag, had Silverman net tegen zijn gemeente  gezegd dat hij blij was dat Lee Harvey  Oswald geen Jood was, want anders was er  ‘misschien een pogrom in Dallas geweest’.  Toen hij de radio aanzette hoorde hij dat ene  ‘Jack Rubenstein’ de moordenaar had gedood.  „Ik was totaal van slag,” zei Silverman. „Ik  zocht hem op in de gevangenis en ik vroeg:  ‘waarom, Jack, waarom?’ Ik geloof dat hij  zei: ‘ik deed het voor het Joodse volk’, maar  dat heb ik geprobeerd uit mijn geheugen te  wissen.”

Abonneer op het NIW

Abonneer nu!
Tags dit artikel heeft geen tags
Opmerkingen (0)
Plaats opmerking

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *