Abonneer op het NIW

Het opinietijdschrift en cultureel magazine in één, voor iedereen geïnteresseerd in de Joodse wereld. Abonneer nu »

Nieuws

In de ban van de oorlog

De oorlog in Oekraïne houdt Israël in zijn greep. Vier kwesties strijden daarbij om de aandacht. Wat is de rol van Naftali Bennett in een mogelijk vredesproces? Dreigt de Joodse staat een veilige haven te worden voor sancties ontduikende oligarchen? Hoeveel en welke vluchtelingen moet het land opnemen? En kan Israël helpen het Europese gasprobleem op te lossen?

Bart Schut 19 maart 2022, 11:00
In de ban van de oorlog

Foto: Oekraïense vluchtelingenkinderen worden op 15 maart opgevangen op de internationale luchthaven Ben Goerion – Flash90

In wat Engelsen de fog of war noemen, is het moeilijk feit en fictie van elkaar te onderscheiden. Dat geldt precies zo voor het diplomatieke front, waar tegenstrijdige berichten elkaar soms zo snel afwisselen, dat zowel de leek als de expert moeite heeft alle informatie te duiden. Neem de vredesmissie van Naftali Bennett in Moskou van vorige week. Direct na zijn terugkeer berichtten media in Israël dat de Oekraïense regering woedend was op de premier, omdat hij president Zelenski zou hebben aangeraden akkoord te gaan met een Russisch vredesvoorstel. Omdat de bepalingen van dit voorstel bij voorbaat onaanvaardbaar waren voor Zelenski – hij zou onder andere de door de Russen bezette Krim en de oostelijke regio’s Donjetsk en Loechansk formeel moeten afstaan – zou een hoge Oekraïense regeringsfunctionaris hebben geklaagd dat Bennett Zelenski had aangeraden ‘zich over te geven’.

Het bericht werd vrijwel onmiddellijk ontkend door de autoriteiten in Kiev en Jeruzalem. Integendeel, president Zelenski zou de Israëlische premier juist dankbaar zijn voor zijn bemiddelingspogingen. Wat het bericht geloofwaardigheid verschafte, was dat het werd gebracht door twee Israëlische media die politiek elkaars tegenpolen zijn: de rechtse nieuwssite Walla! en de linkse krant Haaretz. Op het oog lijkt een bericht dat door zulke uiteenlopende media gemeld wordt betrouwbaar, ware het niet dat beide een redactionele lijn volgen die duidelijk anti-Bennett is. Zij het om geheel verschillende redenen: Haaretz vindt de premier veel te rechts, Walla! is sterk pro-Netanyahu. Een van de corruptiezaken tegen de ex-premier draait om zijn beïnvloeding van de populaire website.

Alsof het nog niet genoeg is dat de strijdende partijen in Oekraïne zich weinig aantrekken van de scheidslijn tussen nieuws en propaganda, moet de neutrale waarnemer ook nog rekening houden met de politieke kleur van de Israëlische media. Feit is dat de rol van Naftali Bennett als potentiële vredestichter nog lang niet uitgespeeld lijkt. Afgelopen maandag sprak hij anderhalf uur telefonisch met Vladimir Poetin, waarbij de Russische president de choetspa had zich te beklagen over het volgens hem barbaarse gedrag van de Oekraïense soldaten op het slagveld. Aansluitend sprak Bennett met Volodimir Zelenski, die enkele dagen eerder Jeruzalem had voorgesteld als locatie voor vredesoverleg tussen hem en zijn Russische tegenstander.

Onherstelbare imagoschade
Jeruzalem, de stad met een juridische status die internationaal omstreden is, als de plaats waar potentieel een Europese oorlog wordt beëindigd – dat is de soort pr waar vrienden van de Joodse staat niet eens van durven dromen. Maar voor die tijd – aanstaande zondag – zal Zelenski de Knesset toespreken. Via Zoom, zoals hij dat al deed in het Britse Lagerhuis en het Canadese parlement. De Russische ambassadeur Anatoli Viktorov reageerde op dit nieuws met het verzoek om een ‘dringend gesprek’ met de Knesset. Gevreesd wordt dat hij met een beroep op Israëls neutraliteit een gelijke behandeling voor zijn baas in het Kremlin zal eisen. Een eis die Jeruzalem niet kan inwilligen, wil het geen onherstelbare imagoschade oplopen.

De reden waarom Israël zo’n prominente rol speelt in het tot nu toe nog onsuccesvolle vredesproces, is de veel bezongen noodgedwongen neutraliteit van de regering in Jeruzalem. Begin deze week werkten Oekraïense diplomaten met Israëlische en – opvallend genoeg – Turkse collega’s aan een raamwerk waarbinnen zij met de Russische vijand kunnen onderhandelen. De vraag is echter of Israël die neutraliteit kan blijven volhouden. Een grote meerderheid van de bevolking kiest desgevraagd onomwonden partij voor Oekraïne, zij het dat progressieve Israëli’s dat met meer enthousiasme doen dan conservatieve. Er vechten al ex-IDF-militairen mee aan Oekraïense zijde en president Zelenski verzoekt bijna dagelijks dringend om Israëlische wapenleveranties.

Die zullen er niet snel komen, al zou de regering in Jeruzalem wel overwegen helmen en kogelwerende vesten te sturen. Die vallen weliswaar onder militaire hulp, maar zijn niet dodelijk en daarom wellicht net aanvaardbaar voor Moskou, waardoor Israëls rol als bemiddelaar niet in gevaar zou komen. Dat zou eerder het geval zijn als de Joodse staat besluit de westerse sancties tegen Rusland over te nemen. In dat opzicht zit Israël in een lastig pakket. Enerzijds wordt de roep om sancties tegen het Poetinregime in binnen- en buitenland steeds luider, anderzijds moet Jeruzalem rekening houden met de positie van de ongeveer 150 duizend Joden in Rusland.

Smerig geld
In de praktijk betekent dit dat Israël vooralsnog zelf geen strafmaatregelen tegen Rusland wil nemen, maar tegelijkertijd het internationale sanctieregime niet tegen zal werken. Dat is dansen op het slappe koord voor minister van Buitenlandse Zaken Yair Lapid. Met name in Washington begint men zich te ergeren aan de houding van de doorgaans trouwe bondgenoot. De Amerikaanse onderminister van Buitenlandse Zaken waarschuwde vorige week de regering in Jeruzalem. “Je wilt niet de laatste veilige haven worden voor smerig geld dat Poetins oorlogen voedt,” zei Victoria Nuland, die vindt dat Israël op z’n minst toezicht moet houden op de naleving van financiële sancties.

Haar verzoek komt niet uit de lucht vallen, want het lijkt erop dat verschillende Russische oligarchen die onder het sanctieregime vallen, Israël als toevluchtsoord beschouwen. De Israëlische televisiezender Channel 12 meldde dat de afgelopen twee weken minstens veertien privévliegtuigen vanuit Rusland op de luchthaven Ben Goerion zijn geland. De passagiers van die vluchten zijn officieel niet bekend, maar er is weinig fantasie voor nodig te bedenken dat het hier om Russische miljardairs gaat. Het bekendste voorbeeld is natuurlijk Roman Abramovich, hoewel het erop begint te lijken dat voor deze trouwe bondgenoot van Poetin de grond van de Joodse staat te heet onder de voeten wordt, ondanks zijn Israëlische nationaliteit. Maandag werd de oligarch gezien in de viplounge van Israëls internationale luchthaven, vanwaar hij via Istanboel naar Moskou vloog.

Premier Naftali Bennett heeft een onderonsje met Vladimir Poetin (derde van links) in Moskou

Streng beleid
Intussen woeden er in de Israëlische politiek en daarbuiten felle discussies over het aantal vluchtelingen dat opgenomen moet worden. Het debat draait om niet-Joodse Oekraïners, want op basis van de Wet op de Terugkeer hebben de Joodse hoe dan ook het recht zich in Israël te vestigen. Er gaan steeds meer stemmen op in de Israëlische samenleving ook niet-Joodse vluchtelingen toe te laten. De redenering is dat de Joodse staat niet dezelfde fout mag maken die veel landen maakten in de jaren dertig, toen zij hun grenzen sloten voor vluchtelingen uit nazi-Duitsland. Maar in een kabinetsvergadering eisten de ministers van de rechtse coalitiepartijen dinsdag dat Israël vasthoudt aan een streng beleid. “Er is geen land dat immigranten op zo’n grote schaal opneemt,” vond minister van Binnenlandse Zaken Ayelet Shaked, terwijl haar collega op Financiën, Avigdor Lieberman, meende dat veel burgemeesters alleen Oekraïense vrouwen willen opnemen. Na afloop van de vergadering liet Lieberman zijn opmerking uit de notulen schrappen.

Pnina Tamano-Shata, de in Ethiopië geboren minister van Immigrantenopname, beklaagde zich erover dat blanke vluchtelingen meer welkom lijken dan Afrikaanse, een argument dat eerder van Sylvana Simons dan van een lid van de Israëlische regering verwacht mag worden. De Asjkenazische opperrabbijn David Lau riep het kabinet juist op ruimhartig vluchtelingen toe te laten, ook nietJoden. Dat is opvallend, want de (ultra)orthodoxe gemeenschap in Israël is juist vaak kritisch over de Wet op de Terugkeer. Die zou ervoor zorgen dat veel niet-religieuze Joden alia maken. Lau wilde zich dan ook niet vastleggen op het standpunt dat Joodse vluchtelingen uit Oekraïne na de oorlog in Israël zouden moeten blijven.

Europese energienood
Dan is er nog de economische kant van de oorlogsmedaille. Israël heeft in de oostelijke Middellandse Zee enorme gasvelden, die de Europeanen uit de brand kunnen helpen nu zij zich zo snel mogelijk los willen maken van hun onafhankelijkheid van Russische leveranties. Volgens Michael Wirth, CEO van energiereus Chevron, zou het Israëlische gas via de EastMed-pijplijn naar Europa vervoerd kunnen worden. Maar dan moet die wel eerst aangelegd worden. Washington heeft zich tegen de aanleg van de pijplijn uitgesproken. Officieel omdat de Amerikanen willen dat de regio meer duurzame energie gaat opwekken, maar waarschijnlijk speelt de verhouding met de Turkse president Recep Tayyip Erdoğan een belangrijkere rol. Erdoğan was een verklaard tegenstander van EastMed, omdat de drie landen die het meest van de pijplijn zouden profiteren, zijn gezworen vijanden Griekenland, Cyprus en Israël zijn.

Een boorplatform van het Leviathan-gasveld voor de kust van het natuurreservaat Dor Habonim foto: Flash90

Inmiddels lijkt de Turkse president zijn afkeer van de Joodse staat overwonnen te hebben. Hij kondigde al eerder aan samenwerking op het gebied van gasvoorziening te willen bespreken tijdens het bezoek van zijn Israëlische ambtsgenoot Herzog aan Istanboel deze week. Daarnaast is de Europese energienood zo hoog dat EastMed wel uit de ijskast gehaald moet worden, al dan niet na een overeenkomst met Turkije. Bij de huidige gasprijs zou de investering in de pijplijn – zo’n 6 miljard euro – razendsnel terugverdiend worden. Uiteraard zou dat een enorme impuls betekenen voor de Israëlische economie en voor de internationale positie van de Joodse staat.

Hete grond onder de voeten
Het zijn bepaald geen goede dagen voor Roman Abramovich. De RussischIsraëlisch-Portugese oligarch, die aan het begin van de jaren negentig van de vorige eeuw via corruptie voor miljarden euro’s aan staatsbezit van het Russische volk stal, was aan het begin van de oorlog in Oekraïne een van de eersten die onder het nieuwe westerse sanctieregime viel. Dat is niet verwonderlijk. Abramovich was een van Poetins meest enthousiaste sponsors toen deze in 2000 aan de macht kwam en heeft zich nooit tegen de Russische president uitgesproken. Ook nu niet.

Roman Abramovich Credit: Rajasekharan Pameswaran

De man die in 1995 een staatsoliebedrijf kocht voor 250 miljoen dollar en dat tien jaar later voor 13 miljard dollar terug verkocht aan de Russische staat, is in rap tempo bezig een internationale paria te worden. Niet dat zijn beruchte hyperjachten aan de ketting zijn gelegd: één ligt er veilig in niet-EU-land Montenegro en de ander is, nadat de autoriteiten op Sint-Maarten het lieten vertrekken, naar internationale wateren gevlucht. Maar het aantal plaatsen waar Abramovich de grond niet te heet onder te voeten is, begint snel af te nemen.

Fraude, omkoping en witwassen In Engeland zijn Abramovich’ tegoeden bevroren en hij mag niet langer eigenaar zijn van zijn paradepaardje en oogappel, Chelsea FC. De voetbalclub zal zo snel mogelijk verkocht worden en het is maar de vraag of de miljardair een cent van de verkoopprijs te zien zal krijgen. In Israël, waar hij de op een na rijkste staatsburger is, worden nog geen concrete stappen tegen hem ondernomen – al wordt de roep daarom wel steeds luider. Onder druk van de publieke opinie distantieerde zelfs Yad Vashem zich van de oligarch. Dat terwijl het Shoamuseum eerder nog opriep voor zijn topdonor een uitzondering te maken waar het internationale sancties betrof.

In tegenstelling tot Israël maakt Portugal wel werk van de sancties tegen de miljardair. De autoriteiten onderzoeken of de toekenning van het Portugese staatsburgerschap aan Abramovich in 2021 wel legaal is geweest. Rabbijn Daniel Litvak, die dat proces begeleidde, is vorige week aangehouden en heeft zijn paspoort moeten inleveren. De politie vermoedt dat bij de naturalisering sprake is geweest van fraude, omkoping en witwassen. Dat is niet zo verwonderlijk: Abramovich is van Oekraïens-Joodse en Wit-Russisch-Joodse afkomst. Puur Asjkenazisch dus, zou je zeggen, maar de wet op basis waarvan hij – binnen zes maanden – de Portugese nationaliteit verkreeg, is bedoeld voor afstammelingen van Portugese, dus Sefardische Joden.

Abonneer op het NIW

Abonneer nu!
Tags dit artikel heeft geen tags
Opmerkingen (0)
Plaats opmerking

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *