Abonneer op het NIW

Het opinietijdschrift en cultureel magazine in één, voor iedereen geïnteresseerd in de Joodse wereld. Abonneer nu »

Achtergrond

India, haar grootste liefde

Amrita Sher-Gil, een in Boedapest geboren Joods meisje, werd de beroemdste kunstenares van India: “Ik kan alleen India schilderen. Europa behoort aan Picasso, Matisse en Braque toe, India aan mij.”

Esther Voet 19 december 2021, 12:00
India, haar grootste liefde

Dit artikel verscheen eerder in NIW 10– 5780 / 2019

Wat zal Amrita Sher-Gil gedacht hebben, toen ze op achtjarige leeftijd na een lange reis vanuit Boedapest aankwam in het bergachtige Shimla in Himachal Pradesh? Wat waren haar eerste indrukken? De lommerrijke stad was voor Indiase begrippen niet groot, hij had iets meer dan 100.000 inwoners en lag in het uiterste noorden van Brits-Indië in de uitlopers van de Himalaya. Niet dat het helemaal het einde van de wereld was, want de Britten gebruikten Shimla in dit koloniale tijdperk – het was 1921 – als hun zomerresidentie, wanneer de hitte in New Delhi en Lahore te verstikkend werd. Toch moet de overgang van de mondaine Europese hoofdstad naar deze bergachtige plaats in een andere wereld enorm zijn geweest.

De reden van de emigratie van het gezin Sher-Gil was niet de leukste: ze waren in Hongarije in financieel zwaar weer beland en de hoge levensstandaard die de familie erop nahield was in Boedapest simpelweg niet meer vol te houden. In Shimla hadden ze wel de financiële ruimte om Amrita piano- en vioollessen te laten volgen. Misschien is ‘wonderkind’ te veel gezegd, maar al jong bleek dat ze over een groot aantal artistieke talenten te beschikken. Vooral haar teken- en schilderkunsten vielen op en al op haar negende begon ze met haar jongere zusje Indira concerten te geven en toneel te spelen in het plaatselijke theater.

Rebels
Amrita werd in Boedapest geboren in 1913. Haar vader was een Indiase aristocraat en een sikh. Sikhs zijn zowel in het India van toen als van nu een invloedrijke, succesvolle minderheidsgroepering, die bekend staat om een geëmancipeerde houding tegenover vrouwen, zeker in vergelijking met hindoes en moslims. Haar vader Umrao Singh Sher-Gil Majithia was een expert op het gebied van het Perzisch en Sanskriet. Haar moeder, Marie Antoinette Gottesman, was een Hongaarse operazangeres uit een vooraanstaande Joodse familie. Hun dochter bleek al snel zeer intelligent, beeldschoon en vooral ook rebels. Ze was nog een kind toen ze van een kostschool werd gestuurd omdat ze luid en duidelijk verklaarde atheïst te zijn.

Er werd veel gereisd, ook na de verhuizing naar Shimla. Haar moeder vertrok in 1924 naar Italië en woonde een paar maanden in Florence. Amrita ging mee en zo maakte ze kennis met de grote Italiaanse meesters. Al op haar zestiende werd ze naar Parijs gestuurd, waar ze een opleiding aan een gerenommeerde kunstacademie begon. Ze voelde zich aangetrokken tot het werk van Cézanne en Gauguin. Vooral de invloed van Gauguin is later duidelijk terug te vinden in haar kunst. Een aantal van haar schilderijen doen denken aan de werken die hij maakte op Tahiti; er is zelfs een Zelfportret als Tahitiaanse van haar, hoewel ze Frans-Polynesië nooit heeft bezocht.

Slaap, 1932

Sher-Gil was een vrijbuiter. Ze was heel kort verloofd, maar al snel deden geruchten de ronde dat ze een verhouding had met haar neef Victor Egan, met wie ze later zou trouwen. Huwelijkse trouw was niets voor haar; haar levensstijl was uitgesproken promiscue. Uit brieven die van haar bewaard zijn gebleven, blijkt dat ze biseksueel was en regelmatig gepassioneerde affaires aanging met vrouwen. Ze zei ooit: “Ik ben altijd verliefd, maar jammer genoeg voor degene op wie ik dat ben, ben ik het ook snel niet meer. Of liever: ik word verliefd op een ander voordat ik echt brokken maak.” Er zijn aanwijzingen dat ze al voor haar huwelijk zeker twee keer abortus liet plegen, waar zeker in die tijd een enorm taboe op lag.

Indiase Kahlo
Veel van haar werk hangt in de National Gallery of Modern Art in New Delhi. Het eerste werk dat haar bekendheid opleverde was Jonge meisjes uit 1932, dat ze in haar Parijse periode schilderde. Het doek leverde haar in 1933 het lidmaatschap op van de Grote Salon in de Franse hoofdstad – ze was het jongste lid ooit en de eerste en enige Aziaat die werd toegelaten. Eveneens uit 1932 is Slaap, een prachtig naakt dat nu ook in New Delhi hangt. Ze schilderde vaak zelfportretten, in al haar emotionele hoedanigheden. Mooi als ze was, was ze haar eigen beste model. Interessant is om te lezen dat haar daarom vooral door mannelijke collega’s werd verweten een narcistische inslag te hebben. Maar hoeveel grote schilders hebben niet een hele reeks zelfportretten nagelaten? Denk aan Rembrandt of Van Gogh. Of aan Frieda Kahlo – met wie ze meer gemeen had dan alleen het frequent schilderen van haar eigen beeltenis. Ook de Mexicaanse Kahlo was promiscue en had een niet-aflatende fascinatie voor het dagelijks leven. Beide vrouwen mengden Europese schildertradities met de artistieke ziel van het land waarin ze woonden. Amrita wordt dan ook wel ‘de Indiase Kahlo’ genoemd. “Ik kan alleen India schilderen. Europa behoort aan Picasso, Matisse en Braque toe, India aan mij.”

Prachtige doeken verbeelden het leven op het platteland: boeren op weg naar de markt, arme vrouwen, onaanraakbaren

De bruid wordt opgemaakt, 1937 Hongaars zigeunermeisje, 1932

Heimwee
Want hoe succesvol ze in Parijs ook was, India lonkte. Ze had heimwee naar de intense kleuren en geuren van het land: “Aan het einde van 1933 werd ik overvallen door een intens verlangen terug te keren naar India, op een vreemde, onverklaarbare manier wist ik dat mijn toekomst als schilder daar lag.” Ze keerde terug naar Shimla en begon door het hele land te reizen op zoek naar de Indiase ziel, de vele tradities en typisch Indiase kunstuitingen. Die liefde, gecombineerd met haar heel eigen, bijna primitivistische stijl, leverde prachtige doeken op die vooral het dagelijks leven op het platteland verbeeldden: Indiase boeren op weg naar de markt, arme vrouwen, onaanraakbaren – mensen die de laagste kaste vertegenwoordigden. De grotschilderingen in Ajanta en in Ellora maakten een verpletterende indruk op haar. Over Ajanta zei ze: “Als ik in Europa was gebleven had ik me waarschijnlijk nooit gerealiseerd dat één fresco van Ajanta meer waarde heeft dan de hele renaissance!”

In 1938 trouwde ze in Hongarije met Victor, maar al heel snel ontvluchtte ze het land weer omdat dat in de ban van het fascisme raakte. Ze keerde met haar kersverse eega terug naar India, waarna haar unieke stijl duidelijker werd en ze zich toelegde op het schilderen van het dagelijkse Indiase leven. Vooral de werken die ze maakte in het tropische zuiden van het land, hebben een grote invloed gehad op latere Indiase kunstenaars. Toch kreeg ze haar kunst maar zelden verkocht, ondanks dat ze door haar collega’s werd bejubeld en zich begaf in de hoogste Indiase kringen. Zo blijkt uit een uitgebreide briefwisseling dat ze goed bevriend was met Jawaharlal Nehru, de politicus en latere premier, die met Mahatma Gandhi een grote rol speelde in de onafhankelijkheidsstrijd.

‘Simpel en groots’
Sher-Gil overleed in 1941. Ze was nog maar 28. Hoewel de ware reden van haar dood nooit is komen vast te staan, wordt algemeen aangenomen dat ze stierf door complicaties na – opnieuw – een abortus. Haar moeder wees de beschuldigende vinger naar haar man Victor: hij zou Amrita volgens haar hebben vermoord. Amrita ligt begraven in Lahore, in wat nu Pakistan is. Pas na haar dood rees haar ster. Salman Rushdie zou zijn boek The Moor’s Last Sigh op haar hebben geïnspireerd. Haar werken zijn door de Indiase regering benoemd tot nationaal kunstbezit en ze behoort nu tot de duurste Indiase kunstenaars. In 1978 verscheen ze op een Indiase postzegel, in diverse steden zijn straatnamen naar haar vernoemd en het Londense Tate Modern wijdde in 2007 een overzichtstentoonstelling aan haar. Maar de beste plek om haar werken te bewonderen is in de National Gallery of Modern Art in New Delhi. In het boek The Triumph of Modernism: India’s Artists and the Avant-Garde, 1922-1947 schrijft kunsthistorica Partha Mitter: “Als Indiase met Europees bloed, keerde ze terug naar India en zag haar land met een nieuwe visie. Ze heeft een erfenis aan beelden nagelaten, simpel en groots, als een liefdevolle hommage aan het Indiase platteland en zijn volkeren.”

Zelfportret

Abonneer op het NIW

Abonneer nu!
Tags dit artikel heeft geen tags
Opmerkingen (0)
Plaats opmerking

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *