Als de 21e eeuw een koning van de satire heeft, dan draagt hij de naam Sacha Baron Cohen. De Brits-Joodse komiek wist met alter ego’s als Borat, Ali G en Brüno talloze sterren, politici en gewone stervelingen voor de gek te houden. Ik heb me altijd afgevraagd wanneer zijn typetjes zouden worden doorzien. Want hoe vaker Baron Cohen op tv kwam, hoe bekender hij werd en hoe eerder mensen zijn streken door zouden hebben. Althans, dat zou je denken.
Maar Baron Cohen blijft erin slagen de meest ridicule stunts uit te halen. De laatste jaren was het relatief stil rond zijn persoon. Na zijn film The Dictator uit 2012 vernam de wereld weinig van hem. Tot deze week, toen de eerste beelden van zijn nieuwe serie Who is America? werden vrijgegeven. In de zevendelige serie onderzoekt Baron Cohen met vier alter ego’s de verschillende kanten van het ‘andere’ beloofde land. Een van die nieuwe typetjes is kolonel Erran Morad, een karikatuur van een Israëlische antiterreurexpert. Morad zou zo uit de gelauwerde Israëlisch serie Fauda weggelopen kunnen zijn. Met lagen grime op en een zwaar Israëlisch accent noemt hij zichzelf de ‘Terrorist Terminator’. Zijn doel is duidelijk: een lesprogramma op Amerikaanse peuterscholen introduceren waarmee drie- en vierjarigen leren met pistolen om te gaan. Hoe Baron Cohen het doet, ik heb geen idee. Maar hij krijgt het voor elkaar dat de ene na de andere politicus het krankzinnige plan omarmt. Hij weet een conservatieve wapenlobbyist uit Virginia zover te krijgen een instructievideo op te nemen met ‘Puppy Pistol’, een pistool met een knuffel er op. Hij laat hem zelfs een kinderliedje zingen over guns op de melodie van ‘Hoofd, schouders, knie en teen’.
Als je naar de kop van ‘Morad’ kijkt, moet je toch denken: dit kan niet waar zijn. Hij krijgt het ook voor elkaar een andere wapenlobbyist voor de camera een neponderzoek te laten citeren over het belang van wapens voor kinderen: “Kinderen onder de vijf hebben een verhoogd niveau van het feromoon Blink-182, aangemaakt door het deel van de lever dat Rita Ora wordt genoemd.” Blink-182 en Rita Ora zijn muzikanten. Het gaat er allemaal in als zoete koek. Als kijker – althans zo voel ik dat – blijf je achter met een soort schaamte, of eerder gêne. Op een gegeven moment signeert Dick Cheney, vicepresident onder George W. Bush, de waterboard-kit van Moran. Hoe kan zo’n man zijn handtekening op een infaam martelwerktuig zetten?
De vraag blijft bij dit soort series: hoeveel wordt er in de montage weggesneden? Want de ‘echte’ beelden krijg je als kijker niet te zien. Dat is ook logisch, net als bij een goede grap moet je de overbodige bijzinnen schrappen. Het is een kunst die Baron Cohen verstaat. Helaas voor hem zijn de Emmynominaties net de deur uit, anders had hij er zeker een kunnen verwachten. Om Baron Cohen toch een schouderklopje te geven, citeer ik graag de grote Jerry Seinfeld toen hij een HBO Comedian Award kreeg: “Prijzen zijn achterlijk. Op elk makelaarskantoor staat zo’n ingelijst vijfsterrending op het bureau, bij elke hotelbalie hangt een gouden plaquette, elke autoverkoper heeft een platina prijs gewonnen. Het is één grote jerk off”. De koning van de satire heeft geen beeldje meer nodig.