Abonneer op het NIW

Het opinietijdschrift en cultureel magazine in één, voor iedereen geïnteresseerd in de Joodse wereld. Abonneer nu »

Opinie

Jezus!

Opinie Paul Damen

Paul Damen 23 april 2019, 00:00
Jezus!

Vooruitgeschoven deadlines zijn dodelijk voor columns.

Ik tik dit op 5 april, als u dit leest zijn de Israëlische verkiezingen voorbij. Daar gáát mijn actuele commentaar. Al is de actualiteit voorspelbaar genoeg: het antisemitisme neemt schrikbarend toe. Deze week, nu Pesach en Pasen samenvallen, is dus hét moment om het te hebben over het ultieme antisemitisme: hoe de Joodse Jezus, de uittocht uit Egypte herdenkend met vrienden, zélf hoofdgerecht en Paaslam werd bij dat etentje. In het christendom verwerd Hij tot een geslachtsloze kwezel, voor eeuwig halfnaakt aan een kruis, de meest vernederende Romeinse slavendood. Zijn kruisdood is wel hét sterkste argument dat Hij bestaan heeft: niemand baseert een geloof op zo’n executie. Maar de zoektocht naar de historische Jezus is zinloos, omdat behalve nieuwtestamentische propaganda (op latere ingevoegde vervalsingen na) er geen contemporaine bronnen bestaan. Derhalve de disclaimer: mocht u als gelovige geschokt raken, schok dan niet verder. Hier zoekt enkel een Joods blad met Pesach naar de juiste Joodse Jezus.

Te beginnen in Buitenveldert. De geschiedenis kent continuïteit, maar kent u één Joodse jongen die de ongetrouwde bedelmonnik benadert die het christendom van Hem maakte? Hij heette niet eens Jezus, gelatiniseerd Grieks, en had zeker niet een hedendaagse fantasienaam als ‘Yeshua haMashiach’, hem aangemeten door ‘messianistische’ mafk lappers als de ‘joods-christelijke’ pastor Ben Kok. Hij noemde zichzelf ook nergens ‘Messias’, in de Joodse traditie immers voorbehouden aan koningen, profeten en priesters. Koning werd Hij, hoewel afstammeling van David, niet. De Romeinen heersten nog drie eeuwen. Rare profeet die dát niet zag aankomen. Priester evenmin, wegens geen Leviet, afstammend van Aäron. Maar leraar, dat wel – een rondreizende rabbijn, stevige jesjieve-opleiding achter de kiezen. Hij verbood zijn aanhang nadrukkelijk de titel rabbijn te voeren (in Mattheus 23:6-8) maar die aanhang noemde hem dat zo’n twaalf keer wél. Zelfs Maria Magdalena en de orthodoxe leider Nikodemus noemden hem ‘rabboeni’, ‘mijn leraar’. Jezus preekte ook zomaar in sjoel – doet u dat nu bij de orthodoxen, wordt u met kop, kont en keppel buitengekieperd.

Maar, en daar zit de crux: was hij rabbijn, dan was hij getrouwd – nog steeds absolute orthodoxe voorwaarde om rabbijn te zijn. Vrijwel alles heeft de christenheid eraan gedaan om dat onder de offertafel te vegen. Dat begint al bij de evangelist Johannes (Joh. 19:26-27) die Hem, aan het kruis hangend, over Zijn moeder tegen een ‘geliefde discipel’ laat zeggen: ‘Zie, uw moeder!’ Johannes vervolgt: “en vanaf dat moment nam de discipel haar bij zich in huis.” Maar, was Jezus getrouwd, dan was Zijn moeder zeker ingetrokken bij Zijn echtgenote. Vreemd.

In feite weten we niets over Jezus’ echtelijke staat. De rabbinale geschriften verhalen wél over een ongehuwde rabbijn uit de tweede eeuw, Shimon ben Azai, maar die discussie duidt er al op dat die uitzonderlijk was. Desondanks is de recente christelijke neiging om Jezus een echtgenote aan te smeren, ook nogal gênant. Zoals Harvardprofessor Karen L. King, die in 2012 in Rome aankwam met een eeuwenoude papiersnipper met in het Koptisch: “toen zei Jezus: mijn vrouw…” Maar King viel spoedig door de mand: niemand wist waar het fragment vandaan kwam en bovendien bevatte het dezelfde schrijffout als de drukfout in een recente uitgave van het ‘Thomas-evangelie’. Dat ‘Rome’ zich krachtig verzet tegen deze getrouwde Jezus is evenmin gek. Het zou het hele celibaat onderuithalen en van Jezus, immers getrouwd met elke kloosterzuster ter wereld (‘de bruid van Christus’) de grootste polygamist aller tijden maken.

Blasfemie Hebben wij onze Jezus beschermd tegen al deze blasfemie? Integendeel. Joden hebben er nog een schepje bovenop gedaan met het schotschrift Toledot Jesjoe, ‘de geschiedenis van Jezus’, een klassieke karaktermoord, die van de Verlosser een bastaard maakt, zoon van een dameskapster, hem stenigt, niet kruisigt, en waarin ook nog eens Judas de held is. Onduidelijk is of het een interne satirische uitgave is of een tot Jodenhaat aanzettende vervalsing. Zo. ‘Die hangt weer voor een jaar’, zou de altzangeres Aafje Heynis gezegd hebben na elke Mattheüspassie-uitvoering. Alleen: Groene-hoofdredacteur Martin van Amerongen z.l. toonde overtuigend aan (‘die paapse sloddervossen van de Volkskrant’ ) dat níemand dat ooit gezegd heeft, en die uitspraak een verzinsel is. Hopelijk geldt dat niet voor Jezus. Anders wens ik u allen vrolijke paas- annex Pesachdagen, met veel heidense eitjes.

Abonneer op het NIW

Abonneer nu!
Tags dit artikel heeft geen tags
Opmerkingen (0)
Plaats opmerking

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *