Abonneer op het NIW

Het opinietijdschrift en cultureel magazine in één, voor iedereen geïnteresseerd in de Joodse wereld. Abonneer nu »

Binnenland

Jizkor

Zippora Abrams Jizkor voor haar oom Ronny, een vrije geest voor wie het Jodendom zeer beladen was.

Redactie 03 oktober 2017, 00:00
Jizkor

Mijn oom Ronny Abram was een vrije geest. In de jaren 70 was hij de hippie in onze familie. Hij droeg kleurige sjaaltjes, had lang haar en bracht voor mijn zussen en mij gekke kettinkjes mee als hij weer eens een verre reis had gemaakt.

Door Zippora Abram

Ronny was kunstenaar, zowel letterlijk als figuurlijk. Hij schilderde en gaf les aan de Rietveld Academie, maar hij was ook levenskunstenaar. Hij gaf zijn leven zo veel mogelijk kleur, met schoonheid, heerlijk eten, mooie reizen, hechte vriendschappen en mooie vriendinnen. Hij kende gelukkige tijden en periodes van depressie. Dat is niet verwonderlijk als je zijn levensloop kent.

Hij werd in 1938 geboren in Amsterdam en overleefde zonder ouders concentratiekamp Bergen-Belsen. Hij kwam er pas op latere leeftijd achter hoe hij het kamp had overleefd: een Poolse vrouw, niet-Joods, had zich in het kamp ontfermd over een groep kinderen, waarvan Ronny de jongste was. Deze heldin ben ik eeuwig dankbaar.

Dat verklaarde meteen hoe de twee broers van mijn vader Ron en Ronny konden heten

Na de oorlog keerde Ronny terug naar Amsterdam, zijn ouders hadden de oorlog niet overleefd. Als wees kwam hij in de Berg-stichting terecht, waar de strijd voortduurde. Hij herinnerde zich dat hij daar altijd moest vechten. Zijn oom en tante – mijn grootouders, de ouders van mijn vader – haalden Ronny uit de Berg-stichting en namen hem op in hun gezin. Daar groeide Ronny op als een van de drie kinderen. Ik begreep pas later dat Ronny niet een broer van mijn vader was, maar een neef. Dat verklaarde meteen hoe de twee broers van mijn vader Ron en Ronny konden heten. Dat had ik altijd wat vreemd gevonden.

Ronny overleed op 60-jarige leeftijd, plotseling, aan een hersenbloeding. Mijn lieve oom, bij wie ik geregeld ging eten, was ineens weg. Ik mis hem nog elke dag. Zowel zijn sfeervolle aanwezigheid als zijn heerlijke ongenuanceerde meningen.

Beladen
Het jodendom was voor hem zeer beladen. Zijn dochter kreeg de niet-Joodse achternaam van haar moeder, want Abram kun je maar beter niet heten. Toen mijn zus haar eerste kind had gekregen en Ronny uitnodigde voor de briet mila belde hij me geschokt op: “Ze brandmerkt die jongen voor het leven, kun jij dat misschien voorkomen?” Ik legde Ronny uit dat wij trots zijn om Joods te zijn, dat iedereen het mag weten. En dat ik niet van plan was mijn net bevallen zus hierover te bellen. Daar legde hij zich dan ook wel weer ruiterlijk bij neer, maar Joods zijn was voor hem onlosmakelijk met de oorlog verbonden. Als jonge kunstenaar woonde hij in Parijs. Daar ontmoette hij Joden uit Marokko. Het was voor hem een grote opluchting: hij voelde zich thuis bij deze vrienden, ze waren net als hij Joods, maar dan zonder de zware last van de oorlog.

Ronny en het jodendom bleven altijd een beladen combi, die mij ook wel deed glimlachen. Hij wilde eens Pesach meevieren bij mijn vader, van wie hij een uitgebreide instructie kreeg over wat we wel en niet eten tijdens Pesach. Ronny kwam binnen met zijn zelfgemaakte viskoekjes en zei tevreden: “Ik heb geen paneermeel gebruikt hoor, ze zijn alleen even door de bloem gehaald.”

Ronny ligt begraven op Zorgvlied. Als mijn jongste zoon zwemles heeft in het De Mirandabad, loop ik soms even naar het graf. Een mooi graf, lekker onder een boom. Laatst heb ik er een zonnebloem op gelegd. Geen Joodse traditie, maar ik weet zeker dat Ronny het zou kunnen waarderen.

Abonneer op het NIW

Abonneer nu!
Tags dit artikel heeft geen tags
Opmerkingen (0)
Plaats opmerking

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *