Israël scoort een verbluffende serie diplomatieke successen in de Golfstaten. Steeds meer landen flirten openlijk met Jeruzalem.
Miri Regev hield het niet droog toen Hatikva uit de luidsprekers schalde. De Israëlische minister van Cultuur en Sport zong uit volle borst mee, net als goudenmedaillewinnaar Sagi Muki. Het went blijkbaar nog niet wanneer het Israëlische volkslied wordt gespeeld in landen waar tot voor kort zelfs de naam van de Joodse staat taboe was. De Amerikaanse president Richard Nixon gebruikte ooit tafeltennis om toenadering tot het communistische China te zoeken; dit werd ‘pingpongdiplomatie’ genoemd. De Israëli’s zijn beter in judo: het toernooi in Abu Dhabi, een van de Verenigde Arabische Emiraten, was niet alleen sportief gezien een groot succes voor de Israëli’s. Waar vorig jaar tijdens dezelfde wedstrijd de blauw-witte vlag met de davidster niet mocht worden getoond, konden de Israëlische judoka’s deze week onder eigen vlag deelnemen. Het spelen van Hatikva was een mooie bonus.
Samenwerking Het toont de veranderde en veranderende houding op het Arabische schiereiland ten opzichte van de Joodse staat. Sinds Saoedi-Arabië steeds openlijker met Jeruzalem flirt, volgt de ene Golfstaat na de andere dat voorbeeld. In Qatar, een van Israëls felste tegenstanders in de regio, doet deze week een Israëlisch turnteam mee aan internationale wedstrijden en ook daar is de Israëlische vlag welkom. Sterker nog, een van de turners, Artem Dolgopyat, is sergeant in de IDF en kan gewoon deelnemen aan de wedstrijden in Doha. Intussen riep de Likoed-minister van Communicatie, Ayoub Kara, op tot ‘vrede en veiligheid’ tijdens een conferentie in Dubai, ook in de Verenigde Arabische Emiraten. Het wemelt van de Israëlische gezagsdragers daar, zo bezocht Regev in Abu Dhabi ook de Sjeik Zayed Grote Moskee, begeleid door lokale hoogwaardigheidsbekleders en gekleed in een lang gewaad en hoofddoek. De Emiraten hebben geen diplomatieke banden met de Joodse staat, al schijnt er in het geheim wel al jaren samengewerkt worden. “Ik kan mij voorstellen dat wij ooit in dezelfde loopgraaf staan om tegen Iran te vechten,” zou Mohammed bin Zayed al Nahyan, kroonprins van Abu Dhabi tegen een delegatie van Amerikaanse Joden gezegd hebben. Waarmee het belangrijkste motief voor de toenadering van de soennitische Golfstaten meteen duidelijk is: de angst gedomineerd te worden door het sjiitische Iran. In navolging van de Saoedi’s zien steeds meer Golfarabieren Israël als een machtige bondgenoot tegen de ayatollahs in Teheran.
Warm onthaal
Maar nergens was de detente tussen Israëli’s en Arabieren zo duidelijk zichtbaar als in Oman, technisch geen Golfstaat, maar een kniesoor die daarop let. Sultan Qaboos bin Said, de absolute heerser, ontving vorige week in de hoofdstad Muscat niemand minder dan premier Benjamin Netanyahu, ondanks het feit dat Oman en Israël formeel geen diplomatieke betrekkingen hebben. Dit kan snel veranderen als Qaboos en Bibi hun zin krijgen: “Misschien is de tijd gekomen om Israël te behandelen op dezelfde manier als andere landen,” zei de Omaanse minister van Buitenlandse Zaken Yusuf bin Alawi op een conferentie in Bahrein. Alawi’s collega uit die Golfstaat, Khalid bin Ahmed al-Khalifa, viel hem op zijn beurt bij.
Netanyahu werd in Muscat warm onthaald, alsof hij staatshoofd of politiek leider was van willekeurig welk land waarmee Oman vriendschappelijke betrekkingen heeft. De ontmoeting tussen de premier en sultan Qaboos was openbaar en verscheen gewoon in de media; tot voor kort vonden onderhandelingen tussen de twee staten slechts plaats in het uiterste geheim. In het kielzog van Netanyahu zal transportminster Yisrael Katz volgende week tijdens een conferentie in Muscat voorstellen een spoorlijn van Haifa naar de Omaanse hoofdstad aan te leggen, via Jordanië, de Golfstaten en Saoedi-Arabië. Dit project moet het ‘Spoor naar Regionale Vrede’ gaan heten.
Communicatiekanaal
Oman fungeert traditioneel als bemiddelaar tussen de landen op het overwegend soennitische Arabische schiereiland en het sjiitische Iran. Het land is daar bij uitstek geschikt voor omdat de meerderheid van zijn bevolking de derde – en aanzienlijk minder bekende – stroming binnen de islam aanhangt: het ibadisme. Waarnemers constateerden na Netanyahu’s bezoek dat Oman zelfs een communicatiekanaal tussen Jeruzalem en Teheran zou kunnen worden dat de Israëli’s kunnen gebruiken om de Iraniërs te waarschuwen wanneer zij te ver gaan, waardoor een gewapend conflict dreigt.
De Palestijnen zijn begrijpelijkerwijze minder enthousiast over de toenadering tussen Israëli’s en de Golfarabieren, traditioneel belangrijke geldschieters op de Westelijke Jordaanoever en in Gaza. Een hoge vertegenwoordiger van Fatah beklaagde zich er bitter over: “Het [gemeenschappelijk] waardenstelsel en het Arabische politieke en sociale contract bestaan niet meer.” Hamas was minder diplomatiek en sprak over ‘een mes in de rug’.