Op 8 september 2019 verklaarde Eddo Verdoner, destijds vicevoorzitter van het CIDI, minister Sigrid Kaag (D66) koosjer tijdens een bijeenkomst in het Mauritshuis in Den Haag. “Voor zover dat misplaatste wantrouwen er was, is het nu weg,” zei Verdoner, refererend aan de terechte argwaan jegens Kaag die leeft in een deel van de Joodse gemeenschap. Slechts enkele dagen eerder had de minister nog gevraagd of vier virulent anti-Israëlische gasten de CIDI-lezing mochten bijwonen als deel van haar entourage. Kaag noemde haar genodigden ‘personen die actief zijn voor andere Joodse organisaties en een journalist’. Het ging om Gerard Jonkman en Martijn de Rooi van The Rights Forum van oud-premier Dries van Agt. Ook Jaap Hamburger (Een Ander Joods Geluid) en Maarten-Jan Heijmans konden op de minister rekenen. Laatstgenoemde dreigde in 2011 bij wijze van protest traangas te spuiten in de LJG Amsterdam, met extra politie-inzet tot gevolg.
In haar speech durfde Kaag te beweren dat CIDI en het anti-Joodse Rights Forum verenigd zijn in hun ‘zoektocht naar een oplossing’. Echter, Kaags lege woorden over ‘vrede van onderop’ en ‘klimaatdiplomatie’ met Israël waren voor CIDI-vicevoorzitter Verdoner schijnbaar genoeg om deze schoffering van de gastheer te vergeven. De vraag waarom Kaag deze vier gasten uitnodigde, blijft onbeantwoord.
Nauwe banden
Minder dan een maand na het incident rondom de lezing in het Mauritshuis onthulde CIDI-collega Elkan van der Raaf dat Kaags ministerie bijna 20 miljoen dollar gaf aan de omstreden Union of Agricultural Work Committees (UAWC), een organisatie gelieerd aan het terroristische Volksfront voor de Bevrijding van Palestina (PFLP). Samer Arbid, werkzaam voor de UAWC, bleek betrokken te zijn geweest bij een terreuraanslag in 2020 waarbij Rina Shnerb (17) om het leven kwam. Arbids betrokkenheid werd later ondubbelzinnig bevestigd door de PFLP. Deze ernstige aantijgingen werden maandenlang door Kaag en haar ambtenaren genegeerd. Sterker nog: in juni 2020 vertelde een hoge functionaris op het ministerie van Buitenlandse Zaken mij dat de Nederlandse financiering van PFLP-terrorisme ‘nooit bewezen’ was. Zes weken later, na meerdere Kamervragen, gaf Kaag alsnog toe dat twee PFLP-militanten salaris ontvingen uit Nederlandse middelen. Dit zou zijn gebleken na nader archiefonderzoek op het ministerie. De financiering werd stilgelegd hangende extern onderzoek.
Anders dan het echtpaar Knoops en Tom Zwart vorige week beweerden in het NIW, had Kaag wel degelijk kunnen weten dat de UAWC nauwe banden onderhoudt met de PFLP. Het Australische onderzoek uit 2012, aangehaald in hun opiniebijdrage, was gebaseerd op frauduleuze informatie. USAID, het Amerikaanse agentschap voor ontwikkelingssamenwerking, noemde de UAWC al in 1993 (!) de ‘landbouworganisatie van de PFLP’. Ook de Palestijnse factie Fatah erkent dat de UAWC gelieerd is aan de PFLP. In het Israëlische rapport Terrorists in suits komen bovendien meerdere banden tussen PFLP-leden en de ngo naar voren. Terwijl de familie Shnerb nog altijd wacht op formele excuses uit Den Haag en het onderzoek nog loopt, heeft minister Kaag de betalingen aan UAWC’s onderaannemers inmiddels hervat via een consortiumpartner. Volgens de D66-politica zou een langere bevriezing van de Nederlandse gelden leiden tot ‘aanzienlijke economische schade voor de boeren en ondernemers’.
De Kamerbrief van 12 mei 2021 rept met geen woord over de schade die Rina Shnerbs familie heeft geleden; de minister lijkt de bevriezing vooral vervelend te vinden voor Palestijnse boeren en aannemers.
Geschikt platform
En dat is niet alles. Om nog twee zaken te noemen: Kaag maakte in 2018 versneld miljoenen over naar haar voormalige werkgever UNRWA, de corrupte ‘vluchtelingen’-organisatie die het Arabisch-Israëlisch conflict in stand houdt door Palestijnse Arabieren een illusoir recht op terugkeer te beloven naar wat nu Israël is. Het VN-orgaan ontdekte tijdens het Gazaconflict in mei dit jaar nog een Hamastunnel onder een school, nadat de hoogste UNRWA-baas in Gaza de terreurorganisatie een dag eerder had bedankt voor de ‘blijvende bereidheid tot samenwerking’. Slechts twee dagen na haar aantreden als minister van Buitenlandse Zaken noemde Kaag de VN-Mensenrechtenraad, berucht om zijn eenzijdige opstelling tegen de Joodse staat, een ‘geschikt platform om de recente gevechten tussen Israël en Hamas en de situatie in Oost-Jeruzalem te bespreken’.
Deze feiten worden verzwegen in het opiniestuk van het echtpaar Knoops en Tom Zwart. Het drietal maakt een karikatuur van Kaags critici door te suggereren dat het wantrouwen jegens de minister voortvloeit uit haar huwelijk met haar Palestijnse man Anis al-Qaq, terwijl Kaag zelf zogenaamd een evenwichtig standpunt inneemt. Haar acties bewijzen echter het tegendeel. Het vooruitzicht van een mogelijke coalitie zonder de ChristenUnie, waarin Kaag ongetwijfeld als permanente minister van Buitenlandse Zaken naar voren zal worden geschoven, zou iedereen die Israël een warm hart toedraagt dan ook zorgen moeten baren.