Eind juni tekende president Obama een ‘anti-BDS-wet’, waarin staat dat Europese bedrijven die Israël boycotten zelf zullen worden geboycot. Een klap voor de BDS-beweging, die ook in Amerika actief is. Hoe zit deze wet precies in elkaar en heeft het gevolgen voor Nederlandse bedrijven?
Het gaat om de United States- Israel Trade & Commercial Enhancement Act waarin de anti-BDS-maatregelen zijn opgenomen. BDS staat voor de beweging die Israël wil isoleren door middel van Boycot, Desinvesteren en Sancties. De wet richt zich onder meer op het Trans-Atlantisch Vrijhandels- en Investeringsverdrag (TTIP), waarover momenteel wordt onderhandeld tussen de Europese Unie en de Verenigde Staten. Het ontmoedigen van het boycotten van Israël zal een van de hoofddoelstellingen van de Amerikanen worden. Dit geldt overigens niet alleen voor bedrijven, maar ook voor ‘personen die zaken doen in Israël of gebieden die door Israël bestuurd worden’. „Een historische mijlpaal in het gevecht tegen de vijanden van Israël,” aldus de Republikein Peter Roskam, mede-initiatiefnemer van de wet en lid van het Huis van Afgevaardigden van de Verenigde Staten. „Het tegengaan van verraderlijke pogingen om de Joodse staat te demoniseren en te isoleren is nu nationale wetgeving.” Kritische pro-Israëlgroeperingen zoals J Street en Americans for Peace Now uitten zich kritisch over het verdrag, omdat er in de formulering voor het eerst sprake zou zijn van Amerikaanse erkenning van Israëlische soevereiniteit in de Westbank. De wet strookt ook niet met het buitenlandbeleid van Amerika, dat het Israëlische gezag over de bezette gebieden en de daarmee samenhangende nederzettingenpolitiek bekritiseert. Elise Friedman, onderzoekster bij het CIDI: „Obama verklaarde dan ook snel dat de wet wat hem betreft niet geldt als het gaat om bedrijven of personen die producten uit de Westbank boycotten.”
Gevolgen Nederlandse markt
Of de wet gevolgen zal hebben voor Nederlandse ondernemingen en ondernemers zal door jurisprudentie worden bepaald, aldus Friedman. „Er is in Nederland nog geen sprake van een Israël-boycot, het gaat tot nu toe altijd om producten of zaken uit de Westbank. De kans is wel groot dat actieve Amerikaanse anti-BDS-groeperingen een procedure zullen beginnen zodra ze erachter komen dat een Nederlands bedrijf een boycot begint omdat het in de nederzettingen zit, zoals pensioenfonds PGGM dat vorig jaar heeft gedaan.” Simon de Koning, bestuurslid van Likoed-Nederland is blij met de wet. „Het TTIP-verdrag is groter dan alle handelsverdragen die er ooit geweest zijn,” aldus De Koning. De nuances van Obama vindt hij kwalijk: „Gelukkig staat de wet al zwart op wit. Een boycot, ook als het gaat om producten uit de Westbank, is er alleen maar om Israël te pesten en heeft niets te maken met het helpen van Palestijnen.” Nathan Hamers van de Israëlische ambassade in Nederland laat weten: „Ieder signaal tegen BDS verwelkomen wij. We moeten de wet nog bestuderen, maar het lijkt een positief signaal. Dit soort signalen beginnen we nu in Nederland ook te zien, zo is minister Koenders nu op bezoek in Israël en zei daar dinsdag nog dat hij zich zorgen maakt over de boycotbeweging tegen Israël.” Jaap Hamburger van Een Ander Joods Geluid vindt de wet problematisch: „Het is nog maar de vraag welk effect die in de praktijk zal sorteren ten opzichte de wereldwijde BDS-beweging. Wat betekent het bijvoorbeeld voor een groep als de onze? Wij schromen niet om aandacht te vragen voor een bedrijf, Israëlisch, Nederlands of anderszins, dat activiteiten ontplooit in de bezette gebieden. Worden wij of wordt Nederland dan getroffen door een Amerikaanse sanctie omdat wij dat vrijelijk doen? Dat lijkt mij toch wel uitermate onwaarschijnlijk.”
Groei kosjere producten
Arjan Aling, leverancier van kosjere producten aan onder meer Albert Heijn, Hema en Jumbo, denkt dat de anti-BDS-wet wel degelijk invloed kan hebben op Nederlandse bedrijven: „Supermarktconcerns volgen in Nederland toch wel de Amerikaanse lijn, vooral Ahold, dat ook heel erg groot is in Amerika.” Zelf zegt de ondernemer nog niet onder druk gezet te zijn door de BDS-beweging, maar bedrijven met wie hij werkt wel: „Voornamelijk via de sociale media. Maar in de media lijken er zich veel meer mensen om te bekommeren dan in de praktijk. Grote winkelbedrijven houden zich er niet zo mee bezig. Sinds kort hebben sommige bedrijven wel een policy wat betreft producten die van de Westbank komen. Ik noem het altijd een ‘piepsysteem’, als mensen maar hard genoeg piepen, worden producten uit de schappen gehaald.” Desondanks groeit volgens Aling de kosjere markt alleen maar: „Veertig tot vijftig procent van onze consumenten is Joods, de rest moslim of geïnteresseerd in de wereldkeuken. Momenteel kijken we naar mogelijkheden voor uitbreiding en die plannen zijn al heel ver.”