Wie smelt niet weg bij de glimlach van Máxima? Ook velen in Joodse kring vallen in katzwijm. Weinig Nederlanders hebben interesse in kritische woorden over onze kroonprinses, zeker niet vlak voor 4 mei. Toch is daar alle reden voor. Máxima en Willem-Alexander verklaarden tijdens een televisie-interview in 2002 dat zij Jorge Zorreguieta geloven als hij zegt dat hij als junta-minister niets wist van mensenrechtenschendingen. Daarop is het prinselijk echtpaar nooit teruggekomen. Zorreguieta – die naar verluidt geniet van een aangename oude dag in Nederland – wist blijkbaar ook niks van de duizenden ‘verdwenen’ Joden. Uit recht szaken en onderzoeksrapporten blijkt dat een Joodse achtergrond extra reden was voor arrestatie tijdens het Argentijnse junta-bewind en dat er speciale martelkamers voor Joden waren. Máxima’s vader behoorde tot de leiders van dit regime. Kinderen van massamoordenaars zijn niet verantwoordelijk voor de misdaden van hun ouders, maar wel voor de manier waarop zij op die misdaden terugkijken. Wanneer Máxima en Willem-Alexander zeggen dat zij Jorge geloven, ontkennen zij feitelijk wat er is gebeurd. Hoge machthebbers als Zorreguieta wisten niet alleen van de mensenrechtenschendingen, maar droegen er bewust medeverantwoordelijkheid voor.Op 4 mei vormt het Koninklijk Huis ons ultieme vrijheidssymbool. Daarbij kan geen enkel misverstand bestaan over de verhouding van onze toekomstige koning en koningin tot een fascistisch regime met antisemitische afdronk. Hoe zijzelf de geschiedenis ingaan, is afhankelijk van veel meer dan de huidige populariteit van Máxima. De geschiedschrijving heeft haar eigen dynamiek, zoals ook blijkt uit de veranderde blik op Prins Bernhard.
In een toespraak ter gelegenheid van de zestigste viering van de bevrijding in 2005 sprak Willem-Alexander afsluitend over de verantwoordelijkheden van nieuwe generaties. Die passage kan het prinselijk echtpaar zich ook zelf ter harte nemen: ‘We moeten de ruimte van de 21ste eeuw onder ogen zien vanuit onze eigen kracht. We hebben daarin geen keuze. We kunnen niet wegvluchten in nostalgie. We zullen zelf onze moed moeten verzamelen om de dingen te doen die gedaan moeten worden. We zijn geen toeschouwers meer. We staan nu zelf op het toneel van de geschiedenis.’