Met de verschijning van een tweede box met zijn documentaires is het werk van Willy Lindwer nu voor iedereen bereikbaar geworden.
Door Ted de Hoog
In de Hollandse Schouwburg reikte maandag 18 maart de cineast en schrijver Willy Lindwer de eerste exemplaren uit van een box met zeventien van zijn documentaires, De Holocaust, een monument in fi lm, die allemaal over de Sjoa gaan. Met de eerder verschenen box met tien documentaires over Israël, Israël, een monument in fi lm, is het cinematografi sche levenswerk van Willy Lindwer nu voor iedereen binnen handbereik, en niet meer over allerlei losse en inmiddels moeilijk vindbare uitgaves verspreid, zoals voorheen.
NIW lezers krijgen een lezerskorting op beide DVD-boxen. Van €37,99 voor slechts €29,99! U kunt de DVD’s hier bestellenDe verschijning van De Holocaust is een genoegen, als dat woord in deze context gebezigd kan worden, maar ook noodzakelijk, omdat Lindwer de herinneringen van overlevenden heeft vastgelegd die anders verloren zouden zijn gegaan. Wie nu een aantal documentaires uit deze box achter elkaar ziet, kan alleen maar onder de indruk raken van dit werk. Deze fi lms zijn sober opgebouwd, met een rustige montage die een groot respect voor het aangeroerde thema verraadt. Lindwers integere techniek lijkt misschien aan de ouderwetse kant, maar heeft een enorm voordeel: hij komt nergens tussen de sprekers en de kijkers in te staan; bij hem geen ‘snelle’ montage of ‘literaire’ krachtpatserij. De cineast had dat niet nodig, en in ieder geval was het ook zijn stiel niet. Deze laatste box bevat een aantal klassiekers, zoals De Laatste Zeven Maanden (1988), waarmee een Emmy Award won, en Kind in Twee Werelden, de Joodse oorlogspleegkinderen (1993), Kamp van Hoop en Wanhoop, Getuigen van Westerbork (1990) en Holland, Vaarwel! De vernietiging van het Nederlandse jodendom (2004.) De eerstgenoemde documentaire laat enkele vrouwen aan het woord die Anne Frank nog in Amsterdam of in de concentratiekampen Auschwitz en Bergen-Belsen van nabij hebben meegemaakt, nadat zij op 3 september 1944 met de laatste trein uit Westerbork was gedeporteerd. Jannie Brandes-Brilleslijper is de vrouw die Anne tijdens haar laatste dagen bijstond, de laatste bij naam bekende getuige die haar nog levend heeft gezien. In Kind in Twee Werelden maken we kennis met vijf Joodse kinderen die hun ouders verloren en na de oorlog hun weg moesten zien te vinden, roerende verhalen die symbool staan voor het lot van vele Joodse oorlogspleegkinderen. Met die fi lm won Lindwer een Gouden Kalf.
Schouwburg
Een van de sprekers op 18 maart was de hoogleraar Holocaust en Genocidestudies van de UvA Johannes Houwink ten Cate. Hij was bij diverse van Lindwers fi lms diens historisch adviseur; de mannen zijn al 22 jaar bevriend. „Willy had en heeft een voorliefde voor getuigen die recht overeind zijn blijven staan,” zei Houwink ten Cate, „ook in de periode van de vervolging (…) Hij wil altijd laten zien dat de Joden zich niet als lammeren naar de slachtbank hebben laten brengen.” Het is Lindwers roeping te laten zien dat niet-Joden, ‘de weinige goede Nederlanders niet te na gesproken’, zich neerlegden ‘bij de achterstelling, onteigening en deportatie van hun vervolgde medeburgers’. Lindwer is een historicus, aldus de spreker, hij neemt alle vakliteratuur grondig door; hij wil de cruciale aspecten van het héle verhaal door levende getuigen laten vertellen, en beslist geen getuigenissen uit de tweede hand. Het komt goed uit dat Lindwer ‘een charmeur’ kan zijn, die mensen over de streep weet te trekken om die voor henzelf vaak pijnlijke verhalen te vertellen. Hij deed de interviews ook altijd zelf. Houwink ten Cate werd alleen af en toe ‘fysiek moe’ van de ‘tomeloze energie van zijn vriend’, die zijn gesprekspartners soms net zo lang een verhaal liet herhalen tot hij de kern ervan in enkele zinnen te pakken had – hij was al aan het ‘monteren’ tijdens het interview. Lindwers blijvende verdienste is volgens Ten Cate dat hij ‘twee dingen heeft laten zien: het gebrek aan solidariteit van de niet-Joden met de vervolgde Joden, én de wonderbaarlijke wederopstanding van de schaarse overlevenden na de bevrijding.’
Persoonlijke getuigenissen
De genocide-specialist voegt er later telefonisch nog het een en ander aan toe: „Wat ik maandag ook had moeten zeggen is dat Lindwer persoonlijke getuigenissen begon vast te leggen toen dat onder historici nog niet zo gangbaar was. Je ziet dat in de inleiding van Saul Friedländer in zijn standaardwerk, Nazi- Duitsland en de Joden 1933-1945; hij legt uitvoerig uit waarom hij vooral de stemmen van de mensen zelf laat horen. In Nederland hadden historici al eerder dan in het buitenland voorkeur voor egodocumenten, een woord dat door Jacques Presser bedacht is. Willy las Pressers Ondergang (1965) al toen het net uit was en dat heeft hem diep beïnvloed. Hij is de cinematografi sche zoon van Jacques Presser.” De box Israël, een monument in fi lm verscheen al enkele maanden geleden. Die bevat enkele fi lms die in het buitenland werden onderscheiden, zoals Yitzhak Rabin: Warrior- Peacemaker uit 1998 en Jeruzalem: Tussen Hemel en Aarde uit 1995, en verder fi lms over de IDF, Teddy Kollek, de Tempelberg, Joodse mystiek en 50 jaar Israël. We kunnen ze hier niet allemaal bespreken, maar een van de absolute aanraders is de fi lm over de in 1995 vermoorde Yitzhak Rabin, die zijn politieke leven bestrijkt, prachtig opgebouwd uit interviews met beroemde betrokkenen zoals Leah Rabin, Henry Kissinger, Bush senior en Jasser Arafat himself, die Lindwer allemaal voor de camera heeft weten te krijgen. De cineast blijft altijd buiten beeld en ‘plakt’ ook geen educatieve commentaren op de beelden; de kijker moet zelf uitvogelen wat er gebeurt en hij moet al redelijk op de hoogte zijn van de Israëlische geschiedenis. De structuur van zijn fi lms is helder, maar je moet wel blijven opletten: de tekst die aangeeft wie een bepaalde spreker is, verschijnt doorgaans maar één keer. Het gesprek met Arafat – tijdens een bezoek van Lea Rabin – is fascinerend; hij prijst Rabin en als hij zegt dat hij ‘niet kon slapen van die moord’ geloof je hem, hoewel Arafat op zijn woord geloven niet erg voor de hand ligt. Je krijgt een mooi beeld van de complexe persoonlijkheid van Rabin: een leider die verlegen was en als aantrekkelijke scholier niet met meisjes wilde dansen, die zich vaak zorgen maakte – over zijn kinderen, over Israël. Een bevriende generaal zegt over hem dat hij een echte worrior was (een onvertaalbare woordspeling op warrior) die van de dokter een injectie kreeg om op een cruciaal moment, vlak voor de Zesdaagse Oorlog, een nacht te kunnen doorslapen, wat tot het fabeltje leidde dat hij een zenuwinzinking had. En het verbaast je niet dat deze edele piekeraar uiteindelijk vredestichter werd, een man die, toen zijn familie zich zorgen over hem maakte, niet kon geloven dat een Jood een aanslag op hem zou kunnen plegen