Het rapport over de eventuele onregelmatigheden rond de Marorgelden, uitgevoerd door Ernst & Young, was tot nu toe strikt geheim. Maar deze week zette het ministerie van Financiën het (gecensureerd) online. Is daarmee de kwestie afgedaan? Nou, nee.
Het deed zeker binnen Joods Nederland veel stof opwaaien: op 8 juli 2015 verscheen in de Volkskrant een artikel van de hand van journalist Sjors van Beek. Er zouden malversaties zijn gepleegd met Marorgelden die waren toegekend aan het SAMO, de Stichting Afwikkeling Maror-gelden Overheid. Het ging om vermeende malversaties in Israël: te royale declaraties; gelden die zouden zijn verdwenen. De klokkenluider in deze affaire was André Boers, de voorzitter van een van de stichtingen die in Israël kon rekenen op Maror-gelden. Hij richtte zijn beschuldigingen vooral tot een voormalig vertegenwoordiger van een van de organisaties verbonden aan Stichting Platform Israël (SPI), Awraham Roet. Al jaren deden ook binnen Joods Amsterdam geruchten de ronde dat een en ander niet klopte, maar bewijs werd nooit geleverd. Ook Boers maakt deel uit van de SPI, waarin ook Beet Juliana en Irgoen Oleh Holland zitten. In totaal zijn er tien Israëlische organisaties in het SPI verenigd.
Verkennend onderzoek
In opdracht van het Centraal Joods Overleg (CJO) werd in samenspraak met het ministerie van Financiën eind augustus vorig jaar opdracht gegeven tot een ‘verkennend onderzoek’ door accountantskantoor Ernst & Young. Het ministerie betaalde dit rapport, de kosten zouden naar verluidt rond de ton bedragen. Jaap Fransman, toenmalig voorzitter van het CJO, toonde zich verheugd. Alle partijen zouden aan het onderzoek meewerken, zo meldde hij het NIW. Dat rapport zag begin dit jaar het licht en werd intern gedistribueerd. Betrokken partijen hadden een ‘letter of release’ moeten tekenen, wat inhoudt dat het rapport niet openbaar mocht worden gemaakt.
Journalist Sjors van Beek liet het er niet bij zitten. Hij diende een verzoek in in het kader van de Wet Openbaarheid Bestuur (WOB). Zijn verzoek werd gehonoreerd: sinds dinsdag staat het rapport online. Daarbij moet worden aangemerkt dat gevoelige informatie is weggewit.
Weigering
Het rapport is inclusief bijlagen zo’n 120 pagina’s lang en bevat nogal wat accountantstaal. Ernst & Young stelt dat het onderzoek beperkt is, met beperkt geleverd materiaal. NIW onderzoekt op dit moment de dinsdag ter beschikking gekomen informatie. André Boers had het volledige rapport al eerder in zijn bezit omdat het een paar weken geleden plotseling op internet werd verspreid.
Boers: “Voor mij is duidelijk dat er wel degelijk belangrijke informatie uit het rapport is geweerd.” Zo zou SAMO, ondanks een uitspraak van de Hoge Raad, overhandiging van essentiële informatie voortdurend uitstellen. “Het Platform Israël [SPI] en CJO hebben uitgebreid met elkaar gesproken. Het onderzoek verlegt zich naar Israël omdat duidelijk is dat Ernst & Young niet hebben onderzocht wat er in Israël met de gelden is gedaan.” Van de tien organisaties die in de SPI verenigd zijn hebben zeven zich uitgesproken voor zo’n onderzoek. Heeft Boers vertrouwen in weer zo’n onderzoek? “Laat ik het zo zeggen: ik hoop dat dit het laatste onderzoek wordt en dat het zal bewijzen dat Boers niet zomaar een herrieschopper is, en dat de onderste steen boven komt. SAMO zwijgt tot nu toe in alle talen, en wie zwijgt heeft in veel gevallen last van oorverdovend lawaai.”
‘ Het is alleen maar laster, ik wil er niets meer mee te maken hebben, ik houd me er niet meer mee bezig en geniet van mijn rust’
Laster
Het NIW vroeg Awraham Roet, die namens het ‘Israël Instituut voor Onderzoek naar tijdens de Shoa verdwenen Joods bezit’ jarenlang in het SPI zat, om een reactie. Volgens de beschuldigingen zou hij de kwade genius in het geheel zijn. De 88-jarige Roet is kort maar krachtig: “Het is alleen maar laster, ik wil er niets meer mee te maken hebben, ik houd me er niet meer mee bezig en geniet van mijn rust.” Hij verwijst naar Barend Elburg, de huidige vertegenwoordiger van bovenstaand instituut in het SPI. Elburg bevestigt dat er een nieuw onderzoek gaat plaatsvinden in Israël, maar maakt daarbij een kanttekening: “Ik heb voorgesteld ons te concentreren op zaken die niet onderzocht zijn door Ernst & Young. In hun verklaring staat duidelijk dat hun onderzoeksterrein beperkt is gebleven tot aan de Israëlische grens. Ik onderstreep dus: geen herhaling van onderzoekdelen die al gedaan zijn, want dat zou zonde zijn van de tijd en van publiek geld. Laten we nu kijken naar de zaken hier.”
Het rapport vindt u op de site van de Rijksoverheid: www.rijksoverheid.nl/documenten/wob-verzoeken/2016/09/06/besluit-wob-verzoek-over-verkennend-onderzoek-naar-besteding-maror-gelden-in-israel