Abonneer op het NIW

Het opinietijdschrift en cultureel magazine in één, voor iedereen geïnteresseerd in de Joodse wereld. Abonneer nu »

Uit de gemeenschap

Mensch: Danielle Braun (53)

Esther Voet 09 september 2021, 15:00
Mensch: Danielle Braun (53)

Woonplaats: Soest
Burgerlijke staat: getrouwd met Marleen en moeder van twee kinderen Beroep: antropologe en directeur van de Academie voor organisatiecultuur Levensmotto: aandacht is het nieuwe goud

Jeugd
Ik ben de dochter van een katholieke moeder en een Joodse vader die zijn roots in Oost-Europa had liggen. Hij was de zoon van mijn opa Erwin en oma Milla. Opa Erwin werd naar Westerbork gedeporteerd en mijn oma dacht dat hij nooit zou terugkomen. Ze zat samen met een vriend van mijn opa, oom Arthur, in de onderduik. Ze werden verliefd. Op een dag kwam Erwin, op de fiets, terug. Ze zijn de rest van hun leven met z’n drieën opgetrokken.

Zelf ben ik geboren in de CIZ in Amstelveen. Opa importeerde Swarovskikristallen, mijn vader zat in de textiel. Het was een echt ondernemersgezin. Ik had op mijn veertiende al een vreemde hobby: de Koran, de Bijbel, de Tora en de Bhagavad Gita met elkaar vergelijken en kijken wat ze gemeenschappelijk hadden. Ik leerde toen al dat het allemaal op hetzelfde neer komt.

Ik ben antropologie gaan studeren en heb veel gereisd. In coronaloze tijden breng ik zeker twee, drie maanden per jaar buiten Europa door voor antropologisch onderzoek, om te kijken hoe de lessen uit andere culturen kunnen worden toegepast op de Nederlandse samenleving.

Geloof
In mijn schooltijd heb ik overwogen gioer te doen, maar dat was in dezelfde tijd dat ik mijn coming-out had en actief werd in de homobeweging. Ik vond dat moeilijk te combineren. Wel heb ik bij het JMW meegedaan aan een tweedegeneratiegroep en daar erg van genoten; ik leerde er wat ik van huis uit niet kende. Kort geleden heb ik meegedaan aan een Pride-sjoeldienst, bij Beit Ha’Chidush. Dat was leuk, maar onwennig. Ik vind geloof belangrijk, maar me echt aan een gemeenschap verbinden, vind ik lastig.

Israël
Als ik het over mijn Joodse kant heb, moet het meteen over Israël gaan. Dat vind ik moeilijk. Alsof ik me moet verantwoorden voor iets wat daar, ver weg, gebeurt. Ik zou willen dat mensen zich wat minder met dat conflict zouden bemoeien, omdat de meesten geen idee hebben waar ze het over hebben. Ik ben er diverse keren geweest en ik vind het een fijn idee te weten dat als het echt moet, ik daarnaartoe kan.

Zorgen
Bij zorgen denk ik meteen aan antisemitisme en antihomogeweld. Die zaken leven vooral onder groepen moslimjongeren. Je ziet vaker dat spanningen in de samenleving zijn gekoppeld aan achtergrond of religie. En ik merk hoe dat niet wordt uitgesproken, waardoor het niet kan worden aangepakt. Die polarisatie zie ik ook aan Joodse kant, overigens. Kijk naar de uitingen van rabbijn Evers voordat hij op alia ging. Die verharding aan beide kanten vind ik kwalijk.

Dromen
Ik ontmoet veel Joden die in het kader van tikoen olam of gewoon omdat ze veel hebben doorstaan in hun jeugd, bijdragen aan de maatschappij. Het is een grondhouding. Ik zie zoveel mooie Joodse initiatieven en ik droom ervan dat mensen die oorlog en uitsluiting hebben meegemaakt, en dus weten hoe snel het kan escaleren, daartegen blijven opstaan. Ook hoop ik dat we wat meer aandacht voor elkaar zullen krijgen: secuur luisteren naar wat iemand zegt, is van het allergrootste belang. Daarnaast hoop ik als moeder dat mijn kinderen in een net zo speelse, vrije en tolerante samenleving kunnen opgroeien als ik. En dan hoor je meteen weer mijn zorg.

Foto: Mirjam van der Linden

Abonneer op het NIW

Abonneer nu!
Tags dit artikel heeft geen tags
Opmerkingen (0)
Plaats opmerking

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *