Persoonlijke service en internet, dat is de toekomst voor modewinkels. Daarover zijn deze drie Joodse modeduo’s het roerend eens.
Alice Zegerius (49), samen met man Michael Overdiek (51) eigenaar van Beverly Gelderlandplein: „Wie mij kent weet: ik hou van glamour! Beverly Hills, Rodeo Drive, dat St. Tropez-achtige. Bij mij moet er wat op of aan zitten, een strasje, een kettinkje, dat vind ik leuk, een tikkie over de top.” „In tegenstelling tot vroeger werk ik nu vooral op korte termijn. Zijn studs in, dan hebben we studs. Bont in? Dan hebben we (echt) bont. Tweedjasjes, de hoge gympen à la Isabel Marant, het legergroen.
Waar vraag naar is, dat koop ik in. Dat willen de mensen ook. Tot een paar jaar geleden bestelde ik bij leveranciers en dan kwam het een half jaar later binnen. Ik dacht steeds vaker: o, heb ik dat ingekocht, ik vind er eigenlijk helemaal niets aan. Vervolgens kwamen de klanten in de winkel en die vroegen eigenlijk iets heel anders dan wat ik een half jaar eerder had besteld. „Inspiratie doe ik op straat op. Ik ga helemaal niet meer naar shows. Ik kijk in bladen, ik zit op internet, ik volg de modebloggers. Wat je op straat ziet in steden als Londen en Parijs, dat bepaalt mijn modebeeld. Die meiden die daar lopen geven het gewoon aan. Ik ben met deze manier van werken absoluut succesvoller dan vroeger. Iemand wil iets nieuws voor weinig. Geen 300 of 400 euro meer uitgeven aan een kledingstuk, maar wel 29 of 39, 59 of 69. Daarom zijn Zara, Primark en Forever21 zo’n succes, dat is allemaal in die prijsklasse. Ik heb er ook meer plezier in. Ik heb geen strijd meer met leveranciers. Je kwam binnen en dan was je verplicht om bijvoorbeeld voor 10.000 euro in te kopen. Ik zeg ook niet tegen een klant voor hoeveel hij moet kopen.”
Klanten
„Er komen heel veel Joodse klanten. Ik heb zelf Joodse ouders en een Joods omaatje gehad en dan zie ik ze allemaal voorbijschuiven met die rollatortjes. Die hebben bij mij een streepje voor. Ze gunnen me ook wat, ze kopen een tas bij me, een sjaaltje, ze komen elke week even kijken, ze maken leuke opmerkingen, ze zijn tevreden over de etalage, ze vinden dat ik het goed doe, ze komen altijd een complimentje brengen. Ja, heel leuk vind ik dat.
Lees de rest van dit artikel in het NIW nr. 1
Abonneer op het NIW
