Joodse Dordtenaren, verzetsdeelnemers en hun nabestaanden zijn kwaad op het Museum 1940- 1945 in Dordrecht. Het museum opende op 4 mei in aanwezigheid van burgemeester Peter van der Velden een namenwand waarop de namen van gesneuvelde Duitse soldaten en SS’ers naast namen van Joodse Holocaustslachtoffers staan.
De namenlijsten, op categorie, zijn ook op de website van het museum te vinden.
De Dordtse dichter Edjo Frank schreef een brief aan de gemeenteraad waarin hij protesteert tegen het als slachtoffers opvoeren van daders: “Zij waren medeverantwoordelijk voor de vervolging, deportatie en vernietiging van 203 in Dordrecht wonende Joodse burgers.” Frank krijgt, zo vertelt hij, bijval van individuen en organisaties uit Joodse en verzetskringen.
Woordvoerder Christien ter Linde van de burgemeester van Dordrecht: “We zijn enorm geschrokken van de pijn die het noemen van de Duitse namen bij Joodse inwoners oproept. Als we er vooraf beter bij hadden stilgestaan, waren we niet naar de opening van de tentoonstelling gegaan. Zeker niet op 4 mei, als we onze gevallenen herdenken. Het museum is onafhankelijk en maakt de keuze om alles van belang voor het historisch perspectief te delen, wat we ook snappen. Maar je mag nooit of te nimmer voorbijgaan aan emoties. Wij gaan voortaan wat meer contact hebben met mensen uit de Joodse gemeenschap.”