Na jaren van zorgvuldig wikken en wegen kwam in 2016 de werkdefinitie antisemitisme tot stand van de International Holocaust Remembrance Alliance. Een minutieus samengesteld document dat als richtlijn moest dienen bij het antwoord op de vraag wat antisemitisch is en wat niet. Het Europees Parlement, parlementen van Europese landen waaronder het Nederlandse, de secretaris-generaal van de Verenigde Naties, de Noord-Amerikaanse landen, talloze internationale Joodse organisaties, maar ook gemeenten, universiteiten en voetbalclubs accepteerden de definitie. Zij wordt wereldwijd gebruikt wanneer moet worden bepaald waar kritiek op Joden, jodendom en Israël overgaat in antisemitisme en hatespeech. De IHRA-definitie en de begeleidende richtlijnen zijn succesvol. Te succesvol, concludeerde een aantal academici. Zij zou volgens hen kritiek op Israël in de kiem smoren, terwijl er duidelijk staat dat commentaar op de Joodse staat en het regeringsbeleid ervan niet antisemitisch is. Die kritiek wordt alleen dan een probleem wanneer er voortdurend met twee maten wordt gemeten, wanneer Israëls bestaansrecht in twijfel wordt getrokken (immers, bij welk ander land staat dat ter discussie?) of wanneer de staat wordt vergeleken met nazi-Duitsland.
Kunstmatige scheiding
Voor de hooggeleerden is zo’n vergelijking echter geen probleem. Zoals voor rechtsgeleerde Richard Falk (90), die de aanslagen van 11 september bestempelde als een reactie op ‘Amerikaanse wereldwijde dominantie’ en ‘Tel Aviv’ en die een boek aanbeval van antisemiet Gilad Atzmon, die stelde dat ‘Hitler het wellicht toch bij het juiste eind had gehad’. Nog een opvallende naam: historicus David Feldman, die alles in het werk stelde het antisemitisme bij Labour onder het tapijt te schoffelen. De club broedde een jaar lang onder auspiciën van het Van Leer Instituut in Jeruzalem op een nieuwe definitie in de hoop die van de IHRA te vervangen. Daarin werd een kunstmatige scheiding aangebracht tussen antisemitisme en antizionisme, terwijl bekend is hoezeer die twee begrippen anno 2021 in elkaar overlopen. Zo is Israël met nazi-Duitsland vergelijken niet antisemitisch in de ogen van de academici. De IHRA-definitie is volgens hen te veel gefocust op Israël, wat opmerkelijk is omdat in hun epistel – dubbel zo lang als dat van de IHRA –Israël en Palestina in tien van de vijftien punten worden genoemd. Daarnaast is de tekst van de begeleidende richtlijnen zo omfloerst dat er voor personen en instanties die behoefte hebben aan duidelijkheid, geen touw aan valt vast te knopen, wat waarschijnlijk precies de bedoeling van de opstellers is.
Al-Qudsverklaring
Het nieuwe werk kreeg de naam Jerusalem Declaration on Antisemitism mee. In een academische ivoren toren is een stuk samengesteld zonder het oor te luisteren te leggen bij Joodse organisaties of bestrijders van hatespeech. Oproepen tot de vernietiging van Israël zijn volgens deze groep geen probleem, zolang ‘de rechten van de Joden in dat gebied maar worden gewaarborgd’. Aan Israël gerelateerd antisemitisme bestaat volgens de opstellers niet. Laat staan dat er ook maar één woord wordt gerept over het feit dat het niet de antizionisten op bijvoorbeeld universiteiten zijn die de mond wordt gesnoerd, maar juist studenten die het voor de staat Israël opnemen.
De JDA – inmiddels in het bezit van een eigen Wikipediapagina – is daarmee wellicht een leuk discussiepunt voor academici onderling, maar personen die dag in, dag uit met hun voeten in de modder staan om antisemitisme te bestrijden, zijn er beslist niet bij gebaat. De verklaring ondermijnt de IHRA-definitie, wat precies de bedoeling is. Dat die IHRA-definitie door bepaalde personen, onder wie Israëlische politici, wordt misbruikt, zegt niets over de definitie zelf. Deze nieuwe tekst lijkt vooral opgesteld om extreemlinkse opvattingen over Joden en Israël en gangbare denkwijzen binnen de BDS-beweging mainstream te maken, waarmee het stuk een politiek instrument is geworden.
Geen wonder dus dat Jarrod Tanny, opinieschrijver van The Times of Israël, er een hilarisch satirisch artikel over schreef onder de titel The Al-Quds Declaration on Antisemitism, naar de Arabische naam voor Jeruzalem. Toch moet worden gevreesd dat in het kader van het voortdurende Israël-bashen door instanties als de VN, de JDA in sommige kringen met genoegen zal worden omarmd.
Foto: Pro-Palestijnse neonazi op een anti-Israëldemonstratie in Berlijn, 2014. Credit: Boris Niehaus