Abonneer op het NIW

Het opinietijdschrift en cultureel magazine in één, voor iedereen geïnteresseerd in de Joodse wereld. Abonneer nu »

Nieuws

Oorlogstrommels en vredespijpen

Iran zou volgens de nieuwe Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken slechts weken verwijderd zijn van de mogelijkheid kernwapens te produceren. In Israël worden de voorbereidingen getroffen voor een militaire actie tegen de Iraanse nucleaire installaties en mogelijk zelfs voor een bloedige regionale oorlog.

Bart Schut 05 februari 2021, 09:45
Oorlogstrommels en vredespijpen

De tijd dringt, het is twee voor twaalf, de seconden tikken weg en de noodklok wordt geluid. U kunt er elk cliché op los laten, maar de realiteit van een fundamentalistisch, antisemitisch en potentieel genocidaal regime dat beschikt over nucleaire wapens, komt snel naderbij. In Jeruzalem wist men het al een tijdje. In Parijs begint het besef door te dringen en in Washington hinkt men op twee gedachten – een ontwikkeling die niet bepaald vertrouwen wekt in het buitenlandse beleid van president Joe Biden. Als er niet snel iets aan de situatie verandert, is de kans groot dat Israël zich gedwongen ziet de militaire optie te kiezen en het Iran fysiek onmogelijk te maken een kernwapenarsenaal te ontwikkelen.

Het was een ongekende stap: de stafchef van de IDF die in een openbare redevoering de Amerikaanse regering bekritiseert. Luitenant-generaal Aviv Kochavi, Israëls hoogste militair, kwalificeerde het voornemen van de regering-Biden terug te keren naar het nucleaire akkoord met Iran als ‘slecht’ en ‘de verkeerde beslissing’. Hij voegde er dreigend aan toe dat hij zijn staf opdracht had gegeven plannen te ontwikkelen voor een aanval op de nucleaire installaties van de Islamitische Republiek. Het is volgens de generaal aan de Israëlische regering te beslissen wat er met die plannen wordt gedaan.

Nervositeit
In de nasleep van Kochavi’s woorden haastten diezelfde regering en militaire woordvoerders zich te verklaren dat de generaal niet met premier Netanyahu en defensieminister Gantz had overlegd. Dat was mogelijk een geval van plausible deniability: de politici zeggen van niets te weten, maar laten de militair wel hun boodschap aan de Amerikanen overbrengen. Hoe dan ook, de nervositeit in Israël neemt toe. Het vooruitzicht van een nucleair bewapende Islamitische Republiek die geen kans voorbij laat gaan om te laten weten de Joodse staat van de kaart te willen vegen, is onaanvaardbaar. In het gunstigste geval zou de machtsbalans in het Midden-Oosten omslaan naar het regime van de ayatollahs, wat zou leiden tot een kernwapenwedloop. Het soennitische Saoedi-Arabië kan het zich niet veroorloven geen atoombom te hebben als Iran die wel heeft. Hetzelfde geldt wellicht voor Egypte en waarom niet ook voor Turkije? In het ongunstigste scenario wacht Israël een tweede Holocaust.

Vandaar dat Netanyahu en Gantz officieel niet met Kochavi overlegd hebben over zijn woorden, maar zich wel al in soortgelijke termen hebben uitgelaten. De premier zei eind vorig jaar dat Israël alle middelen zal gebruiken om te voorkomen dat Iran over kernwapens beschikt en de minister van Defensie stelde een bloedige regionale oorlog in het vooruitzicht (zie kader). De oorlogstrom wordt geroerd in Jeruzalem en onbegrijpelijk is dat niet. Zelfs in Europa beginnen leiders in te zien dat het misschien wel te laat is om nog met Teheran te onderhandelen. De Franse president Emmanuel Macron zei vorige week dat er ‘zeer weinig tijd’ is om Iran tegen te houden in de productie van nucleaire wapens.

Aan het lijntje
Antony Blinken, de kersverse Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, liet maandag 1 februari weten dat Iran mogelijk ‘slechts weken’ verwijderd is van genoeg verrijkt uranium om aan de productie van atoombommen te beginnen. Washington verkeert daarmee in een bijzonder lastige positie. Of beter gezegd: het beleid van ex-president Donald Trump heeft die positie gecreëerd. Het team van Joe Biden dat verantwoordelijk is voor het buitenlandse beleid zou liever de vredespijp roken met de ayatollahs en wil in principe terugkeren naar de onder Obama gesloten nucleaire overeenkomst met Iran. Maar sinds Trump zich eenzijdig uit dit akkoord terugtrok, hebben de Iraniërs vaart gemaakt met het verrijken van uranium.

Het feit dat het regime in Teheran na het vertrek van Trump dichter bij een atoombom is dan voor diens aantreden, bewijst de mislukking van Trumps beleid. Het opzeggen van de nucleaire overeenkomst, luid toegejuicht door de haviken in Jeruzalem, heeft Israël niet veiliger gemaakt, maar juist onveiliger. Het beleid van ‘maximale druk’ door zware economische sancties heeft de ayatollahs allesbehalve op de knieën gedwongen. De paradox is nu dat ondanks dit falen er mogelijk geen weg terug meer is naar de onderhandelingstafel. Want waarom zou Teheran, zo dicht bij de realisatie van zijn nucleaire ambities, haast maken met onderhandelingen? Wat heeft het land te winnen? Opheffing van de economische sancties? Natuurlijk, maar is het voor de ayatollahs niet verstandiger het Westen aan het lijntje te houden?

Luchtdoelartillerie in Natanz foto: Hamed Saber

Een ‘grootse, korte oorlog’?
Ondanks het imago van bijna-onoverwinnelijkheid van de IDF, mag een militair conflict met Iran niet onderschat worden. Een aanval op de nucleaire installaties van de Islamitische Republiek zal niet te vergelijken zijn met de succesvolle precisiebombardementen van de Israelische luchtmacht op de kerncentrales in Osirak (Irak, 1981) en Al Kibar (Syrië, 2007). Het primaire doelwit van een Israëlische luchtaanval zouden Irans nucleaire installaties in Natanz en Fordo in centraal-Iran zijn. De twee installaties zijn grotendeels ondergronds gebouwd en worden beschermd door metersdikke betonnen muren en een uitgebreid luchtverdedigingssysteem. Hoewel Iran niet beschikt over de meest geavanceerde radar en raketten, maakt de ligging van de twee centra, diep in de Islamitische Republiek, een aanval een hachelijke onderneming. De IAF-bommenwerpers zouden langdurig over Iraans grondgebied moeten vliegen.

Bovendien is het de vraag of Israël beschikt over bommen met genoeg explosieve kracht om de ondergrondse reactoren te vernietigen. Of de Amerikanen penetratiemunitie aan Israël hebben geleverd of dat de Joodse staat zelf dit soort bommen heeft ontwikkeld, is een streng bewaakt geheim. Als Jeruzalem voor luchtaanvallen kiest, zal het erop moeten gokken dat de bommenwerpers niet door radar opgespoord worden, of het zal met een uitgebreidere luchtoperatie de radar eerst moeten uitschakelen. Dat laatste is een logistieke nachtmerrie, vergeet niet dat Israëlische vliegtuigen over ten minste twee – niet per se vriendelijke – landen moeten vliegen om Iran te bereiken.

Hoe dan ook, het is ondenkbaar dat de Iraniërs, zeker na een succesvolle Israëlische operatie, niet zullen terugslaan. Zelf heeft de Islamitische Republiek op dit moment niet de middelen Israël al te hard te raken, maar aangenomen mag worden dat Teheran de volledige beschikking zal hebben over Hezbollahs arsenaal in Libanon (geschat op 150 duizend raketten) en van Hamas in de Gazastrook. Als Hezbollah inderdaad als vergelding Israëlische steden aanvalt, is een lucht- en hoogstwaarschijnlijk ook grondoorlog met Libanon vrijwel onvermijdelijk.

Gezien de grote moeite die de IDF had Hezbollah te verslaan in 2006, de enorme verwoestingen in met name Beiroet en de daarmee gepaard gaande protesten van de internationale gemeenschap, zal een aanval op Iran voor de Joodse staat geen ‘splendid little war’ blijken, zoals een Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken militair ingrijpen ooit omschreef. Het is een in alle opzichten onzekere onderneming, vooral omdat Israël in de huidige politieke omstandigheden waarschijnlijk gedwongen zal zijn deze zonder de Amerikanen te ondernemen.

Foto: National Nuclear Security Administration

Abonneer op het NIW

Abonneer nu!
Tags dit artikel heeft geen tags
Opmerkingen (0)
Plaats opmerking

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *